‘Alle begin is moeilijk, maar goed begonnen is half gewonnen. Ik heb dus wel even mijn hoofd gebroken om op een goede manier deze les te starten. Is het jou al opgevallen dat mensen vaak niet echt zeggen wat ze bedoelen? Om de haverklap hoor je woorden en zinnen die kant noch wal raken. Een half oor is zeker niet genoeg om te weten waarover het gaat.’
Slide 2 - Slide
Wat is je opgevallen aan wat ik net zei?
Slide 3 - Slide
Welke soort taal heb ik veel gebruikt?
Slide 4 - Slide
Wat is de andere vorm van taal?
Slide 5 - Slide
Wat is precies het verschil?
Slide 6 - Slide
Letterlijk
Je bedoelt een uitspraak precies zoals je het zegt. (Feitelijk)
Figuurlijk
Je bedoelt een uitspraak niet precies zoals je het zegt. Je bedoelt iets anders. (Niet feitelijk, bij wijze van spreken)
Slide 7 - Slide
Effe checkke
Slide 8 - Slide
Slaperige beer
letterlijk of figuurlijk?
Slide 9 - Slide
Slaperige beer
letterlijk of figuurlijk?
je ziet echt een slaperige beer
Slide 10 - Slide
letterlijk of figuurlijk?
Jarno Hams is een beer van een vent.
Slide 11 - Slide
letterlijk of figuurlijk?
hij niet echt een beer
Jarno Hams is een beer van een vent.
Slide 12 - Slide
letterlijk of figuurlijk?
tafelvoetbal
Slide 13 - Slide
letterlijk of figuurlijk?
we voetballen niet op de tafel
tafelvoetbal
Slide 14 - Slide
‘Alle begin is moeilijk, maar goed begonnen is half gewonnen. Ik heb dus wel even mijn hoofd gebroken om op een goede manier deze les te starten. Is het jou al opgevallen dat mensen vaak niet echt zeggen wat ze bedoelen? Om de haverklap hoor je woorden en zinnen die kant noch wal raken. Een half oor is zeker niet genoeg om te weten waarover het gaat.’
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wat hebben de zinnen die onder elkaar staan gemeen?
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
-start telkens met een hoofdletter
-eindigt telkens met een leesteken
==> volledige zin
Slide 19 - Slide
-start telkens met een hoofdletter
-eindigt telkens met een leesteken
==> volledige zin
spreekwoord
Slide 20 - Slide
-start telkens met een hoofdletter
-eindigt telkens met een leesteken
==> volledige zin
-
Slide 21 - Slide
-start telkens met een hoofdletter
-eindigt telkens met een leesteken
==> volledige zin
-groepje woorden + werkwoord
-werkwoord kan vervoegd worden
Slide 22 - Slide
-start telkens met een hoofdletter
-eindigt telkens met een leesteken
==> volledige zin
-groepje woorden + werkwoord
-werkwoord kan vervoegd worden
uitdrukking
Slide 23 - Slide
- start telkens met een hoofdletter
- eindigt telkens met een leesteken
==> volledige zin
- groepje woorden + werkwoord
- werkwoord kan vervoegd worden
- groepje woorden
- geen werkwoord
Slide 24 - Slide
- start telkens met een hoofdletter
- eindigt telkens met een leesteken
==> volledige zin
- groepje woorden + werkwoord
- werkwoord kan vervoegd worden
- groepje woorden
- geen werkwoord
Gezegde
Slide 25 - Slide
p. 144
Slide 26 - Slide
p. 143
Vul individueel in.
Slide 27 - Slide
Correctie p. 143
Slide 28 - Slide
Zet nu onder de kolom over wat het gaat:
spreekwoord, uitdrukking of gezegde.
spreekwoord uitdrukking gezegde
Slide 29 - Slide
OPDRACHT:
Je krijgt van de leerkracht een kaartje met daarop een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde.
Plaats jouw kaartje op de juiste plaats op het bord.
Per rij gaat 1 leerling naar voor, als de leerling uit jouw rij terugkomt, mag de volgende vertrekken.
Lesson duration is: 50 min
