Jong en oud - 7 nivellering en denivellering

Les 7
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 7

Slide 1 - Slide

LESDOELEN - hoofdstuk 3
•    uitleggen hoe de inkomensverdeling genivelleerd en gedenivelleerd kan worden.
•    verschillende belastingstelsels onderscheiden en beschrijven.
•    met behulp van het gemiddelde heffingstarief of belastingtarief bepalen welk belastingstelsel wordt toegepast.
•    de gevolgen beschrijven van verschillende soorten belastingstelsels, zoals progressief, proportioneel en degressief, voor de netto-inkomens met gebruikmaking van de termen gemiddeld belastingtarief, marginaal belastingtarief, aftrekposten (vóór belastingheffing) en heffings¬kortingen (ná belastingheffing).


Slide 2 - Slide

TERUGBLIK 
Huiswerk was maken 3.1 t/m 3.5. 
Gezamenlijk vraag 3.4 nakijken.

Slide 3 - Slide

3.4.a Verklaar waarom de heffingskorting van Evelien groter is dan die van haar baas.

Slide 4 - Open question

3.4.b Bereken de inkomensheffing die haar baas moet betalen. (Alleen eindantwoord invullen)

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

INSTRUCTIE

Slide 7 - Slide

Nivellering en denivellering
Nivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding  kleiner.
Denivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding steeds groter.

Zorgt het Nederlandse belastingstelsel voor (de)nivellering?

Slide 8 - Slide

Progressief stelsel
Door een progressief belastingstelsel is er sprake van nivellering
Dit betekent dat de inkomensverschillen relatief kleiner worden; dit komt omdat de rijkere mensen in procenten meer belasting betalen dan de arme mensen waardoor het verschil in bruto inkomen groter is dan het verschil in netto inkomen

Slide 9 - Slide

Zorgt de hypotheekrenteaftrek voor nivellering of denivellering?

Slide 10 - Open question

Zorgen heffingskortingen voor nivellering of denivellering?

Slide 11 - Open question

Gemiddeld tarief & marginaal tarief

Het gemiddelde belastingtarief is het belastingbedrag als percentage van je bruto inkomen.
Het marginale tarief is het percentage belasting wat je over je laatst verdiende euro betaalt. Meestal is dit hetzelfde als het percentage belasting dat je moet betalen wanneer je een euro extra verdient. (Alleen wanneer je dan net van schijft verandert, kan dit anders zijn.)

Slide 12 - Slide





Klaasen heeft een bruto inkomen van € 70.000 en een belastbaar inkomen van € 60.000.

Belastingbedrag is: 25% van 15.000 + 35% van 35.000 + 50% van 10.000 = € 21.000

Het marginaal tarief is 50% en het gemiddeld tarief is 21.000 / 70.000 x 100 = 30%

Slide 13 - Slide

Draagkrachtbeginsel
Draagkrachtbeginsel ‘de sterkste dragen de zwaarste lasten’.
→ mensen met meer inkomsten betalen in verhouding meer.

progressieve belasting → draagkrachtbeginsel

Slide 14 - Slide

BEGELEID OEFENEN/ ZELFSTANDIG
Samen met de leerlingen van de basis, intensieve of afbuigende leerlijn: Maken opdracht 3.6

Huiswerk:
B&I: 3.6 t/m 3.10
P&C: 3.6 t/m 3.9

Slide 15 - Slide

EVALUATIE
•    uitleggen hoe de inkomensverdeling genivelleerd en gedenivelleerd kan worden.
•    verschillende belastingstelsels onderscheiden en beschrijven.
•    met behulp van het gemiddelde heffingstarief of belastingtarief bepalen welk belastingstelsel wordt toegepast.
•    de gevolgen beschrijven van verschillende soorten belastingstelsels, zoals progressief, proportioneel en degressief, voor de netto-inkomens met gebruikmaking van de termen gemiddeld belastingtarief, marginaal belastingtarief, aftrekposten (vóór belastingheffing) en heffings¬kortingen (ná belastingheffing).

Slide 16 - Slide