LJ2 Nederlands 2.4-2.5 Grammatica/zinsontleding

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ2 2.4-2.5 Grammatica/Zinsontleding
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ2 2.4-2.5 Grammatica/Zinsontleding
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening LJ2
Pak je lesboek van Nederlands en open je boek op p. 72. 

Huiswerkcontrole 

Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Slide 3 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je de persoonsvorm in een zin vinden;
- kun je het bouwplan van een zin maken;
- kun je een gesplitst werkwoord in een zin herkennen;
- kun je het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in een         zin benoemen.

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm

Slide 5 - Mind map

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
Wat is heeft?
______
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 6 - Quiz

De persoonsvorm heeft drie kenmerken.

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
heeft
C
drie
D
kenmerken

Slide 7 - Quiz

Hij kon zich gedragen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Hij kon
B
zich gedragen
C
kon zich gedragen
D
kon

Slide 8 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin
B
Alle leestekens in een zin
C
Alle personen in een zin
D
Leestekens

Slide 9 - Quiz

Als onderwerp kozen ze pooldieren.
--> Wat is het werkwoordelijk gezegde in de bovenstaande zin?
A
Onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze

Slide 10 - Quiz

Ik leer het onderwerp te vinden.

Wat is het onderwerp?
A
Ik
B
leer
C
het onderwerp
D
vinden

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Verdeel de zin in zinsdelen:

Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 13 - Open question

Verdeel de zin in zinsdelen:

Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 14 - Open question

Verdeel de zin in zinsdelen:

De monteur controleert het toerental van de motor.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 17 - Open question

Wat is het werkwoordelijk in deze zin?

Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 18 - Open question

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 19 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 20 - Open question

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

De monteur controleert het toerental van de motor.

Slide 21 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

De monteur controleert het toerental van de motor.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Wat is het onderwerp in deze zin?

Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 24 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin?

Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 25 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin?

De monteur controleert het toerental van de motor.

Slide 26 - Open question

Splitsbare werkwoorden

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Is het volgende werkwoord splitsbaar?
Uitleggen
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Is dit woord een splitsbaar werkwoord?

veranderen
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
opsluiten
B
voortrekken
C
nadenken
D
allemaal splitsbaar

Slide 31 - Quiz

Welk werkwoord kan je opsplitsen (en is dus een splitsbaar werkwoord)?
A
Verblijven
B
Nakijken
C
Voetballen
D
Tekenen

Slide 32 - Quiz

Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
tegenwerken
B
nadenken
C
opdrinken
D
overdrijven

Slide 33 - Quiz

Welk woord is géén splitsbaar werkwoord?
A
opsluiten
B
voortrekken
C
nadenken
D
tekenen

Slide 34 - Quiz

Wat is de PV?

Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.

Slide 35 - Open question

Wat is het WWG?

Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.

Slide 36 - Open question

Wat is het ond.?

Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.

Slide 37 - Open question

Verdeel in zinsdelen.

Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.

Slide 38 - Open question

Hoeveel zinsdelen zijn er in deze zin?

Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.

Slide 39 - Open question

5. Begeleid inoefenen

Slide 40 - Slide

6. Zelfstandig werken LJ2
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op p. 72 t/m 74



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 41 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?
Heb je nog ergens hulp bij nodig?

Slide 42 - Slide