2hva 29-1-2024 Grammatica - werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen:
  • Huiswerk bespreken H2 GR (opdrachten 3 en 4)
  • Uitleg theorie H3 GR (blz. 88)
  • Evt. huiswerk maken
Huiswerk 5 februari
H3 GR (blz. 88-89)
Maken: opdrachten 1 t/m 4 

H4 GR (blz. 118-119)
Maken: opdrachten 1 t/m 4

Leren: theorie H1 en H2 GR

Slide 2 - Slide

Bespreken huiswerk
H2 GR (blz. 59) opdrachten 3 en 4

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link





Na deze lessen kun je
  • onderscheid maken tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.
Doel

Slide 5 - Slide

Aantekeningen maken
H3 GR blz. 88.
 
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?

Slide 6 - Slide

H3 GR (blz. 88)
werkwoordelijk gezegde (wg): zegt wat iemand doet.
naamwoordelijk gezegde (nw): zegt wat iemand is (of wordt, blijft, lijkt).
kww + zelfst. nw of bijv. nw. => geeft een kenmerk of eigenschap van iemand.

Stappenplan om te ontdekken of je met een wg of ng te maken hebt.

Slide 7 - Slide

Stappenplan wg of ng

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat:
H3 GR (blz. 89)
Maak de opdrachten 1  en 2.
(in je schrift).

Hoe:
Met je buurman of buurvrouw.
(Zit je alleen, vraag dan aan mij naast wie je mag gaan zitten.)

Klaar?
Ga verder met opdrachten 3 en 4.
Als er nog tijd is bespreken we opdrachten 1 en 2 nog samen.




Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
1:00

Slide 10 - Slide






Je kunt 
onderscheid maken tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.
Doel

Slide 11 - Slide

Huiswerk 
maandag 5 februari

H3 GR (blz. 88-89)
Maken: blz 89 opdrachten 1 t/m 4

H4 GR (blz. 118-119)
Maken: blz 119 opdrachten 1 t/m 4
(in je schrift)

Leren:
theorie H1 t/m H4 GR + aantekeningen

Slide 12 - Slide