Hoe weet je wat de schrijver wil met een tekst? - 41

Format 2
Hoe weet je wat de schrijver wil met een tekst?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Format 2
Hoe weet je wat de schrijver wil met een tekst?

Slide 1 - Slide

Planning
  • Doelen 
  • Uitleg
  • Opdracht(en)
  • Afsluiten 

Slide 2 - Slide

Doelen van de les
  • Je weet wat een informatietekst, een instructietekst, een betogende tekst en een overhalende tekst is. 
  • Je kunt de vier soorten teksten herkennen.

Slide 3 - Slide

Verschillende soorten teksten
Een schrijver schrijft een tekst met een bepaald doel, dat noem je een tekstdoel. Als je weet wat het tekstdoel is, kun je een tekst beter begrijpen.

Slide 4 - Slide

Informatietekst
Bijvoorbeeld
De schrijver wil je iets leren.
Een tekst in een geschiedenisboek.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Instructietekst
Bijvoorbeeld
De schrijver wil je uitleggen hoe je iets doet.
Een recept voor een appeltaart.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Betogende tekst
Bijvoorbeeld
De schrijver wil je overtuigen van zijn mening.
Een recensie van een boek.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Overhalende tekst
Bijvoorbeeld
De schrijver wil dat je iets doet, bijvoorbeeld dat je iets koopt.
Een folder van een kledingwinkel.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Opdrachten maken
Samen werken (les 41)

We maken opdracht 1, 2, 4 en 5 samen.

Daarna maak je opdracht 6 t/m 13 zelfstandig
Zelfstandig werken (les 41)

Je maakt opdracht 1, 2, 4 t/m 13 zelfstandig.

Klaar?
-> NUMO

Slide 15 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 16 - Mind map

Doelen van de les
  • Je weet wat een informatietekst, een instructietekst, een betogende tekst en een overhalende tekst is. 
  • Je kunt de vier soorten teksten herkennen.

Slide 17 - Slide