BS 1 Voortplantingsstelsel man MAX

BS 1 Voortplantingsstelsel man

B1: Het voortplantingsstelsel van de man




1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

BS 1 Voortplantingsstelsel man

B1: Het voortplantingsstelsel van de man




Slide 1 - Slide

Leerdoelen

* Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man 
    benoemen en aanwijzen in een afbeelding
* Je kunt de bouw en functies van de verschillende onderdelen 

Slide 2 - Slide

Uitwendige 
geslachtsorganen
Penis:
Zwellichamen: Delen die zich vullen met bloed en zorgen voor een erectie. 
* Eikel: Top van de penis, Gevoelig voor prikkels/aanraking.
*Voorhuid: Huidplooi om de eikel

Slide 3 - Slide

Voortplantingsstelsel van de Man

Slide 4 - Slide

Besnijdenis
  • Soms wordt de voorhuid weggesneden, dat noem je besnijden. 

  • Vaak gebeurt dat om een godsdienstige reden, soms heeft het een hygiënische of medische reden.

Slide 5 - Slide

Inwendige geslachtsorganen (1/2)

Balzak: Huidplooi waarin de  
                Teelballen en Bijballen liggen.
Teelballen: Produceren zaadcellen
Bijballen:  Tijdelijke opslag van de 
                      zaadcellen.
Zaadleider: Transport van de 
                         zaadcellen van de 
                         bijballen naar prostaat.

Slide 6 - Slide

Inwendige geslachtsorganen (2/2)
Prostaat: Voegt vocht toe aan de 
                     zaadcellen
Zaadblaasjes: Voegen vocht met 
                               voedingsstoffen toe 
                               aan de zaadcellen
Zaadcellen + vocht + voedingsstoffen
                         = SPERMA
Urinebuis: Transport van urine en 
                        sperma naar buiten

Slide 7 - Slide

Inwendige geslachtsorganen
Urineblaas
In de urineblaas bevind zich urine. De urine verlaat de blaas via de urinebuis. 
Penis (eikel en voorhuid)
De penis is het meest herkenbare gedeelte van het mannelijk voortplantingsorgaan. De penis bestaat uit zwellichamen. Het lange gedeelte van de penis heeft geen specefieke naam. 
Het bovenste puntje noemen we de eikel, om de eikel heen bevind zich de voorhuid. De voorhuid is een velletje die de eikel beschermt. Tijdens een erectie trekt de voorhuid zich terug en wordt de eikel zichtbaar. 
De eikel is het gevoeligste gedeelte van de penis en speelt een grote rol bij seksualiteit.
Zaadleider
Vanuit de bijbal loopt er een buisje verder wat ook wel de zaadleider wordt genoemd, die vervolgens naar de lies en met een grote bocht richting de prostaat gaat. De zaadleider verbindt de bijbal met de urinebuis. Achter de prostaat komt de zaadleider samen met de afvoer van zaadblaasjes.  
Hoewel de urinebuis ook urine loost, is er een klep die de uitstroom van sperma en urine regelt. Tijdens de ejaculatie (klaarkomen) stroomt het sperma door de urinebuis uit de penis. Dit betekend dan ook dat er op dat moment geen urine vrij kan komen. Je kan dus nooit tegelijkertijd plassen en klaarkomen
Prostaat
De functie van de prostaat is het vervoer van zaadcellen bij het klaarkomen. Bij het klaarkomen worden de zaadcellen naar de prostaat gepompt. Daar worden ze vermengd met het prostaatvocht.
Zaadblaasje
Achter de prostaat komt de zaadleider samen met de afvoer van zaadblaasjes. Zaadblaasjes zijn klieren die spermavocht produceren. Dit vocht komt in de prostaat samen met de zaadcellen. 
Bijballen
Een man heeft dus twee zaadballen en twee bijballen. Zo'n bijbal bestaat uit een grote groep van zeer kleine buisjes en ligt als een soort kapje op de zaadbal. De zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen.
Teelballen
Je teelbal heeft twee duidelijke functies:
Het produceren van spermacellen voor de voortplanting.
Het produceren van het mannelijke hormoon testosteron.
Balzak
De balzak is een huidplooi waarin de teelballen liggen
Zwellichamen
Een zwellichaam is een sponsachtige groep spiercellen die zich kunnen vullen met bloed. Wanneer de bloedtoevoer veel wordt zwelt het orgaan zich op. (In dit geval de penis)
Urinebuis
De urinebuis is een lange buis vanuit de urineblaas tot het uiterste puntje van de penis. Bij de prostaat kan er in de urinebuis sperma worden toegevoegd. Let op! Urine en sperma kunnen nooit tegelijk door de buis heen lopen

Slide 8 - Slide

Zaadlozing
Bij een zaadlozing verlaten 50 tot 150 miljoen zaadcellen het lichaam. Dat gaat als volgt:

1. De zaadleiders vervoeren de zaadcellen vanuit de bijballen richting de prostaat. 
2. De zaadblaasjes voegen vocht en voedingsstoffen toe aan de zaadcellen.
3. De Prostaat voegt ook vocht toe aan de zaadcellen. 
     (Nu heet het sperma)
4. Vanuit de prostaat gaat de sperma de urinebuis in.
5. Het sperma komt via de eikel uit de penis.

Door het vocht kunnen de zaadcellen goed bewegen.

Slide 9 - Slide

Zaadcellen
Een zaadcel is een geslachtscel
 en bestaat uit kop en zweepstaart

Ze kunnen zelf voortbewegen door hun zweepstaart

In de kop zit de kern met de chromosomen (23). Ze worden gemaakt bij Meiose


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video