herhaling bs 3

Functies wortels
- Opnemen van water en voedingsstoffen
- Vastzetten in de grond
- Opslaan van reservevoedsel

1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Functies wortels
- Opnemen van water en voedingsstoffen
- Vastzetten in de grond
- Opslaan van reservevoedsel

Slide 1 - Slide

Functies stengels
- Stevigheid
- Transport van stoffen

Slide 2 - Slide

Vaatbundels 
  • Zorgen voor transport in (zaad)planten
  • Een groepje vaten; lange buisjes die van de wortels tot aan de bladeren lopen
  • 2 soorten vaten:
      Houtvaten       Bastvaten

Slide 3 - Slide

Wortels
Nemen water op via wortelharen
Dit water moet naar de rest van de plant
Het vervoeren van dit water 
noemen we transport
Dit gaat via vaatbundels

Slide 4 - Slide

Houtvaten
Bastvaten

Slide 5 - Slide

Houtvaten                Bastvaten

Slide 6 - Slide

Wat is de stroomrichting in bastvaten?
A
Vanuit bladeren naar andere delen van de plant
B
Vanuit de wortels omhoog

Slide 7 - Quiz


Wat is de stroomrichting van een houtvat?
A
Van boven naar beneden.
B
Van beneden naar boven.
C
Zowel van boven naar beneden als van beneden naar boven.
D
Verschillend per houtvat.

Slide 8 - Quiz

Wat vervoeren de houtvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 9 - Quiz

Bastvaten vervoeren
A
water met glucose vanuit de bladeren naar de andere plantendelen
B
water en mineralen vanuit de wortels richting de bladeren

Slide 10 - Quiz

Huiswerk was 11, 12, 13, 14, 16, 17 en 18.
Pak je boek erbij en geef aan welke vragen je moeilijk vond.

Slide 11 - Open question

  • Wortelharen: nemen water en mineralen op uit de bodem.
  • Vaten liggen in wortels aan de binnenkant, in stengels aan de buitenkant
  • Vaten lopen door in bladeren in de nerven

Slide 12 - Slide

Water tegen zwaartekracht in door zuiging / verdamping
en worteldruk

Slide 13 - Slide



oorzaak 1


 zuiging bladeren
verdamping huidmondjes

aanvulling houtvaten in blad --> nerven
aanvulling houtvaten in nerven --> stengels
aanvulling houtvaten in stengels --> wortels

Dus eigenlijk 'vragen' de cellen steeds water van de cel die eronder ligt!


oorzaak 2

worteldruk 
wortels 'persen' water omhoog
 
bij teveel water verschijnen er 
druppels bij de  bladeren
vanwege weinig verdamping

komt minder vaak voor 

Hoe komt het water naar boven, tegen de zwaartekracht in?

Slide 14 - Slide

Wat is de functie van een wortelhaar?
A
Geeft stevigheid aan de plant.
B
Geeft warmte aan de plant.
C
Beschermt de plant tegen vraat.
D
Neemt water en mineralen op.

Slide 15 - Quiz

Waardoor kan het water tot boven in de boom worden vervoert, tegen de zwaartekracht in?
A
door de zuigkracht van de bladeren
B
door de worteldruk
C
door de zuigkracht van de bladeren en de worteldruk

Slide 16 - Quiz

II. Het transport van water, dat een boom uit de grond heeft opgenomen, stopt als de boom zijn bladeren laat vallen. Welke kracht valt weg door het ontbreken van de bladeren?
A
zuigkracht
B
worteldruk

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

1.3 Fotosynthese en verbranding

Slide 20 - Slide

Verbranding:
Brandstof + zuurstof   ---->   water  + koolstofdioxide + energie
(glucose)   
           

Slide 21 - Slide

Stofwisseling
Verbranding:
Glucose + zuurstof   ---->   water  + koolstofdioxide + energie

Fotosynthese:
water + koolstofdioxide + energie (licht) --> glucose + zuurstof
           

Slide 22 - Slide

Stoffen waaruit organismen bestaan
Organische stoffen
- in levende en dode natuur
- vaak groot en ingewikkeld
- energierijk
- voorbeelden: koolhydraten, vetten, eiwitten
Anorganische stoffen
- in levende/dode natuur, ook in levenloze natuur
- vaak klein en simpel
- energiesrm
- voorbeelden: ijzer, zuurstof, water

Slide 23 - Slide

Stofwisseling
Verbranding:
Glucose + zuurstof   ---->   water  + koolstofdioxide + energie

Fotosynthese:
water + koolstofdioxide + energie (licht) --> glucose + zuurstof
           
organisch (energierijk)
anorganisch
anorganisch
organisch (energierijk)

Slide 24 - Slide

Verbrandingsreactie van verbranding in elke cel van het lichaam:


.......1........ + zuurstof ==> ……………2………….. + …………3…….……….. + …………4…………
(verbrandingsproducten)

A
1: water 4: energie
B
1: koolstofdioxide 4: water
C
1: glucose 4: energie
D
1: glucose 2: water

Slide 25 - Quiz

Wat is de fotosynthesereactie?
A
zuurstof+water--> glucose+koolstofdioxide
B
zuurstof+glucose--> water+koolstofdioxide
C
water+koolstofdioxide --> zuurstof+glucose
D
zuurstof+koolstofdioxide--> water+glucose

Slide 26 - Quiz

Welke van deze stoffen is anorganisch?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten
D
mineralen

Slide 27 - Quiz

Wat is geen organische stof?
A
Glucose
B
Eiwit
C
Water
D
Vet

Slide 28 - Quiz

Anorganische stoffen zijn
A
Energie rijk
B
Energie arm
C
Worden gevormd door fotosynthese
D
Zijn voedingsstoffen

Slide 29 - Quiz

Organische stoffen zijn
A
energierijk
B
energiearm

Slide 30 - Quiz

Fotosynthese
Verbranding
vindt plaats in bladgroenkorrels
maakt energie vrij uit glucose
water + co2 + licht --> glucose + zuurstof
glucose + zuurstof --> water + co2 + energie

Slide 31 - Drag question

Anorganisch
Organisch
energiearm
energierijk
komt ook voor in levenloze natuur
komt alleen voor in levende/dode natuur
glucose
water

Slide 32 - Drag question