Orthopedagogiek - Les 1 +2 (Wat is orthopedagogiek + H8.1 t/m 8.5)

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Uitleg leereenheid PPO
- Uitleg toetsing leereenheid PPO
- Start theorie:
    - Wat is orthopedagogiek?
    - H8.1 t/m 8.5
- Zelfstandig werken
 
 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Uitleg leereenheid PPO
- Uitleg toetsing leereenheid PPO
- Start theorie:
    - Wat is orthopedagogiek?
    - H8.1 t/m 8.5
- Zelfstandig werken
 
 

Slide 1 - Slide

Leereenheid PPO
- Bestaat uit het vak orthopedagogiek + psychiatrie 
- Orthopedagogiek wordt aangeboden in periode 2 t/m 3.5 (leerjaar 1)
- Psychiatrie wordt aangeboden in periode 3.6 t/m einde periode 4 (leerjaar 1)
- Leereenheid PPO sluit je af binnen leerjaar 1. 

- Afsluiting vindt plaats door afronding portfolio. Portfolio loopt over zowel orthopedagogiek als psychiatrie.
Vanaf periode 2 t/m, periode 4 ben je bezig met opdrachten en toetsen binnen het portfolio. 
Aanwezigheid binnen de les is een voorwaarde om het portfolio te ontwikkelen. Ben je teveel afwezig, betekent dat je niet alle portfolio opdrachten kan maken en mogelijk op een onvoldoende uit komt. 

- Lesmaterialen: lesboek methodiek,  profielboek GGZ , online leeromgeving binnen Thieme Meulenhoff, kennistoetsenbank en studiewijzer. 

Slide 2 - Slide

Portfolio PPO
Bestaat uit:
- Eindtoets orthopedagogiek periode 1.3 (in KTB)
- Eindtoets psychiatrie periode 1.4 (in KTB)
- Portfolio opdracht 1: 'Ik ben geen probleemkind maar een uitdaging'.
- Portfolio opdracht 2: 'Invloed van orthopedagogiek op kind en gezin'. 
- Portfolio opdracht 3: 'Signaleringsplan'.
- Portfolio opdracht  4: 'Levensverhaal'.


Eindcijfer is als volgt:
- Portfolio telt 50%
- KTB psychiatrie 25%
- KTB orthopedagogiek 25%

Slide 3 - Slide

Wat hoop/ denk je te leren binnen het vak orthopedagogiek?

Slide 4 - Mind map

Inhoud theorie week 2.1 (vandaag)

  • Uitleg orthopedagogiek
  • Uitleg theorie H8.1 t/m 8.3
  • Start portfolio opdracht 1
    (documentaire 'ik ben geen probleemkind, ik ben een  uitdaging) 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Orthopedagogiek kom je overal tegen.

Noem één situatie waarin er raakvlakken zijn met orthopedagogiek. Dit mag vanuit de BPV, privé of een andere situatie zijn.

Slide 8 - Open question

Welke onderdelen van orthopedagogiek herken je in onderstaande situatie?

Jim (9 jaar) heeft ADHD. Hierdoor ontstaan er leerproblemen op school, een achterstand in de sociaal emotionele ontwikkeling door moeizame omgang met leeftijdsgenootjes en zijn er in het gezin moeilijkheden in de opvoeding. Op school wordt een Intern Begeleider ingezet, in de thuis situatie wordt een gezinsbegeleider ingezet en Jim krijgt sociale vaardigheidstraining. Alle professionals werken samen om de ontwikkeling van Jim te stimuleren en ouders te ondersteunen in de opvoeding

Slide 9 - Open question

Situatie 

JE LOOPT JOUW BPV BINNEN HET KINDERDAGCENTRUM DE TOERMALIJN VAN AVELEIJN.

BINNEN DE GROEP WAAR JIJ JOUW STAGE LOOPT ZIJN DE KINDEREN ROND DE 4 JAAR. ZE KUNNEN PRATEN EN HEBBEN EEN REDELIJKE ZELFSTANDIGHEID.
 

SINDS EEN AANTAL WEKEN IS ER EEN NIEUW MEISJE (LISE 3,5 JAAR) OP DE GROEP. GISTEREN HEB JE KENNIS GEMAAKT MET HAAR OUDERS. HAAR OUDERS HEBBEN EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING EN ZIJN BEIDEN WERKLOOS.

LISE HEEFT MOEITE OM TE WENNEN, DIT UIT ZICH IN HET VOLGENDE GEDRAG:VEEL HUILEN, NIET ZELFSTANDIG WILLEN ETEN EN VEEL DRIFTBUIEN.  GENOEMDE GEDRAGINGEN PASSEN DUIDELIJK NIET BIJ HAAR ONTWIKKELINGSLEEFTIJD.


