4.1 Wapengeweld wereldwijd

4.1 Wapengeweld wereldwijd
-15 min instructie
- 15 min opdrachten maken
- Nabespreken

- Telefoon in tas
- Chromebook + boek bij je





3 havo
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.1 Wapengeweld wereldwijd
-15 min instructie
- 15 min opdrachten maken
- Nabespreken

- Telefoon in tas
- Chromebook + boek bij je





3 havo

Slide 1 - Slide

Waarom zou ''Conflicten'' een hoofdstuk zijn in Aardrijkskunde?

Slide 2 - Open question

Lesdoelen 
  • Je weet waar gewapende conflicten in de wereld voorkomen.
  • Je begrijpt waardoor binnenlandse conflicten kunnen ontstaan. 
  • Je kunt samenhangen over conflicten ontdekken tussen atlaskaarten en met andere gegevens. 

Slide 3 - Slide

Strijdtoneel: waar, waarom en hoe?
  • Op de kaart van bron 5 staan de landen waar conflicten gaande zijn. Dit is bijv. in sub-Sahara Afrika, Islamitische wereld, maar waarom is dat zo?
  • Conflicten ontstaan waar een groep mensen macht uitoefent op een andere groep.

Conflicten worden meestal op verschillende manieren ingedeeld:




Slide 4 - Slide

We delen conflicten in bij de volgende 3 categorieën: 
- Geinternationaliseerd conflict


Binnenlands conflict


- Internationaal conflict
Een conflict waarbij, naar verloop van tijd het buitenland zich mee gaat bemoeien. Eerst niet internationaal, later wel.
Burgeroorlog en opstanden
Conflict tussen 2 landen

Slide 5 - Slide

We spreken van een gewapend conflict als er tenminste:
A
25 doden per maand zijn
B
50 doden per jaar zijn
C
25 doden per jaar zijn
D
50 doden per maand zijn

Slide 6 - Quiz

Het conflict in Syrië is een:
A
internationale conflict
B
binnenlands conflict
C
geïnternationaliseerd conflict
D
burgeroorlog

Slide 7 - Quiz

Weet je nog redenen voor het conflict in Oekraïne?

Slide 8 - Open question

Hoe trek je de grens?
  • Om een conflict te begrijpen moet je iets weten van de staatkunde. Een staat is een gebied met een grens eromheen. Binnen een staat gelden er wetten en regels waar mensen zich aan moeten houden. 

  • We spreken van een volk wanneer de mensen in een staat voelen dat ze bijelkaar horen




Slide 9 - Slide

Er zijn meer volkeren dan staten, deze volkeren hebben eigen belangen

Slide 10 - Slide

Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je een gebied waarbinnen een volk woont zonder officiële grenzen?
A
Enclave
B
Staat
C
Territorium
D
Strook

Slide 12 - Quiz

Grenzen ter discussie
- Grenzen zijn bedacht door machthebbers. Soms lopen ze dwars door een woongebied van volkeren (bijv. in Afrika).
- Hier zijn volkeren vaak niet mee eens, waardoor zij eisen voor separatisme:
de wens van een volk om zich af te schreiden van een staat. Hierbij spelen economie als cultuur (taal) een belangrijke rol.

- Bijv. de Oeigoeren in China. 

Slide 13 - Slide

Xinjiang
Woongebied van de Oeigoeren.

Slide 14 - Slide

Territorium
Separatisme
Geinternationaliseerd conflict
Binnenlands conflict
Sinds de dekolonisatie strijden bevolkingsgroepen met elkaar
Een lange strijd leidde tot de afscheiding v an Zuid-Sudan
Is er eenreden waarom de Koerden geen eigen land hebben?
Al vanaf 2011 zijn Amerikaanse troepen aanwezig in Syrië

Slide 15 - Drag question

Wat hoort bij wat?        
Internationaal conflict
Burgeroorlog
Regionaal conflict
Amerika valt Noord-Korea aan
IS is actief in Irak en Syrië
In Libië probeert men de regering om te leggen
Rusland verovert een deel van Georgië
In Colombia schiet het leger op demonstranten
De Mexicaanse drugsoorlog leidt tot spanningen in Texas
Oorlog in een buurland heeft invloed over de grens. Hier zijn dan ook meerdere landen bij betrokken.
Oorlog binnen één land, soms ook tegen de regering.
Oorlogen tussen landen. Soms twee, soms wat meer. Regering tegen regering!

Slide 16 - Drag question

Aan de slag
- Werk in tweetallen
- Pak bosatlas
- Maak opdracht 4 en 5 (werkboek of digitaal)
- 15 minuten de tijd
- Klaar? Maak verdiepingsopdracht
- We gaan samen bespreken einde vd les

Slide 17 - Slide