H1: paragraaf 3 t/m 5

Programma
  • 10 min. lezen
  • Terugblik vorige les
  • Verder met theorie
  • Aan het werk
timer
1:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
nMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programma
  • 10 min. lezen
  • Terugblik vorige les
  • Verder met theorie
  • Aan het werk
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Terugblik les
  • Wat is het verschil tussen een gewone vraag en een levensvraag?
  • Geef een voorbeeld van een gewone vraag.
  • Geef een voorbeeld van een levensvraag.
  • Wat is levensbeschouwing?
  • Wat houdt een bestaanservaring in?
  • Hoeveel groepen levensvragen kennen we en noem deze op?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Aan het einde van de les heb je geleerd:

- wat een standpunt is;

- wat een zinvraag is;

- welke soorten levensbeschouwingen er zijn.

Slide 3 - Slide

Levensvragen binnen het vak
  • Jullie weten nu hoeveel levensvragen er zijn.
  • Ieder levensvraag gaat over een stukje van het leven.
  • Mensen proberen antwoorden te vinden op de vragen: dit wordt een standpunt genoemd.
  • Een ander woord voor standpunt is: mening.
  • Er zijn verschillen in standpunten; niet iedereen denkt hetzelfde.
  • Op elke levensvraag kunnen dus verschillende antwoorden gegeven worden.

Slide 4 - Slide

Menselijk samenleven
  • Ieder mens is anders, maar we leven met elkaar samen.
  • Het menselijk samenleven kan verdeeld worden in twee dingen:

1. in het klein;

2. in het groot.

Slide 5 - Slide



  • Praten over belangrijke dingen in het leven
  • Bijvoorbeeld met:

- een vriend/vriendin;

- je ouders;

- in de klas;

- buren.


  • Gaat het om groepen mensen die elkaar of anderen duidelijk maken wat ze belangrijk vinden in het leven.


  • Gezamenlijke levensbeschouwing

} mensen in een kerk

} mensen in een moskee

} mensen in een tempel

  • A.d.v. verhalen, gesprekken, meditatie, zingen, rituelen, etc.
Samenleven in het klein
Samenleven in het groot

Slide 6 - Slide

De zin van het leven
  • We hebben geleerd dat levensbeschouwing verschillende vragen stelt en je kijkt op het leven.
  • Alle levensvragen die gesteld worden kun je samenvatten in één grote vraag, namelijk de zinvraag.
  • Levensbeschouwing gaat over de zin van het leven.


Slide 7 - Slide

Wat is 'zin'?
  •  'Zin': levensbeschouwing gaat over de zin van het leven..(nut)
  • Je denkt van zin of onzin is van bepaalde ideeën of handelingen.



Slide 8 - Slide

Soorten levensbeschouwing
  • Er zijn twee soorten levensbeschouwing

1. Persoonlijk

2. Gemeenschappelijk

Slide 9 - Slide



  • Bij persoonlijk levensbeschouwing gaat het om één persoon.
  • Jijzelf



  • Bij een gemeenschappelijke levensbeschouwing gaat het om een levensbeschouwing van een groep mensen.

- het christendom

- de islam

- het jodendom


De groep die in hetzelfde geloven, geven dezelfde antwoorden op levensvragen.

Persoonlijk
Gemeenschappelijk

Slide 10 - Slide

Wel of geen God?
  • Sommige mensen geloven in God.
  • Er zijn ook mensen die niet in God geloven.
  • Mensen die in God geloven, hebben een godsdienstige levensbeschouwing.
  • Mensen die niet in God geloven, hebben een niet-godsdienstige levensbechouwing.

Slide 11 - Slide

Godsdienstig | niet-godsdienstig
  • Niet-godsdienstige mensen worden atheïsten genoemd.
  • Atheïsten

}Volgens hen is de mens het belangrijkste, niet God.


  • Mensen die in god geloven, worden theïsten genoemd.
  • Mensen die twijfel of God wel bestaat, worden agnosten genoemd.

Slide 12 - Slide

Aan het werk...

Opdracht 1, 4, 5, 6, 7, 8, en 9

  • z-route opdracht 1, 4

 Opdracht 11, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 26, 27, 28, 29, 30

  • Z-route opdrachten:

7, 9, 10, 12, 14, 16, 17



timer
1:00

Slide 13 - Slide