What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Herhalingsles voor PTA H 3 en 4
Herhaling voor PTA
H 3 en H 4
1 / 47
next
Slide 1:
Slide
Gezonde dieren
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
This lesson contains
47 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling voor PTA
H 3 en H 4
Slide 1 - Slide
Wat moet ik leren?
H 3 en H 4 Boek Teams
Werkboek
Antwoorden Teams
Power Points Teams
Slide 2 - Slide
3.1
Welke levensfasen, bij dieren, ken je allemaal?
Slide 3 - Mind map
Verschillende fasen in het leven van een dier
Inprentingsfase
Opfok
Productie
Ouderdom
3.1
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Wat is een nestvlieder?
3.1
3.1
Slide 6 - Open question
Wat is een nestblijver?
Slide 7 - Open question
Een paard is een...
A
Nestblijver
B
Nestvlieder
Slide 8 - Quiz
Een muis is een...
A
Nestblijver
B
Nestvlieder
Slide 9 - Quiz
Verschillende fasen in het leven - Inprentingfase
Inprentingfase;
3.1
- In deze fase heb je de meeste invloed als moeder en als verzorger.
Slide 10 - Slide
Wat is de inprentingsfase?
A
De periode waarin dieren leren wat goed en fout is
B
De beginperiode waarin je een dier veel kunt leren
C
De periode waarin een dier veel groeit
D
De periode waarbij het jong zijn moeder verlaat
Slide 11 - Quiz
3.1
Wat zijn productiedieren?
Slide 12 - Mind map
Productiedieren
Afmesten
: het vee voorafgaand aan de
slacht met behulp van voeding extra gewicht
krijgt en goed bevleesd raakt met de juiste
vetaanzet;
Lactatieperiode
: de tijd dat een dier
melk geeft.
3.1
Slide 13 - Slide
3.1 Wat is de lactatieperiode?
A
De periode dat een dier geen melk geeft
B
De periode dat een dier melk geeft
Slide 14 - Quiz
Verschillende fasen in het leven - Oudersdom
Oudersdom
3.1
Slide 15 - Slide
De behoeften van een dier
Onderhoudsvoer;
Productie (prestatie) voer;
- Voer met extra water;
- Voer met extra energie;
- Voer met extra eiwitten.
3.2
- Primaire levensbehoeften:
Ademen, bewegen, temperatuur, stofwisseling, hart en bloedsomloop
Extra water
- Voor het zuiveren van het lichaam en afvoeren van afvalstoffen;
- Voor warmte regeling;
- Voor de bloeibaarheid van het bloed;
- Voor transport van voedingsstoffen;
- Voor het stofwisselingsproces;
- Als bescherming tegen schokken;
- Als glijmiddel;
- Voor melkkoeien
- Voor zogende dieren
Extra energie
- Voor dieren die stopsport bedrijven;
- Voor dieren die zwaar werk verrichten.
Extra eiwitten
- Voor opgroeiende dieren;
- Voor drachtige dieren.
Slide 16 - Slide
Staltemperatuur
De staltemperatuur is belangrijk voor de voeropname:
3.2
-
Bij een te lage temperatuur
eet het dier meer omdat het
zich warm moet houden
(bewaring van warmte);
- Bij een te hoge temperatuur
eet het dier minder omdat het
warmte kwijt wilt (afvoeren van
warmte).
Slide 17 - Slide
Onderhoudsvoer is belangrijk voor:
A
De werking van organen en beweging. Ook voor de opbouw en het onderhoud van het lichaam.
B
De werking van organen en om op hoog niveau te kunnen presteren.
Slide 18 - Quiz
3.3 Waar of niet waar:
Elk dier heeft dezelfde voedingsbehoefte?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
3.3 Tijdens de lactatieperiode geeft de koe geen melk
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
De staltemperatuur is belangrijk voor opname voeding
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Energierijke voedingsstoffen zijn zout, vet en calcium
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Welzijn van het dier
Welzijn:
5 Vrijheden van Brambell
Vrij van dorst, honger en onjuiste voeding
Vrij van fysiek en thermaal ongerief
Vrij van pijn, verwonding en ziektes
Vrij van angst en chronische stress
Vrij om zijn natuurlijk gedrag te vertonen
3.3
- Dit is de kwaliteit van het leven van een dier.
Slide 23 - Slide
Optimale omgevingstemp.
