This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje
Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Lees de leerteksten van 8.1.
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Programma
Startopdracht
Voorkennis
Uitleg import en export
Zelfstandig werken
Uitleg open en gesloten economie
Zelfstandig werken
Quiz
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
Het onderscheid tussen import en export uitleggen.
De betekenis van wederuitvoer uitleggen.
De redenen om te importeren en exporteren benoemen.
De betekenis van de betalingsbalans uitleggen.
Het importpercentage en exportpercentage berekenen.
De gevolgen van een open economie en gesloten economie uitleggen.
Slide 3 - Slide
Voorkennis
Slide 4 - Slide
Wanneer een Amerikaanse toerist een KLM vliegticket koopt, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export
Slide 5 - Quiz
Duizenden bezoekers wonen in Brazilië een optreden bij van dj Martin Garrix.
A
Import
B
Export
Slide 6 - Quiz
Uitleg
Slide 7 - Slide
Import en export
Goedkoper
Betere kwaliteit
Ruimere keuze
Grondstoffen niet aanwezig
Beter klimaat
Meer productie
Meer werkgelegenheid
Geld naar buitenland
Ontvangen geld
Slide 8 - Slide
Quiz
Slide 9 - Slide
Wanneer je iets koopt op een Chinese website, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export
Slide 10 - Quiz
Wanneer je een vakantie boekt in Frankrijk, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export
Slide 11 - Quiz
Wanneer een Amerikaanse toerist een KLM vliegticket koopt, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export
Slide 12 - Quiz
Inge en Hanna uit Rotterdam gaan op vakantie naar IJsland. Wanneer Inge en Hanna als toeristen naar IJsland gaan, is er dan voor IJsland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export
Slide 13 - Quiz
Nederlandse bedrijven die gebruikmaken van een Pools uitzendbureau betalen daarvoor aan het Poolse uitzendbureau. Is er voor Nederland bij de betaling door de Nederlandse bedrijven aan het Poolse uitzendbureau sprake van export of import?
A
Import
B
Export
Slide 14 - Quiz
Wederuitvoer
Goederen worden na invoer onbewerkt doorverkocht aan het buitenland.
Slide 15 - Slide
Betalingsbalans
Een overzicht van alle ontvangsten uit het buitenland en alle betalingen aan het buitenland.
Overschot (positief saldo): uitvoerwaarde is hoger dan de invoerwaarde
Export
Import
Slide 16 - Slide
Pak je wisbordje
Slide 17 - Slide
Wanneer is er een overschot op de betalingsbalans?
Slide 18 - Open question
Leg uit dat Nederlandse bedrijven eerder exporteren dan Amerikaanse bedrijven.
Slide 19 - Open question
Zelfstandig werken
Wat?§ 8.1 opdracht 2 t/m 11 (blz. 220-223).
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
15:00
Slide 20 - Slide
Uitleg
Slide 21 - Slide
Import- en exportpercentage
Slide 22 - Slide
Gesloten economie
Een land dat weinig importeert en exporteert in verhouding tot het nationaal inkomen.
Open economie
Een land dat veel importeert en exporteert in verhouding tot het nationaal inkomen.
Meer keuze
Werkgelegenheid
Slide 23 - Slide
Pak je wisbordje
Slide 24 - Slide
Bekijk de tabel hieronder.
Economische gegevens van Zwitserland
Bereken het exportpercentage van Zwitserland.
Slide 25 - Slide
Noem een voordeel voor de consument van een open economie.
Slide 26 - Open question
Zelfstandig werken
Wat? § 8.1 opdracht 1 t/m 11 (blz. 220-223).
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
10:00
Slide 27 - Slide
Laptop
https://lessonup.app/
Slide 28 - Slide
Wanneer consumenten zonnepanelen uit China kopen, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export
Slide 29 - Quiz
Wanneer Peru avocado’s levert aan Nederland, s er dan voor Peru sprake van import of van export?
A
Import
B
Export
Slide 30 - Quiz
Het Nederlandse gezin Bosch is op vakantie in de VS. Is er sprake van import of export door Nederland?
A
Export, omdat er goederen en diensten worden
gekocht in de VS.
B
Export, omdat er goederen en diensten worden
gekocht in Nederland.
C
Import, omdat er goederen en diensten worden
gekocht in de VS.
D
Import, omdat er goederen en diensten worden
gekocht in Nederland.
Slide 31 - Quiz
Inge en Hanna uit Rotterdam gaan op vakantie naar IJsland. Wanneer Inge en Hanna als toeristen naar IJsland gaan, is er dan voor IJsland sprake van import of van export?
A
Dit is export, want er gaat geld vanuit het buitenland naar IJsland.
B
Dit is export, want er gaat geld vanuit IJsland naar het buitenland.
C
Dit is import, want er gaat geld vanuit het buitenland naar IJsland.
D
Dit is import, want er gaat geld vanuit IJsland naar het buitenland.
Slide 32 - Quiz
Nederland heeft een open economie. Wanneer heeft een land een open economie?
A
Als er in een land in verhouding veel import en veel export is.
B
Als er in een land in verhouding veel import en weinig export is.
C
Als er in een land in verhouding weinig import en veel export is.
D
Als er in een land in verhouding weinig import en weinig export is.
Slide 33 - Quiz
Op de betalingsbalans van Mongolië stond een exportwaarde van $ 4,91 miljard en het land importeerde voor $ 3,33 miljard. Bereken het saldo op de betalingsbalans van Mongolië in 2017. Was er sprake van een overschot of tekort?
Slide 34 - Open question
Niet alle import in Nederland is bestemd voor Nederland. Er is ook sprake van wederuitvoer. Noem één reden waarom Nederland geschikt is als doorvoerland naar de rest van Europa.
Slide 35 - Open question
Afsluiting
Slide 36 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
Het onderscheid tussen import en export uitleggen.
De betekenis van wederuitvoer uitleggen.
De redenen om te importeren en exporteren benoemen.
De betekenis van de betalingsbalans uitleggen.
Het importpercentage en exportpercentage berekenen.
De gevolgen van een open economie en gesloten economie uitleggen.