Quiz Bloemen, vruchten, zaden

Thema 5
Bloemen vruchten zaden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 5
Bloemen vruchten zaden

Slide 1 - Slide

1.De stamper is het vrouwelijk voortplantingsorgaan van een bloem.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

2. Insectenbloemen maken minder stuifmeelkorrels dan windbloemen.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

3. Bij windbloemen steken de stempels vaak buiten de bloemen uit.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

4. Uit een vruchtbeginsel ontstaat een vrucht.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

5.Vruchten zijn delen van planten. Vruchten kunnen gebruikt worden als voedingsgewas.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

6. Wanneer stuifmeelkorrels van een roos op de stamper van een tulp komen, noem je dat bestuiving.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

7. In de afbeelding geeft nummer 3 een mannelijk voortplantingsorgaan aan.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

8. In afbeelding 1 kan op plaats 2 bevruchting plaatsvinden.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

9. Een zaad bevat reservevoedsel voor een kiemplantje.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

10 In welke delen van bloemen zitten zaadbeginsels?
A
in de helmdraden
B
in de helmhokjes
C
in de stempels
D
in de vruchtbeginsels

Slide 11 - Quiz

11 Wat is de functie van deel P?
A
de bloemknop beschermen
B
eicellen vormen
C
insecten aanlokken
D
stuifmeelkorrels vormen

Slide 12 - Quiz

Deze afbeelding hoort bij de vragen 13 en 14 

Slide 13 - Slide

12 Bij welke pijl is er sprake van bestuiving?
A
pijl a
B
pijl b
C
pijl c
D
geen pijl

Slide 14 - Quiz

13 Welke bloem is, of welke bloemen zijn een insectenbloem? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
de bloemen van plant 1
B
de bloemen van plant 2
C
de bloemen van plant 3
D
geen

Slide 15 - Quiz

14 Welke uitspraak is juist?
A
De stempels van windbloemen zijn veervormig.
B
De stuifmeelkorrels van windbloemen zijn kleverig.
C
Windbloemen maken weinig stuifmeel.
D
Windbloemen zijn groot en opvallend gekleurd.

Slide 16 - Quiz

15 Uit welk deel (of uit welke delen) van een bloem is deel O ontstaan?
A
uit de bloembodem
B
uit de bloemsteel
C
uit een vruchtbeginsel
D
uit een zaadbeginsel

Slide 17 - Quiz

16. De afbeelding geeft een bloem van een grasplant weer.
Welk nummer geeft een helmknop aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz

17. In de afbeelding is een tak van een naaldboom getekend. Aan de tak hangt een kegel met zaden. Daarnaast zijn enkele zaden vergroot weergegeven. Hoe worden de zaden van deze naaldboom verspreid? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open question