P2 L4

Leerdoel
  • Je kunt regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
  • Je kunt vragen beantwoorden die betrokken zijn op een tekst die je leest.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoel
  • Je kunt regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
  • Je kunt vragen beantwoorden die betrokken zijn op een tekst die je leest.

Slide 1 - Slide

Antworten A6
1. heißt 
2. Macht
3. Spielt
4. feiern
5. kauft
6. tanzt
7. schwimmt
8. reite
9. gehen
10. benutzt
Antworten A7
1. Gehen / ins / Kino
2. Macht / Sport
3. Singt
4. sehe / fern
5. spielt / Fußball
6. sitzt
7. schreibe
8. fahre / Fahrrad
9. reist
10. lesen

Slide 2 - Slide

Antworten A8
1. spielt / Tennis
2. kauft
3. Lest
4. Bist
5. bestellt
6. reiten
7. höre / Musik
8. chatten
9. spielen
10. macht
Antworten A9
1. fragen - gefragt
2. kaufen - gekauft
3. reservieren - reserviert
4. spielen - gespielt
5. turnen - geturnt
6. tun - getan
7. gehen - gegangen
8. fahren - gefahren
9. schreiben - geschrieben
10. schwimmen - geschwommen

Slide 3 - Slide

Antworten A10
1. Hat / organisiert
2. Habt / gefeiert
3. haben / ferngesehen
4. Hast / gelesen
5. Hat / reserviert
6. Ski gefahren
7. geschwommen
8. haben / gegeben

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Het voltooid deelwoord (Partizip)
Zwakke ww:
ge+stam+t

  • hören -> gehört
  • machen -> gemacht

Slide 9 - Slide

Het voltooid deelwoord (Partizip)
ww op -ieren 
stam + t

  • fotografieren -> fotografiert
  • trainieren -> trainiert

Slide 10 - Slide

Het voltooid deelwoord (Partizip)
sterke ww
-> onregelmatig. Je moet ze dus leren.

  • tun - getan
  • fahren - gefahren
  • gehen - gegangen
  • schwimmen - geschwommen
  • schreiben - geschrieben

Slide 11 - Slide

Aufgabe
  • Machen: Vervoeg de volgende werkwoorden voor alle persoonlijke voornaamwoorden. Schrijf ook het voltooid deelwoord op. "schreiben, reisen, spielen, kaufen, bestellen"
  • Mit wem? Je mag zachtjes overleggen met je buurman
  • Zeit: 10 Minuten
  • Fertig? Lernliste Niederländisch - Deutsch "D" I-II-III lernen (Seite 143)
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Aufgabe
  • Lesen: Textbuch, Seite 27
  • Machen: Arbeitsbuch, Seite 73-74, Aufgabe 2
  • Mit wem? Alleine
  • Zeit: 20 Minuten
  • Fertig? Lernliste Niederländisch - Deutsch "D" I-II-III lernen (Seite 143)
timer
20:00

Slide 16 - Slide