7.1 Groeifactor

1 / 30
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Lesdoelen

  • Je weet wat exponentieel verband is...
  • Hoe je een exponentieel verband herkent
  • Hoe  je dit kunt toepassen
  • Hoe je een groeifactor kunt berekenen
  • Je kent de formule voor Exponentieël verband

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bij een exponentieel verband hoort
een groeifactor van 5,4.
A
De hoeveelheid neemt toe.
B
De hoeveelheid neemt af.

Slide 6 - Quiz

Bij een exponentieel verband hoort
een groeifactor van 0,3.

A
De hoeveelheid neemt toe.
B
De hoeveelheid neemt af.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Hoeveel besmettingen zijn er in de tweede ronde?
A
10
B
23
C
53
D
86

Slide 9 - Quiz

Hoeveel besmettingen zijn er in de zevende ronde?
A
1480
B
2124
C
3405
D
2960

Slide 10 - Quiz

Hoeveel besmettingen zijn er na 4 rondes geweest?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Wat is het reproductiegetal (groeifactor) tussen
850 en 1684 besmettingen?
Rond af op twee decimalen.

Slide 13 - Open question

Wat is het reproductiegetal (groeifactor) tussen
1684 en 3000 besmettingen?
Rond af op twee decimalen.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Bij welke tabel is er sprake van een lineair verband?
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

Maak bij deze tabel een formule.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Exponentieel verband
- Formule:
- Grafiek: vloeiende kromme

Slide 25 - Slide

Exponentieel verband  en %
De standaard formule voor een exponentieel verband:
Exponentieel verband gaat vaak over rente of zielige diertjes.
Let goed op hoe je moet afronden! 
uitkomst=begingetalgroeifactortijd

Slide 26 - Slide

Exponentieel verband?
Stel de formule op voor de onderstaande tabel. 
S
0
1
2
3
5
6
T
10
30
90
270
810
2.430

Slide 27 - Slide

Laura stort €500 op een spaarrekening. Zij zet het geld voor 10 jaar 'vast'. De bank geeft haar ieder jaar 4% rente. De rente wordt elk jaar bijgeschreven op haar rekening. Bereken de factor bij 4% rente.

Slide 28 - Open question

Laat met een berekening zien dat na zes uren nog ongeveer 7,83 liter lucht in de ballon zit.
(inhoud was 10L , afname 4% per uur)

Slide 29 - Open question

Jannet heeft € 880, - op een spaarrekening staan. De bank geeft 0,3% rente. Bereken de rente na 8 maanden

Slide 30 - Open question