1HVtsa avoir en passé composé

le programme
LESSON UP
- verbe avoir (herhalen)
- oefenen met Passé Composé 

DOSSIER ECRIRE
- noteren: 3 zinnetjes
- herhalen+leren: woorden van
hoeveelheid + delend lidw.
 Passé Composé
1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

le programme
LESSON UP
- verbe avoir (herhalen)
- oefenen met Passé Composé 

DOSSIER ECRIRE
- noteren: 3 zinnetjes
- herhalen+leren: woorden van
hoeveelheid + delend lidw.
 Passé Composé

Slide 1 - Slide


 Tu as regardé le film hier soir?


Slide 2 - Slide

tu as regardé
jij hebt gekeken


hebt = hulpwerkwoord
gekeken = voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

Jeux avec le verbe 'avoir'


bit.ly/wwhebben

Slide 4 - Slide

vocabulaire 

QUIZ

over appr. 1+2


Choisis la bonne traduction et

fais de ton mieux!

Slide 5 - Slide

télécharger
A
tv kijken
B
telefoneren
C
downloaden
D
opladen

Slide 6 - Quiz

le texto
A
de tekst
B
het sms'je
C
het verhaal
D
de link

Slide 7 - Quiz

de herinnering
A
le souvenir
B
la connection
C
le message
D
la souris

Slide 8 - Quiz

Welk woord past niet in het rijtje?
A
le timbre
B
le clavier
C
la carte postale
D
la lettre

Slide 9 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van
"avec" ?
A
plein
B
sans
C
accro
D
chargé

Slide 10 - Quiz

ik maak, ik doe
A
je vais
B
je suis
C
je fais
D
je vois

Slide 11 - Quiz

Vous ... les devoirs?
A
faites
B
faisez
C
faisons
D
font

Slide 12 - Quiz

Ma mère est habité à Bruxelles.
Nous avons chanter une chanson.
Les élèves ont visité le musée.
Je ne suis pas allé à la plage.
Elles sont donné un beau cadeau.
Je suis été en vacances en Espagne.
Vous avons regardé le film?
La dame a ne pas acheté un billet.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

het rijtje van AVOIR
WOORDWEB

Hoeveel vormen ken jij nog in het Frans?
Zet elke vorm (ow+pv) in een nieuw woordveld.

Slide 15 - Slide

AVOIR
(ow+pv)

Slide 16 - Mind map

COMBINE
il, elle, on
nous
vous
ils, elles
tu
j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 17 - Drag question

le passé composé
de voltooide tijd

HULPWERKWOORD + VOLTOOID DEELWOORD

ik heb gekeken
jij hebt gegeten
hij heeft gewoond 

Slide 19 - Slide

HULPWERKWOORD
= de persoonsvorm

je gebruikt vaak het werkwoord 'hebben'


wij hebben gezwommen - nous avons nagé

Slide 20 - Slide

VOLTOOID DEELWOORD
= maak je van het hele werkwoord

wij hebben gezwommen 

gezwommen komt van zwemmen : nager

nous avons nagé

Slide 21 - Slide

VOLTOOID DEELWOORD
WERKWOORDEN OP -ER

neem het hele werkwoord in het Frans:
bv   habiter
haal -er van het hele ww af
plak é achter de stam

Slide 22 - Slide

exemples
1 - tu as regardé la télé
2 - il a habité à Paris
 3 - nous avons mangé des frites
4 - ils ont dansé à la fête
5 - vous avez visité le musée

6 - il a pris le train

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

voltooid deelwoord van:
nager

Slide 25 - Open question

voltooid deelwoord van:
parler

Slide 26 - Open question

voltooid deelwoord van:
payer

Slide 27 - Open question

ik heb besteld
A
je suis commandé
B
j'ai fait commander
C
j'ai commandé
D
tu as commandé

Slide 28 - Quiz

wij hebben pizza gegeten
A
vous avez mangé une pizza
B
nous avons mangé une pizza
C
vous avons manger une pizza
D
je ne sais pas

Slide 29 - Quiz

vertaal:
Hij heeft het ijsje betaald.

Slide 30 - Open question

vertaal: (zie blz. 10)
Wij hebben de cola gekocht.

Slide 31 - Open question

Maak zelf een eigen Franse
zin met de passé composé.

Slide 32 - Open question

dossier écrire
3 zinnen op blz. 10 noteren:
je m'appelle
j'habite à
j'ai ... ans

Slide 33 - Slide

les devoirs
leren: woorden van hoeveelheid+
delend lidwoord (zie blz. 10 of StudyGo)
maken: werkboek blz. 85 opdr. 3 (puzzel)
had je blz. 84 al af?

Slide 34 - Slide