Brief uitleg en oefenen

1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bij de brief
A
Zet je de datum rechts en de rest links
B
Zet je alles tegen de linker kantlijn
C
Mag je een stuk openlaten en in het midden beginnen
D
Mag je links of rechts uitlijnen

Slide 2 - Quiz

De juiste manier om de datum te noteren is
A
21-10-20
B
21 October 2020
C
The Hague, 21 Novembre
D
The Netherlands, 2020

Slide 3 - Quiz

De juiste aanhef als je niet weet naar wie je schrijft is
A
Dear Mister/ Miss,
B
Dear Sir/Madam
C
Dear sir/ madam,
D
Dear Sir/Madam,

Slide 4 - Quiz

Welke aanhef kan echt niet bij een zakelijke brief
A
Dear Johnny
B
Dear Sir /Madam,
C
Hey Johnny
D
Dear lady

Slide 5 - Quiz

Hoe geef je een nieuwe alinea aan
A
inspringen
B
witregel

Slide 6 - Quiz

Afkortingen zoals don't/ I'm/ we've
A
mogen niet in de brief
B
mogen wel in de brief

Slide 7 - Quiz

Een goede brief bestaat uit minimaal
A
2 alinea's
B
3 alinea's
C
dat maakt niets uit
D
5 alinea's

Slide 8 - Quiz

afsluiting brief

Slide 9 - Mind map

Onder Yours faithfully of Yours sincerely komt:
A
je naam in blokletters
B
je handtekening
C
hartjes en groetjes
D
xxxxx

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Schrijfvaardigheid oefenen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Vraag hoe het met hem / haar gaat.

Slide 14 - Open question

Vertel dat je op Manhattan bent met familie.

Slide 15 - Open question

Vertel dat het je favoriete plaats is.

Slide 16 - Open question

Vertel dat je er erg goed bezienswaardigheden kunt bekijken

Slide 17 - Open question

Vertel dat je favoriete restaurant naast het vrijheidsbeeld staat

Slide 18 - Open question

Vraag wat zijn/haar favoriete plek is en waarom

Slide 19 - Open question

Vertel dat er binnenkort een leuke band / artiest bij jou in de buurt komt en jij kaartjes hebt!
(Verzin zelf wie er optreedt en met wie je gaat)

Slide 20 - Open question

Vraag of hij/zij zo snel mogelijk wil reageren.

Slide 21 - Open question

Tips schrijfvaardigheid
  • Is Engels lastig? Schrijf dan eerst je zin in het Nederlands op.
  • Maak een kladversie! Een echte versie waarin is gekrast kost punten!
  • Neem een woordenboek mee! Ned-Eng. Je mag niet delen.
  • Denk aan de Engelse woordvolgorde: 
    Wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide