2.6 Vorsten met macht

Hoofdstuk 2: De Gouden Eeuw
2.6 Vorsten met macht
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: De Gouden Eeuw
2.6 Vorsten met macht

Slide 1 - Slide

11

Slide 2 - Video

01:26
De koning van Frankrijk was Lodewijk de 14e. Hoe schrijf je de 14e?
A
XIII
B
XIV
C
XV
D
XVI

Slide 3 - Quiz

01:50
Lodewijk XIV noemde zichzelf de zonnekoning, omdat ...
A
... hij zichzelf als het middelpunt van de wereld vond, zoals de zon het middelpunt van het heelal is.
B
... hij de maan te klein vond. De zon was groot en machtig, net zoals hij.
C
... hij zijn rijk zo groot en machtig vond, dat de zon er nooit onder ging.
D
... hij warmte uitstraalde over de bevolking.

Slide 4 - Quiz

02:27
Wat betekent absolute macht?
A
Dat de koning de macht deelt met een parlement
B
Dat er een democratie is
C
Dat de koning alleen alle macht heeft
D
Dat er een dictator is

Slide 5 - Quiz

03:26
Waarom vertrouwde Lodewijk de edelen (nobility) niet?
A
Ze kwamen in opstand omdat ze meer macht wilden
B
Ze hadden de vader van Lodewijk vermoord
C
Ze wilden niet samenwerken met de ministers
D
Ze hadden Frankrijk failliet gemaakt

Slide 6 - Quiz

05:25
Waarom liet Lodewijk zo'n enorm groot paleis bouwen met veel prachtige kunst en dure spullen?
A
Om te laten zien hoe rijk en machtig hij was
B
Omdat de Franse burgers graag een mooi paleis wilden
C
Lodewijk had het paleis gekregen van zijn vader
D
Omdat hij alle ruimte nodig had voor zichzelf

Slide 7 - Quiz

06:37
Waarom moesten alle edelen bij Lodewijk XIV in Versailles komen wonen?
A
Zo hij niet eenzaam zou zijn
B
Zo hij ze goed in de gaten kon houden
C
Omdat Frankrijk overbevolkt was en er geen plek meer was elders voor de edelen
D
Omdat hij dat gezellig vond

Slide 8 - Quiz

06:56
Waarom gaf Lodewijk XIV zoveel feestjes op Versailles?
A
Om de edelen tevreden te houden, zo kwamen ze niet in opstand
B
Omdat hij feestjes geven heel erg leuk vond
C
Omdat hij geld teveel had
D
Door feestjes te geven kon hij meer geld verdienen

Slide 9 - Quiz

08:36
Waarom was het leven in Versailles niet fijn?
A
Iedereen roddelde over elkaar
B
Er waren geen wc's, dus iedereen poepte en plaste overal in het paleis
C
Mensen gingen nooit onder de douche of in bad, dus ze stonken
D
Er waren veel vlooien en luizen

Slide 10 - Quiz

10:18
Waarom raakte het geld op in Frankrijk?
A
Er was een economische crisis
B
De koning gaf teveel dure feestjes
C
De oorlogen kostten veel geld
D
De Franse edelen verdienden te weinig geld

Slide 11 - Quiz

12:03
Wat gebeurde er als de burgers in opstand kwamen tegen de belastingverhoging?
A
De koning maakte de belasting weer lager
B
De edelen gingen nu ook belasting betalen
C
De opstand werd bloedig neergeslagen
D
De gewone burgers deden niets

Slide 12 - Quiz

12:03
Wie moesten er belasting betalen in Frankrijk?
A
De koning
B
De ministers
C
De edelen
D
De gewone burgers

Slide 13 - Quiz

2.6 Vorsten met macht
De Zonnekoning

Slide 14 - Slide

Van wanneer tot wanneer is de 17e eeuw?
A
1600-1700
B
1700-1800

Slide 15 - Quiz

De meeste landen in Europa waren in de 17e eeuw een monarchie. Wat betekent dat?
A
Het volk is de baas
B
Een koning is de baas
C
Een president is de baas
D
Een dictator is de baas