COLLEGA’S GEVEN AAN: DE ONTWIKKELING VAN LISE IS TE WIJTEN AAN DE ACHTERGROND EN DE SITUATIE VAN OUDERS. BEN JIJ HET HIER MEE EENS OF NIET?

Slide 10 - Slide


Geef aan waarom je het eens/ oneens bent met de situatie van de vorige sheet.

Slide 11 - Open question

Normale en niet- normale ontwikkeling
  • Om te bepalen of de ontwikkeling van iemand wel of niet normaal verloopt, moet je uitgaan van de totale ontwikkeling van die persoon (leeftijd, leeftijdsgebonden gedrag per fase etc.).

  •  Normaal heeft veel te maken met maatstaven en referentiekader. Wat de een normaal vindt, vindt de ander abnormaal.. 

  • Het milieu waar het kind opgroeit bepaalt in belangrijke mate of in zijn aanleg aanwezige mogelijkheden volledig tot ontwikkeling komen. 

Slide 12 - Slide

Risicofactoren 
 Zaken die de kans op problemen vergroten

Risicofactoren kunnen op drie gebieden liggen:

- Het kind
- De ouder(s) en/ of het gezin
- De omgeving








Naarmate er meer risicofactoren aanwezig zijn, is de kans op problemen in de opvoeding en ontwikkeling steeds groter.

Slide 13 - Slide

Omgevingsrisico
factor
Ouder- gezinsgebonden risicofactor
Kindgebonden
risicofactor
Julia wordt samen met haar 4 zusjes alleen door haar moeder opgevoed. Haar moeder heeft geen sociaal netwerk die steun kunnen bieden
De cijfers van Yaëll zijn sinds de scheiding van zijn ouders erg achteruit gegaan. 
Yinthe heeft NAH (niet aangeboren hersenletsel) door zuurstoftekort bij haar geboorte

Slide 14 - Drag question

Beschermingsfactoren 
 Zaken die de kans op problemen verminderen



Beschermingsfactoren liggen tevens op de drie gebieden:

- Het kind
- De ouder(s) en/ of het gezin
- De omgeving

.

Slide 15 - Slide

Huiswerk

Portfolio opdracht 1


- Doornemen portfolio opdracht
- Doornemen beoordelingscriteria
- Starten documentaire
- Starten online leeromgeving H8

Slide 16 - Slide

Lesplanning week 2.2


  • Terugblik week 1
  • Theorie hoofdstuk 8.5
  • Portfolio opdracht 1
  • Digitale leeromgeving 

Slide 17 - Slide

Je spreekt van een niet- normale ontwikkeling als...

Slide 18 - Mind map

Toen Tim werd geboren was zijn moeder 17 jaar. Dit kan een risicofactor zijn in de ontwikkeling van het kind. Op welk gebied ligt deze risicofactor?
A
Het kind
B
De ouders of het gezin
C
De omgeving

Slide 19 - Quiz

Noem een voorbeeld waaruit blijkt dat de balans tussen draagkracht en draaglast verstoord is

Slide 20 - Open question

Sociale problematiek

Slide 21 - Slide

Ik denk dat sociale problematiek het volgende betekent:
A
Je bent sociaal onhandig
B
Wanneer je deze week geen brood kan kopen
C
Mensen zitten langdurige in een probleemsituatie die hen op een achterstand zet ten opzichte van andere mensen
D
Verschillende groepen in de samenleving hebben ruzie met elkaar

Slide 22 - Quiz

Sociale problematiek
We spreken van sociale problematiek, oftewel maatschappelijke problematiek wanneer :
mensen zich langdurig in probleemsituaties bevinden, die hen op achterstand zetten ten opzichte van andere mensen.


Bij sociale problematiek gaat het vaak om omgevingsfactoren waarin mensen leven en kinderen opgroeien (belangrijke factor is de ouder- en gezinsfactor)

Slide 23 - Slide

Zoek op internet een afbeelding waarin je sociale problematiek herkent.

Voeg de afbeelding hieronder toe.

Slide 24 - Open question

Voorbeelden van sociale problematiek
  • Werkeloosheid
  • Verslaving
  • Huiselijk geweld
  • Slechte woonomstandigheden
  • Vereenzaming onder ouderen 
  • Corona leidt tot ....... 
  • Etc...  

Vaak is er sprake van cumulatie: het ene probleem lokt het andere probleem uit.
Zonder hulp (gevraagd/ ongevraagd) komt een gezin er vaak niet meer uit. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Portfolio opdracht 1


- Verder kijken documentaire
- Maken portfolio opdracht 1

Slide 28 - Slide

Aan de slag! 
1. Lezen H8.1 t/m 8.5 (boek methodiek)
2. Digitale leeromgeving: 
     - Opdrachten niveau 3 + 4: opdracht 1 t/m 5
     - Opdrachten niveau 4: opdracht 1 en 2. 


Deadline: 30 november 2022

Slide 29 - Slide