3.3
Kleine knaagdieren
13-23
Konijn
15-19
Kat
18-22
Hond
15-21
Roodwang schildpad
20-30
Rund
5-15
Geit
5-20
Schaap
0-15
Paard
-5-25
Varken
21-26
Temperaturen zijn in graden Celcius
Slide 24 - Slide
Verrijkingsmateriaal
Stereotiep gedrag:
Verrijkingsmateriaal
3.3
- Vreemd gedrag dat zich steeds herhaald op dezelfde manier;
- Ontstaat door stress en verveling.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
3.3
Kun je stereotiep gedrag tegen gaan? Zo ja hoe?
Slide 28 - Mind map
3.5 Waar of niet waar:
Stereotiep gedrag ontstaat door verveling en stress
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quiz
3.5 Waar of niet waar:
Verrijkingsmateriaal zorgt vaak voor stress
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quiz
3.5 Waar of niet waar:
Als een dier zijn voer zelf moet zoeken, verveelt het zich minder.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
3.5 Waar of niet waar:
Stereotiep gedrag komt alleen voor in de dierentuin
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quiz
Geslachtskenmerken
Man en vrouw;
Primair of secundair
3.4
Man
Vrouw
Breder gebouwd
Smaller gebouwd
Feller gekleurd
Camouflage
Penis, ballen
Vulva
Gedrag dominant
Gedrag rustig
Meer haar
Minder haar
Slide 33 - Slide
Geslachtskenmerken
3.4
Slide 34 - Slide
Geslachtsgemeenschap
Geslachtsgemeenschap is paren;
Bronstgedrag en baltsgedrag;
Konijnen bij paring eisprong.
3.4
Geit
Spils
Paard
Hengstig
Koe
Tochtig
Hond
Loops
Slide 35 - Slide
11 maanden
150 dagen
65 dagen
3 maanden, 3 weken en 3 dagen
28 dagen
63 dagen
9 maanden
150 dagen
Slide 36 - Drag question
Draagtijd
3.4
Paard
11 maanden
Schaap
150 dagen
Geit
150 dagen
Konijn
28 dagen
Varken
3 maanden 3 weken
3 dagen
Koe
9 maanden
Kat/hond
63 dagen
Cavia
65 dagen
Slide 37 - Slide
Hanteren
Het dier op de juiste manier vasthouden
Fixeren
Het dier zo vast houden dat het geen kant mee op kan
Houtgreep
Dierenarts
Slide 38 - Slide
20 schapen verplaatst je van weide door
A
ze allemaal een halster om te doen
B
opdrijven naar de andere weide
C
Achteraan rennen
D
lokken met een emmer brokjes
Slide 39 - Quiz
400 schapen verplaatst je van weide door
A
ze allemaal een halster om te doen
B
opdrijven naar de andere weide met een schapenhond
C
Achteraan rennen
D
lokken met een emmer brokjes
Slide 40 - Quiz
Slide 41 - Video
Uiterlijke Kenmerken
Signalement
G = Geslacht
H = Hoogte Schoft
R = Ras
O = Ouderdom leeftijd
K = kleur
A = Aftekeningen
Slide 42 - Slide
Gebruiksdoelen
Slide 43 - Slide
Aan het exterieur van een dier kun je veel zien Roofdieren herken je bijvoorbeeld aan hun..........................
Het exterieur houdt ook verband met het .......................... van een dier.
Nachtdieren hebben ............................... om in het donker te leven.
Melkoeien hebben ................................
Scherpe klauwen
Lange manen
Gebruiksdoel
Temperament
Lange staarten
Grote pupillen
Veel vlees
Een grote uier
Slide 44 - Drag question
Vlees koe
Melk koe
Slide 45 - Slide
Aftekeningen
Slide 46 - Slide
Exterieur
Slide 47 - Slide
More lessons like this
Herhalingsles voor PTA H 3 en 4
2 days ago
- Lesson with
47 slides
Gezonde dieren
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Gezonde dieren - Hoofdstuk 3 Levensfasen van productiedieren
August 2023
- Lesson with
50 slides
Gezonde dieren
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Gezonde dieren - Hoofdstuk 3 Levensfasen van productiedieren
March 2024
- Lesson with
39 slides
Gezonde dieren
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Gezonde dieren - Hoofdstuk 3 Levensfasen van productiedieren
January 2023
- Lesson with
46 slides
Gezonde dieren
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Gezonde dieren - Hoofdstuk 3 Levensfasen van productiedieren
April 2023
- Lesson with
47 slides
Gezonde dieren
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
GZD les 12 : Hoofdstuk 3
January 2023
- Lesson with
25 slides
gezonde dieren
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
3.1 + 3.2 + 3.3 Levensfasen en (omgevings)behoeften
January 2023
- Lesson with
13 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Les 5
September 2021
- Lesson with
30 slides
Kostprijs-4
Tertiary Education