Examentraining Bloed

Paragraaf 8.1 Bloed


Bloed
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Paragraaf 8.1 Bloed


Bloed

Slide 1 - Slide

Waaruit bestaat bloed?
Bloedplasma:
Vocht in het bloed met als taak het vervoeren van voedingsstoffen en afvalstoffen

Bloedcellen:
rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 2 - Slide

Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof door je lichaam
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Hemoglobine is een rode kleurstof in de rode bloedcellen

Slide 3 - Slide

Witte bloedcellen
  • Bestrijden ziekteverwekkers        
  • Witte bloedcellen type 1:      Eten de ziekteverwekkers op (vreetcellen)
  • Witte bloedcellen type 2:    Maken afweerstoffen (antistoffen)

Slide 4 - Slide

Bloedplaatjes
  • Zorgen dat wondjes dichtgaan. 
  • In de fibrinedraden blijven rode bloedcellen hangen.
  • Dit heet bloedstolling

Slide 5 - Slide

Rode beenmerg
  • Bloedcellen zijn na een paar maanden versleten
  • Je lichaam maakt dus constant nieuwe bloedcellen aan
  • Dit gebeurt in het rode beenmerg

Slide 6 - Slide

Transport via bloedplasma
Bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam. De stoffen zijn opgelost in het bloedplasma

Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 7 - Slide

Transport via rode bloedcellen

  • Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
  • Dit gebeurt met behulp van hemoglobine
  • Zuurstof bindt zich vast aan de hemoglobine en laat ergens anders weer los.

Slide 8 - Slide

Opname en afgifte van gassen in het bloed

Slide 9 - Slide

Verbranding

Slide 10 - Slide

Voldoende glucose
Tijdens het sporten gaat het glucosegehalte in het bloed omlaag.

Aanvullen vanuit de 'reserves' namelijk: glycogeen.

Hormonen: Adrenaline & Glucagon zetten het glycogeen om in glucose.

Voldoende zuurstof
De ademhaling versnelt, zodat je voldoende zuurstof kan opnemen en alle koolstofdioxide kan afstaan.


Slide 11 - Slide

Bloed stroomt

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
(r)hart-long-(l)hart

Grote bloedsomloop
(l)hart-lichaam-(r)hart


(l)= linker harthelft
(r)= rechter harthelft

Slide 15 - Slide

Kleine bloedsomloop
  • rechterkamer
  • longslagader
  • longhaarvaten
  • longader
  • linkerboezem

Functie: zuurstofarm bloed zuurstofrijk maken.
Grote bloedsomloop
  • linkerkamer
  • aorta
  • heel het lichaam
  • holle ader
  • rechterboezem

Functie: organen van zuurstof voorzien.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Het hart
Een pomp met 4 ruimtes (2 boezems en 2 kamers)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Bloeddruk

Slagaders - hoge druk en
hoge stroomsnelheid.

Haarvaten - Bloeddruk en stroomsnelheid nemen geleidelijk af.

Aders - bloeddruk laag, stroomsnelheid neemt toe.


Slide 23 - Slide

Hartproblemen
  • Slagaderverkalking kransslagader
  • Dotteren
  • Bypass
  • Hartinfarct

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Rond je cellen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Afweersysteem witte bloedcellen (thema 7.4)

Slide 29 - Slide

Uitscheidings-
organen

Slide 30 - Slide

Thema 7.2

Slide 31 - Slide

Thema 7.3

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

oefenen via biologiepagina.nl
Kies:
  • vmbo-tl Examen
  • vmbo-kader Examen
  • vmbo-bb Examen

Kies thema bloedsomloop
Maak de oefentoets

Slide 34 - Slide