6vwo H5.1 Herhaling aarde: circulatiesystemen

6 vwo Herhaling Aarde
H5.1 Circulatiesystemen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6 vwo Herhaling Aarde
H5.1 Circulatiesystemen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke circulatiesystemen zijn er?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Soorten circulatiesystemen
  • Stralingsbalans 
  • Atmosferische circulatie
  • Oceanische circulatie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

De stralingsbalans
  • Inkomende straling: Kortgolvig
  •  Uitgaande straling: Langgolvig
Broeikas effect:
  • Zonder het broeikas effect te koud op aarde
  • Versterkt broeikaseffect slecht doordat de warmte gevangen wordt

Slide 5 - Slide

tekening
De stralingsbalans
Betekenis: de stralingsbalans is het dynamisch evenwicht tussen de in- en uitstraling. 
De hoeveelheid straling die het aardoppervlak bereikt hangt af van 3 factoren:
  • de dichtheid van het wolkendek
  • de breedteligging op aarde
  • de lengte van de dag en de zonnestand gedurende de dag
Algemene regel: Hoe witter het oppervlak van de aarde hoe meer straling terugkaatst

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opgave 1
Opgave 3 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Wet van Buys Ballot: Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Corioliseffect
Door de draaiing van de aarde ontstaat er een afwijking in de luchtstromen.
  • Op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts
  • Op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links

Slide 11 - Slide

tekenen Buys Ballot met corioliseffect
Passaten en Moessons
  • Een passaat is een wind die vanuit een                                                       subtropisch hogedrukgebied naar de evenaar                                                     waait.
  • ITCZ is het lagedrukgebied rondom de evenaar.                                                     Deze verschuift omdat de zon niet altijd recht                                                             boven de evenaar staat
  • Een moesson is een wind die halfjaarlijks van                                                   richting veranderd

Slide 12 - Slide

tekening itcz en verandering van windrichting over de evenaar

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Oceanische circulatie
  1. Koude en warme zeestromen
  2. Thermohaliene circulatie 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Koude en warme zeestromen
Zeestromen worden veroorzaakt door de wind en vinden plaats aan de oppervlakte van het water
  • warme zeestromen komen van lage breedte
  • koude zeestromen komen van hoge breedte
Algemene regel: hoe kouder de zeestroom, hoe hoger het drukgebied EN des te minder vocht de lucht bevat
(en andersom)


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Thermohaliene circulatie
Zeestromen op de zeebodem veroorzaakte door:
  • Temperatuur (Thermo)
  • zout gehalte (haliene) 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Diepwaterpomp
Systeem thermohaliene circulatie
  1. Warm water verdampt en stroomt naar een koud gebied
  2. Het water koelt af, en wordt zouter
  3. Het water wordt zwaar, zakt naar de bodem van de oceaan en stroomt langzaam weg
  4. Het water warmt weer op en het proces herhaald zich

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Oceanische circulatie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Quiz
pak je telefoon erbij voor wat vragen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Examenopgave
timer
10:00

Slide 22 - Slide

maken en bespreken
De stralingsbalans hangt niet af van?
A
dichtheid wolken
B
land-zee verdeling
C
breedteligging
D
daglengte

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke soort straling straalt de zon uit?
A
Kortgolvig
B
Langgolvig

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de wet van Buys Ballot?
A
Wind waait van een lagedrukgebied naar een hogedrukgebied
B
Wind waait van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt het corioliseffect veroorzaakt?
A
Door het botsen van luchtstromen
B
Door het verplaatsen van lage drukgebieden
C
Door het draaien van de aarde om zijn as
D
De ITCZ

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Een moesson is een wind...
A
die naar een hoge druk gebied waait
B
die elk half jaar van richting verandert (rond de evenaar)
C
die helemaal rond de aarde waait
D
die elk jaar van richting verandert (rond de evenaar)

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

De thermohaliene circulatie en de zeestromen vormen samen de oceanische circulatie
A
goed
B
fout

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

De thermohaliene circulatie en diepwaterpomp worden aangedreven door de wind
A
goed
B
fout

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat drijft de thermohaliene circulatie aan?
A
convectiestromen
B
de wind
C
verschillen in zoutgehalte en temperatuur van het zeewater
D
verschillen in zoutgehalte van het zeewater

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

In de zomer komt er vanuit Groenland een...
A
warme zeestroom
B
koude zeestroom

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Paragraaf 5,1 Circulatiesystemen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions