BS2 Bacteriën, virussen en schimmels

BS2: Bacteriën, virussen en schimmels
V4
Thema 4
Evolutie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BS2: Bacteriën, virussen en schimmels
V4
Thema 4
Evolutie

Slide 1 - Slide

Lees onderstaande tekst:

Rode kool (Brassica oleracea var. rubra), Witte kool (Brassica oleracea var. alba), Groene kool (Brassica oleracea var. virida) en Zwarte mosterd (Brassica nigra) horen samen met Radijs (Raphanus sativus) tot een grotere groep, de Kruisbloemigen (Cruciferae).

Hoeveel verschillende genera (geslachten) worden er genoemd?
Hoeveel verschillende soorten worden er genoemd?

Slide 2 - Open question

Witte kool (Brassica oleracea var. alba) en Groene kool (Brassica oleracea var. virida) zijn soortgenoten.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Maak gebruik van BINAS 94A

Het Mesozoïcum was het tijdperk waarin de dinosauriers de aarde domineerden.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Maak gebruik van BINAS 94A

In het Cambrium ontstonden de eerste landplanten.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
  1. Je kent het onderscheid tussen prokaryoot en eukaryoot
  2. Je kunt een prokaryoot organisme herkennen
  3. Je weet welke domeinen behoren tot de prokaryoten
  4. Je kent de algemene kenmerken van prokaryoten
  5. Je kent de algemene opbouw van een virus

Slide 6 - Slide

Zelfstandig aan de slag!
- Lees BS2.
- Vul begrippenlijst aan.

Slide 7 - Slide

3 domeinen
- bacterien
- archebacterien
- eukaryoten

5 of 6 rijken
- (eu)bacterien
- archebacterien
- protisten 
- planten
- schimmels
- dieren

Slide 8 - Slide

Wat is de definitie van de term: prokaryoot?

Slide 9 - Open question

Welke rijken behoren tot de prokaryote organismen?
A
bacteriën en planten
B
bacteriën en archaea
C
bacteriën, archaea en schimmels
D
bacteriën

Slide 10 - Quiz

Archaea


- veel overeenkomsten met bacteriën
- extremofiel: leven voornamelijk onder extreme omstandigheden (diep in de zee, bij een geothermische bron, zwavelput etc)
- hoofdzakelijk anaeroob
- primitief

Slide 11 - Slide

Bacterien
- celonderdelen: BINAS 79A
- veel meer biodiversiteit dan bij Archaea
- ongeslachtelijke voortplanting
- zeer klein
- circulair DNA 
- geen membraangebonden organellen (Golgi, ER, chloroplasten en mitochondriën)
- WEL een celwand

Slide 12 - Slide

Voortplanting bij prokaryoten
ongeslachtelijk
mitotische celdelingen
wel: DNA replicatie
niet: vorming van een spoelfiguur

onder optimale condities zeer hoge delingssnelheid: om de 20 minuten

Slide 13 - Slide

Geef voorbeelden van optimale condities voor snelle bacteriele groei

Slide 14 - Mind map

Snel en handig genetische informatie uitwisselen: plasmiden
Extrachromosomaal
Circulair
Dubbelstrengs
Nuttige genen die snel selectievoordeel opleveren (oa antibiotica resistentie)
ZEER nuttig in de bioindustrie

Slide 15 - Slide

Uitwisseling van genen bij bacteriën
Conjugatie
  • uitwisseling van plasmiden tussen soortgenoten
Transformatie
  • opnemen van plasmiden uit het milieu

Slide 16 - Slide

Virussen
Domein: -
Rijk: -

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Virussen zijn niet ingedeeld in een domein en rijk. Om welke reden is dit?

Slide 19 - Open question

Globale opbouw van een virus (BINAS 77A en 77B)
nucleïnezuur
- DNA of RNA
- enkel- of dubbelstrengs
eiwitmantel/capside
- spike-eiwitten
-
soms een envelop
- koolhydraten
- eiwitten

Slide 20 - Slide

Virale reproductie: ALTIJD afhankelijk van gastheercel
DNA-virus
RNA-/retrovirus

Slide 21 - Slide

Huiswerk
  1. Maak opdr.  14 t/m 25
  2. Optioneel: opdracht 26 t/m 28

Slide 22 - Slide