Herhalingsles marketing (2), 7-10-2021

Planning voor de introductie
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: oefenen
5 minuten: pauze
45 minuten: Opdrachten maken en begrippenlijst maken voor de toets
1 / 26
next
Slide 1: Slide
marketingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Planning voor de introductie
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: oefenen
5 minuten: pauze
45 minuten: Opdrachten maken en begrippenlijst maken voor de toets

Slide 1 - Slide

Het verschil tussen marketing en sales is:
A
Sales is veel moeilijker
B
Marketing gaat uit van een behoefte en sales niet
C
Sales gaat uit van een behoefte en marketing niet
D
Marketing vindt na de sales plaats.

Slide 2 - Quiz

Marketing is een eeuwigdurend proces.
Hiermee wordt bedoeld dat:
A
je als markeer nooit klaar bent met je werk
B
marketing al eeuwen bestaat
C
Marketing de klanten volgt in hun ontwikkeling
D
Marketing inspeelt op wensen en behoeften

Slide 3 - Quiz

Wat wordt binnen de marketing bedoeld met het geïntegreerd marketingconcept?
A
Je gebruikt logistiek en verkoop om de klant te bedienen
B
Je gebruikt een fysiek bedrijf en een webshop om de klant te bedienen
C
Je bedient zowel de B2C als de B2B markt.
D
Alle afdelingen moeten samenwerken en klantgericht handelen.

Slide 4 - Quiz

Door een generieke behoefte bij een klant te ontdekken ben je in staat om een passend product of een dienst aan te bieden.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen:
1. Alles van het eerste hoofdstuk

HUISWERK: Opdracht 39 t/m 52

Slide 6 - Slide

Branding is een strategie om je merk emotioneel te verbinden met de afnemer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Latente behoeften zijn
A
emotioneel
B
secundair
C
primair
D
rationeel

Slide 8 - Quiz

Het kopen van een tweede tas is een voorbeeld van:
A
initiële vraag
B
vervangingsvraag
C
potentiële vraag
D
additionele vraag

Slide 9 - Quiz

Dit is de werkelijke vraag naar een product
A
secundaire vraag
B
effectieve vraag
C
potentiële vraag
D
additionele vraag

Slide 10 - Quiz

Dit is de eerste aankoop van een product door een afnemer
A
vervangingsvraag
B
initiële vraag
C
potentiële vraag
D
primaire vraag

Slide 11 - Quiz

Op dit punt is er de meeste concurrentie
A
Introductiefase
B
groeifase
C
rijpheidsfase
D
volwassenheidsfase

Slide 12 - Quiz

Winst is laag tenzij vrijwel alle concurrenten de markt verlaten.
A
Introductiefase
B
groeifase
C
volwassenheidsfase
D
neergangsfase

Slide 13 - Quiz

Beperkt aantal modellen; frequente productwijzigingen
A
Introductiefase
B
rijpheidsfase
C
volwassenheidsfase
D
neergangsfase

Slide 14 - Quiz

Voor welke fase uit de productlevenscyclus geldt de volgende beschrijving?
De afzet, omzet en winst groeien niet meer. Er is zelfs een lichte daling van de afzet zichtbaar.
A
De groeifase
B
De verzadigingsfase
C
De neergangsfase
D
De volwassenheid fase

Slide 15 - Quiz

Voor welke fase uit de productlevenscyclus geldt de volgende beschrijving?
Kenmerkend voor deze fase is, dat er concurrentie op de markt verschijnt.
A
De groeifase
B
De verzadigingsfase
C
De neergangsfase
D
De volwassenheid fase

Slide 16 - Quiz

Het adoptieproces van producten kent een aantal kopersgroepen.
Een andere naam voor early majority is:
A
vernieuwers
B
pioniers
C
voorlopers
D
innovators

Slide 17 - Quiz

Het adoptieproces van producten kent een aantal kopersgroepen die een procentueel aandeel hebben in de acceptatie van het product. Het percentage acceptatie voor de laggards bedraagt:
A
13,5%
B
16%
C
34%
D
2,5%

Slide 18 - Quiz

Het adoptieproces van producten kent een aantal kopersgroepen een rol.
Voor welke kopersgroep geld de volgende uitspraak: Ze zijn altijd op zoek naar het nieuwste van het nieuwste. De prijs speelt geen rol.
A
innovators
B
early adopters
C
early majority
D
laggards

Slide 19 - Quiz

Bij deze vorm van marketing richt de detaillist zich op de klant.
A
trade marketing
B
handelsmarketing
C
B2C marketing
D
retailmarketing

Slide 20 - Quiz

Bij deze vorm van marketing is de binding met het merk belangrijk.


A
trade marketing
B
experience marketing
C
B2C marketing
D
eventmarketing

Slide 21 - Quiz

Deze vorm van marketing is gericht op de tussenhandel.



A
trade marketing
B
interactieve marketing
C
exportmarketing
D
eventmarketing

Slide 22 - Quiz

Het wk is een voorbeeld van...
A
Interactieve marketing
B
Event marketing
C
Experience marketing

Slide 23 - Quiz

5 minuten pauze
timer
5:00

Slide 24 - Slide

Aan de slag!
Wat? Maak opdracht 39 t/m 52 van Marketing
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Leer voor de toets van Marketing en maak een begrippenlijst.
timer
35:00

Slide 25 - Slide

HUISWERK
opdrachten 39 t/m 52
Hoofdstuk 'Marketing'
Paragraaf 'Toepassen van marketing'

Slide 26 - Slide