De kleurencirkel

• Tekenen
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

De kleurencirkel

Leerdoel

• Aan het eind van deze les weet je wat de primaire en secundaire kleuren zijn.
• Aan het einde van deze les kun je met de kleuren rood, geel en blauw de secundaire en tertaire kleuren mengen.
• Aan het eind van deze les weet je wat verhelderen en verdonkeren is. 
  
• Aan het einde van de les weet je wat verzadigde en onverzadigde kleuren zijn.
  
• Aan het eind van de les kun je wat vertellen over warme en koude kleuren

Kleurenleer

Een kleurencirkel is een manier om zichtbaar te maken hoe de primaire kleuren, secundaire kleuren en tertiaire kleuren in elkaar overlopen.

• Johannes Itten ontwikkelde deze kleurencirkel in 1930. Het is samengesteld uit 12 zuivere kleuren.

                        In de cirkel vinden we de drie primaire kleuren:
                        geel, rood (magenta) en blauw (cyaan)

                                 De secundaire kleuren, die ontstaan door
                                 2 primaire kleuren te mengen: oranje, paars en groen.

                           En de tertiaire kleuren die ontstaan door een primaire kleur te mengen
                           met een secundaire kleur: geeloranje, roodoranje, roodpaars,
                           blauwpaars, blauwgroen, geelgroen.

Warme & Koude kleuren

warme kleuren:

• zijn warm en gezellig
• lijken dichterbij
• vormen een contrast met koude kleuren

koude kleuren:

• zijn koel en rustig
• lijken verder weg
• vormen een contrast met warme kleuren

Wat weten we van de kleurencirkel

De primaire kleuren zijn?

1. rood,groen en blauw
2. blauw, geel en rood
3. groen,paars en oranje
4. blauw, oranje en geel

Met geel en rood meng je?

1. Groen
2. Bruin
3. Paars
4. Oranje

Met groen en blauw meng je?

1. glauw
2. groen
3. blauwgroen
4. geelgroen

Met rood en blauw meng je?

1. paars
2. oranje
3. groen
4. bruin

Met blauw en geel meng je?

1. Paars
2. Oranje
3. Bruin
4. Groen

Met oranje en geel meng je?

1. geeloranje
2. roodoranje
3. rood
4. oranje

Praktische opdracht

De theorie hebben we nu gehad. Nu ga je aan de slag met kleur.