Slide 16 - Quiz

Hoe heette de koning van Frankrijk in de 17e eeuw?
A
Karel de Grote
B
Napoleon I
C
Frans III
D
Lodewijk XIV

Slide 17 - Quiz

Waar woonde Lodewijk XIV?
A
In Parijs
B
In Lourdes
C
In Versailles
D
In Lyon

Slide 18 - Quiz

Bestuur van Frankrijk

  • Lodewijk XIV zat al vanaf zijn 6e op de troon

  • Hij vertrouwde niemand en werd alleenheerser

  • Ook daarna vertrouwde hij de hoge adel niet en verliet hij Parijs voor Versailles



Slide 19 - Slide

Absolutisme
  • Lodewijk XIV is een goed voorbeeld van absolutisme
  • = 1 persoon heeft alle macht

  • Frankrijk was een monarchie
  • = een koning is de baas

Slide 20 - Slide

Paleis van Versailles: 4800 bedienden en 1200 adelijke gezinnen

Slide 21 - Slide

Waarom heet Lodewijk XIV ook wel de Zonnekoning?
A
Hij scheen net zo fel als de zon door al zijn juwelen.
B
Hij was het zonnetje in huis.
C
Hij was het middelpunt, net als de zon.
D
Hij deed mee aan een balletvoorstelling waarin hij de zon was.

Slide 22 - Quiz

Zonnekoning

  • Het was heel bijzonder wanneer je in de buurt mocht zijn van Lodewijk XIV

  • De adel moest aanwezig te zijn bij zijn alle feesten die Lodewijk XIV gaf

  • Dit leidde tot de bijnaam Zonnekoning, zoals de zon het centrum van ons zonnestelsel is, zo was Lodewijk het centrum van Frankrijk...

    Slide 23 - Slide

    Zelf aan de slag:
    Lezen blz. 45 + 46 (Koningen willen meer macht + Lodewijk XIV krijgt absolute macht)

    Maken opdrachten op het papier

    Slide 24 - Slide

    2.6 Vorsten met macht
    De Zonnekoning

    Slide 25 - Slide

    Hoe heette de koning van Frankrijk in de 17e eeuw?
    A
    Karel de Grote
    B
    Napoleon I
    C
    Frans III
    D
    Lodewijk XIV

    Slide 26 - Quiz

    Waarom heet Lodewijk XIV ook wel de Zonnekoning?
    A
    Hij scheen net zo fel als de zon door al zijn juwelen.
    B
    Hij was het zonnetje in huis.
    C
    Hij was het middelpunt, net als de zon.
    D
    Hij deed mee aan een balletvoorstelling waarin hij de zon was.

    Slide 27 - Quiz

    De belangrijkste minister van de koning, minister van financiën Colbert.

    Colbert wilde Frankrijk beter maken en liet daarom allemaal wetenschappers naar Frankrijk komen.  

    Slide 28 - Slide

    Colbert wilde met Frankrijk 2 dingen bereiken: 

    1. de Fransen moesten meer geld verdienen. 
    2. Belastingen ophalen moest beter gaan. 
     

    Slide 29 - Slide

    Het beleid van minister Colbert was succesvol. Frankrijk werd rijker maar toch gaf de koning de nieuwe inkomsten snel weer uit. Lodewijk XIV luisterde niet naar de adviezen van Colbert om minder geld aan hofhouding en oorlogen te besteden. De koning beslist in zijn eentje: absolute macht! 

     

    Slide 30 - Slide

    De gevolgen van Lodewijk XIV:

    1. Adel had niks meer te zeggen 

    2. Kunst en cultuur gestimuleerd

    3. En wie moest dat betalen? De Derde Stand = de gewone burgers



    Slide 31 - Slide

    Wie was Colbert?
    A
    Minister van Handel
    B
    Eerste minister
    C
    Minister van Financiën
    D
    Lodewijks moeder

    Slide 32 - Quiz

    Op welke twee manieren wil colbert zorgen dat het financieel beter gaat met Frankrijk
    A
    Belastingen moet omhoog
    B
    Frankrijk moet meer geld verdienen
    C
    Het innen van belasting moet beter gaan
    D
    Er moet meer gehandeld worden met andere landen

    Slide 33 - Quiz