Teksten: tekstsoort, tekstdoel, tekstvorm en leesstrategieen

1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Geef voorbeelden van tekstdoelen (doelen van schrijvers)

Slide 2 - Open question

Geef voorbeelden van tekstsoorten

Slide 3 - Open question

tekstdoel + tekstsoort + tekstvorm
1. informeren = informatieve tekst - nieuwbericht, tijdschrift artikel
2. activeren = activerende tekst - reclametekst, folder
3.  overtuigen = betogende tekst - betoog (artikel)
4. amuseren = amuserende tekst - leesboek, songtekst
5. instrueren = instruerende tekst - handleiding, recept

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kijk en beantwoord
Kijk eerst naar de afbeelding.
Beantwoord daarna steeds de open vraag. 
Het gaat telkens om de TEKSTSOORT. Niet om de tekstvorm. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Onder welke tekstsoort valt deze afbeelding?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Onder welke tekstsoort valt deze afbeelding?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Onder welke tekstsoort valt deze afbeelding?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Onder welke tekstsoort valt deze afbeelding?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Onder welke tekstsoort valt deze afbeelding?

Slide 16 - Open question

Tekstvormen
en hun kenmerken

Slide 17 - Slide

Waar denk je aan bij een 'nieuwsbericht'?

Slide 18 - Open question

Nieuwsbericht
Objectief: zonder mening, vooral feiten.
4W+1H vragen: 
Wie is betrokken? Wat is er gebeurd?
waar en wanneer is het gebeurd?  Hoe is het gebeurd?


- de tekst is verdeeld in kolommen
- bovenaan het artikel staat vaak de naam van de schrijver.

Slide 19 - Slide

Kenmerken nieuwsbericht
- dikgedrukte kop ( titel )
- dikgedrukte of schuingedrukte inleiding
- de tekst is verdeeld in kolommen
- bovenaan het artikel staat vaak de naam van de schrijver.
- bij foto’s staat de naam van het persbureau of fotograaf.
- tekst begint vaak met een plaatsnaam.

Slide 20 - Slide

Waar kom je tegenwoordig advertenties tegen? Je mag meerdere voorbeelden geven.

Slide 21 - Open question

Advertentie/reclame
Een advertentie is een vorm van reclame.
Het doel: iemand overhalen om iets te doen.
( meestal iets kopen of gebruiken )
Kenmerken: - opvallend
- vaak een slogan: korte, krachtige zin die bij product past

Slide 22 - Slide

Wat is het tekstdoel van schoolboeken?
A
informeren
B
instrueren/overhalen/aansporen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 23 - Quiz

schoolboeken
De tekstsoort 'schoolboektekst' kom je elke dag tegen: in je schoolboeken.

 Het tekstdoel van een schoolboek is informeren.

Slide 24 - Slide

Kenmerken schoolboeken
In een schoolboektekst krijg je uitleg;
Er staan voorbeelden in;
Er staan vaak vragen bij over de tekst;
Bij de tekst staan plaatjes, foto’s en/of tekeningen;
Voor de kantlijn zie je vaak trefwoorden (niet bij elke schoolboektekst). 
Soms staan de trefwoorden dikgedrukt in de tekst of in een woordenlijst.

Slide 25 - Slide

Reclamefolder
Reclamefolder: overhalen om iets te kopen. 
- laten weten welke aanbiedingen er zijn.
- naam van de winkel.
- opvallend en kleurig.

Slide 26 - Slide

Informatiefolder
* Informatiefolder: op een snelle manier mensen informeren
- onderwerp staat erop.
- naam/logo van de instelling die informatie geeft.
- datum van uitgave. 

Slide 27 - Slide

Recensie
Recensie is een kritische bespreking van een
boek, film, spel, toneeluitvoering of een muziekuitvoering.
Een recensie is een subjectieve tekstsoort
( schrijver/recensent geeft zijn mening )

Slide 28 - Slide

Inhoud van een recensie
De volgende onderdelen komen aan bod:
- beschrijving van de film, boek, spel, enz.
- mening van de recensent
- argumenten om de mening te onderbouwen
- voorbeelden die helpen
- conclusie, recensent vat zijn hele mening samen
- kwaliteitsaanduiding ( bijvoorbeeld sterren )

Slide 29 - Slide

Wat is algemeen het tekstdoel van een column?

Slide 30 - Open question

Column
Korte, vlot geschreven tekst met een vaste plek in een krant, tijdschrift of website.
Columnist: schrijver van een column
Begint vaak met een pakkende openingszin.
Eindigt meestal met een oplossing of conclusie.
( heel duidelijk de mening van de schrijver )

Slide 31 - Slide

Artikel
*Het doel van een artikel is algemeen de lezers informeren
*maar soms ook amuseren (tijdschriftartikel),
*soms met de mening van de schrijver.
*De schrijver doet zijn best het geheel op te fleuren. (afbeelding, kleuren en kopjes gebruiken)

Slide 32 - Slide

Leesstrategieën 
Er volgen nu opdrachten over de manieren van lezen (hoe?) en de doelen van deze manieren van lezen (waarom?)

Slide 33 - Slide

Hoe lees je 'verkennend'?
Er zijn 2 antwoorden
A
Je leest de titel
B
Je leest de titel, de eerste zinnen en opvallende woorden
C
Je bekijkt de afbeelding
D
Je bekijkt de afbeelding en de bron

Slide 34 - Quiz

Wat is het doel van verkennend lezen?

Slide 35 - Open question

Hoe lees je 'zoekend'?
A
Je gaat scannen (gericht op zoek in de tekst)
B
Je bekijkt een inhoudsopgave, je let op deeltitels en opvallende woorden
C
Je leest de gehele tekst
D
Je zoekt op kernwoorden

Slide 36 - Quiz

Wat is het doel van zoekend lezen?

Slide 37 - Open question

Waarom lees je oriënterend?

Slide 38 - Open question

Hoe lees je oriënterend?
A
je leest de titel, de eerste zinnen, de tussenkopjes, het slot, opvallende tekstdelen en je bekijkt afbeeldingen
B
Je leest de titel en tussenkopjes/deeltitels
C
Je bekijkt alleen de tekst. Je leest niets.
D
Je leest van elke alinea de eerst en laatste regel

Slide 39 - Quiz

Wanneer lees je 'intensief'?

Slide 40 - Open question

Hoe lees je intensief?
A
Je leest aandachtig, maar niet alles.
B
Je leest aandachtig, woord voor woord.
C
Je leest opvallende tekstdelen
D
Je leest alleen de inleiding en het slot

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Link