This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Gaschromatografie: kwantitatief
NOVA H13 Analysetechnieken
H13.3 Gaschromatografie - les 5
Slide 1 - Slide
Gaschromatografie
Slide 2 - Slide
Wanneer je gaschromatografie als kwantitatieve methode toepast, analyseer je
A
welke stoffen aanwezig zijn in het mengsel
B
hoeveel er van een bepaalde stof aanwezig is in het mengsel
Slide 3 - Quiz
Leerdoel
Je kunt de hoeveelheid van een stof in een mengsel berekenen met behulp van het piekoppervlak in een gaschromatogram
Slide 4 - Slide
Piekoppervlak
hoe meer moleculen de detector passeren, hoe groter het oppervlak onder de piek
het piekoppervlak is dus een maat voor de hoeveelheid stof
de verhouding tussen de piekoppervlaktes geeft aan in welke molverhouding stoffen aanwezig zijn in een mengsel
Slide 5 - Slide
Molverhouding
piekoppervlaktes worden berekend door de computer, bijvoorbeeld: stof A = 2,78 stof B = 9,42
de molverhouding van stof A : stof B = 2,78 : 9,42 = 1 : 3,39
Slide 6 - Slide
Wanneer je gaschromatografie als kwantitatieve analysemethode toepast, gebruik je in het chromatogram...
A
de hoogtes van de pieken
B
de breedtes van de pieken
C
de oppervlaktes onder de pieken
D
de retentietijden van de pieken
Slide 7 - Quiz
Twee chromatogrammen:
meting + referentiemeting
De detector is niet even gevoelig voor elke stof, dus om de concentratie te kunnen berekenen moet je:
een chromatogram maken van het te onderzoeken monster
EN
een referentie chromatogram maken van een mengsel met een bekende concentratie van de te onderzoeken stof
--> beide metingen met dezelfde kolom en onder dezelfde omstandigheden
Probleem: hoe injecteer je elke keer exact dezelfde hoeveelheid en hoe weet je dat de omstandigheden exact hetzelfde zijn?
Slide 8 - Slide
Interne standaard
bij elke meting wordt dezelfde hulpstof (= interne standaard) toegevoegd met dezelfde bekende concentratie
deze hulpstof moet in elk chromatogram dus een piek geven met hetzelfde oppervlak
bij een verschil in oppervlak van de interne standaard kun je hiervoor corrigeren
Slide 9 - Slide
Voorbeeld
referentie meting (bekend mengsel):
stof
concen-tratie
piek oppervlak
vit E
450 uM
7617
int. standaard
1,0 mM
12717
Slide 10 - Slide
Voorbeeld
referentie meting (bekend mengsel):
stof
concen-tratie
piek oppervlak
vit E
450 uM
7617
int. standaard
1,0 mM
12717
Als bij het onderzoek aan het monster precies evenveel stof ingespoten wordt in de gaschromatograaf, zou de piek van de interne standaard in het 2e chromatogram hetzelfde oppervlak moeten hebben
Slide 11 - Slide
Voorbeeld
bekend mengsel monster
stof
concen-tratie
piek opp.
concen-tratie
piek opp.
vit E
450 uM
7617
int. standaard
1,0 mM
12717
1,0 mM
12600
Het piekoppervlak van de interne standaard in het monster is lager dan bij de referentiemeting. Er is dus blijkbaar minder stof geïnjecteerd. Je moet hiervoor corrigeren om de daadwerkelijke concentratie vitE in het monster te kunnen berekenen.