Les 8, SO bespreken + RTTI (23-08) H1A

PW ch.5 pakken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

PW ch.5 pakken

Slide 1 - Slide


Zorg dat je tafel leeg is -> toets bespreken
Aujourd'hui, c'est lundi
H1A

Slide 2 - Slide

VLOG:
- Daan (verkeerde video ingeleverd)
- Dewi (vlog opnieuw maken en inleveren)

Uiterlijk vandaag moet het ingeleverd zijn -> cijfers moeten ingevoerd zijn voor de vergaderingen.

Slide 3 - Slide

Le programme:
- SO bespreken
- RTTI -> PW ch.5
- Au travail

Slide 4 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les...
1) heb je RTTI online ingevuld
2) heb je gereflecteerd op de toets door middel van RTTI

Slide 5 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 6 - Slide

SO bespreken:
Vragen? Stel ze na het bespreken?

Geen vragen? Geef de toets door naar voren en start je laptop op.

Slide 7 - Slide

RTTI invullen:
Aantal punten per opdracht:
Ex. 1 = 7,5 punten
Ex. 2 = 5 punten
Ex. 3 = 5 punten
Ex. 4 = 10 punten
Ex. 5 = 7,5 punten
Ex. 6 = 5 punten
(40 punten totaal)
Klaar met invullen? Geef een reflectie voor FA of ander vak, ga leren voor de bio toets / huiswerk maken.
Let op!!! Voor de opdracht staan de fouten!! Dit trek je dus van het totaal aantal punten van de opdracht af.
In RTTI noteer je namelijk de punten.

Slide 8 - Slide

LET OP!!! Op de toets staan vooraan de fouten en op RTTI moet je per opdracht de punten invullen.

Slide 9 - Slide

Au travail / Blooket

Optie 1 = Werken aan ander vak
Optie 2 = Meedoen met Blooket (welke onderwerp?)

Slide 10 - Slide

Les devoirs (huiswerk):

Slide 11 - Slide

Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 2B, 4, 6ABC en 7A
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Temps (tijd)? Tot het einde van de les
Prêt (klaar)? Apprendre vocabulaire A (Slim stampen)

Slide 12 - Slide

Parler en français:
  • Comment tu t'appelles? Je m'appelle ...............
  • Tu as quel âge? J'ai ................. ans
  • Tu habites où? J'habite à ...............
  • C'est quoi? C'est ...............
  • Qu'est-ce que tu aimes faire?
Tijdens het Frans spreken luisteren we naar elkaar en lachen we elkaar nooit uit!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide