hoofdstuk 4 een wereld van verschil

H4 Ontwikkeling: Arm & Rijk
                                                                       §1 t/m 4
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4 Ontwikkeling: Arm & Rijk
                                                                       §1 t/m 4

Slide 1 - Slide

1

Slide 2 - Video

02:37
Kijk naar het filmpje, waaraan herken je de armoede in een land als Haiti?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Ontwikkelingslanden
Rijke geindustrialiseerde landen 

Slide 5 - Slide

Armoedegrens 
Hoeveel geld je minimaal nodig hebt op een dag om jezelf te voorzien in je basisbehoeften 
(eten, kleren, dak boven je hoofd).  


Slide 6 - Slide

In welk land ligt de armoedegrens het hoogst?
A
Nederland
B
Haiti

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Koopkracht 


Hoeveel je in een land kunt kopen voor 1 euro of dollar. 

Slide 9 - Slide

In welk land is de koopkracht het grootst?
A
Nederland
B
Japan
C
India
D
Zwitserland

Slide 10 - Quiz

Er bestaat een verband tussen de armoedegrens en de koopkracht in landen. Leg dit verband uit.

Slide 11 - Open question

Hoe hoger de koopkracht in een land,
hoe lager de armoedegrens in een land. 

Slide 12 - Slide

Welzijn
Welvaart
Hoog BBP/hoofd
Naar school gaan
Voldoende voedsel kunnen kopen
Toegang tot zorg
Op vakantie kunnen
Een auto hebben

Slide 13 - Drag question

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 14 - Drag question

Meten van welvaart
1. Bruto Binnenland Product per hoofd (bbp/hoofd)
alles wat in een jaar in één land word verdiend gedeeld door het aantal inwoners
2. het welzijn (levensverwachting, koopkracht, alfabetiseringsgraad)
3. de verdeling van de beroepsbevoking

Slide 15 - Slide

twee soorten ongelijkheid
sociale ongelijkheid = grote verschillen in welvaart tussen groepen mensen
regionale ongelijkheid = grote verschillen in welvaart en welzijn tussen gebieden

Slide 16 - Slide

Welke vorm van ongelijkheid zie je hier?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid

Slide 17 - Quiz

Formele en informele sector

  • Arme landen
  • Landbouw en industrie sector het grootst 
  • Geen officeel werk 
  • Betalen geen belasting
  • Rijke landen
  • Diensten sector het grootst
  • Betalen belasting
  • Officeel werk
 

Slide 18 - Slide

1

Slide 19 - Video

01:16
wat is een voorbeeld van een halffabricaat?
A
ijzererts
B
ijzer
C
fiets

Slide 20 - Quiz

globalisering
proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden

Slide 21 - Slide

Wat is niet 1 van de 3 oorzaken voor globalisering?
A
De wereld 'krimpt' door sneller transport en communicatie
B
Bedrijven ontwikkelden zich tot MNO, en werden in meerdere landen actief
C
Landen openden hun grenzen voor internationale handel
D
Na de tweede wereldoorlog konden het oosten en het westen weer goed met elkaar omgaan

Slide 22 - Quiz

zelf aan de slag
maken deel 2
als er goed gewerkt word filmpje of spelletje aan het einde
veel succes allemaal

Slide 23 - Slide