07a Wegen van overgave - islam - les 7a

Hoofdstuk 4: de islam wereldwijd
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: de islam wereldwijd

Slide 1 - Slide

In het museum staan ook islamitische voorwerpen. De islam is na het jodendom en het christendom het jongste monotheïstische geloof. Monotheïstisch betekent geloof in één God. Deze drie godsdiensten zijn aan elkaar verwant, omdat ze de persoon Abraham als aartsvader erkennen. Islamitische mensen noemen zichzelf moslims. Een moslim is iemand die gelooft dat God of ‘Allah’ de enige god is en dat de profeet Mohammed (1400 jaar geleden) de boodschappen van Allah aan de mensen heeft doorgegeven. Er leven op de hele wereld meer dan een miljard moslims. 

Lesdoelen
  • Je begrijpt de verdere geschiedenis na het overlijden van Mohammed. 
  • Je kunt de hoofdstromingen binnen de islam uitleggen t.w. soennieten, sji'ieten, alevieten etc. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Na Mohammeds dood
- Mohammed stierf in 632
- Opvolger Aboe Bakr (schoonvader) of Ali (neef)
- Aboe Bakr werd de opvolger (Kalief) en maakte in twee jaar met behulp van het leger heel Arabië Islamitisch
- Omar werd daarna Kalief en maakte Egypte, Palestina, Syrië en Perzië islamitsich.
- Oethman werd de derde kalief
- Ali werd in 656 kalief maar daar bleef veel weerstand tegen
- Verdeling tussen Sjiieten en Soennieten. Sjiieten vinden dat alleen familie van Mohammed, Mohammed kunnen opvolgen, Soennieten vinden dat degene die de taak het beste kan uitvoeren, Mohammed het best kan opvolgen.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Soennieten
90% 
Soenna (traditie) speelt belangrijke rol. Mohammed is een rolmodel
Gekozen bestuur
Imam is geestelijk leider (van moskee)
Alle delen van de wereld
Sjiieten 
10%
De wettige opvolger van de profeet moet familie zijn van Mohammed
Imam (ayatolla) is zowel geestelijk als opolitiek leider

Iran, Irak en Pakistan

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Soennieten versus Sji'ieten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Noem twee verschillen tussen de Soennieten en de Sjiieten

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

De twee hoofdstromingen in de islam zijn
A
Soennieten en sjiieten
B
Soennieten en wahabieten
C
Sjiieten en wahabieten
D
Soennieten en Jebusieten

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De kalief(en) volgens de Soennieten zijn/is
A
Abu Bakr
B
Omar
C
Othman
D
Ali

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De meeste moslims die nu in Europa zijn, zijn........
A
Sjiieten
B
Alawieten
C
Soennieten
D
Druzen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Soennieten en sjieten
Soennieten: 
  1. Meeste bekwame man volgt Mohammed op. 
  2. Het woord van de Profeet is leidend. 
  3. Mohammed is de enige leider. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Alevieten
  • Vrijzinnige moslims.
  • Religie is niet belangrijk.
  • Hebben geen moskee.
  • Lezen niet de koran.
  • Houden zich niet aan de 5 zuilen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Toets:
Toets: Leren hoofdstuk 1 t/m 3 helemaal en hoofdstuk 4 paragraaf 1.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoofdlijnen
1. Islam = onderwerping/overgave
2. Islam is een wereld religie, ook in Nederland bijvoorbeeld moskeeën.
3. Cultuur en religie met elkaar verweven
4. Belangrijke rituelen
5. De 5 zuilen
6. Geschiedenis van de islam en Mohammed
7. De koran
8. Na het overlijden van Mohammed

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld toetsvragen:
1.  Wat is het Arabische woord voor 'overgave'?
2. Wat is de Arabische vertaling van 'God is groot'?
3. Wat is de Nederlandse vertaling van het Arabische begrip 'Allah'?
4. In welke stad staat de Kaàba?
5. Noem drie van de grootste cultuurverschillen tussen de westerse cultuur enerzijds, en de oosters Arabische cultuur anderzijds.
6. Sommige mensen willen in hun leven graag een doel bereiken. Om dit te kunnen bereiken, moeten ze dingen die ze normaal erg leuk vinden even opzij zetten. Dat doen ze dan, omdat ze liever dat grote doel willen bereiken, en daar voor een tijdje wat leuke dingen voor opzij willen zetten.
a. Geef hiervan een voorbeeld van iemand die geen moslims is. 
b. Leg uit wat jouw voorbeeld te maken heeft met een moslim die de 5 zuilen naleeft. 

 


Slide 14 - Slide

This item has no instructions