Zonnestelsel

Zonnestelsel
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zonnestelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wat is een hemellichaam?
A
Een planeet
B
Een ster
C
Een maan
D
Een meteoor

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Onze zon is een ster
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij elke ster die wij zien, bevindt zich een zonnestelsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Zet in de volgorde van 
klein -----------------------------------------------------> groot
Zon
Planeet
Zonnestelsel
Sterrenstelsel

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Onze maan is ook een satelliet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Enkele begrippen
Hemellichaam = Een natuurlijk object in de ruimte

Sterrenstelsel = Zonnestelsel die draaien om 1 zwart gat

Zonnestelsel = 1 zon + planeten die er omheen draaien

Zon/Ster = Hete gasbol, middelpunt van een zonnestelsel

Planeet = Hemellichaam die om een ster heen draait

Satelliet = Natuurlijk of kunstmatig object dat om een planeet heen draait


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

De planeten
Mercurius = Kleinste planeet. Heet/koud verschil dag/nacht. Kern van ijzer
Venus = Kopie van aarde, maar dan heet. Atmosfeer van CO2 waardoor ernstig broeikaseffect
Aarde = Enige planeet waarvan we zeker weten dat er leven is
Mars = Helft van de aarde. Rode planeet door roestend ijzer.
Jupiter = Grootste planeet. Gasreus. Grote stormen
Saturnus = Kleinere gasreus. Met ringen van ijs en gesteente.
Uranus = IJsreus. Bevat ook ringen. Methaan in de atmosfeer, daardoor lichtblauw
Neptunus = IJsreus. Harde winden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zet de juiste naam bij de juiste planeet
Mercurius
Venus
Aarde
Mars
Jupiter
Saturnus
Uranus
Neptunus

Slide 15 - Drag question

De naam planeet is afkomstig van het Griekse woord voor zwerver. Wetenschappers in
de oudheid dachten dat planeten in feite ook sterren waren. Maar ze zagen dat ze
langzaam bewogen aan de nachthemel, daarom werden ze zwervers of dwaalsterren genoemd.

Dwergplaneten
Dwergplaneten lijken erg op planeten. Het grootste verschil is dat dwergplaneten hun
baan rondom de zon niet hebben weten schoon te vegen, daarvoor hadden ze door hun
kleine afmetingen waarschijnlijk te weinig zwaartekracht. Er bevinden zich vaak nog
vele andere objecten in de baan van dwergplaneten, soms ook andere dwergplaneten.
Banen van dwergplaneten kunnen behoorlijk afwijken van de schijf waarin de planeten
draaien. Hun afmetingen kunnen variëren van 500 tot 5000 kilometer. Er bevinden zich
voorbij Neptunus naar schatting enkele tientallen dwergplaneten. Astronomen kunnen
ze erg moeilijk zien, omdat ze klein zijn, ver weg staan en er weinig zonlicht op valt.

Planetoïden
Andere objecten die rond de zon draaien worden planetoïden genoemd. Planetoïden
zijn meestal niet rond. Hun zwaartekracht is niet groot genoeg om het object rond te
maken. De grootste planetoïden zijn meer dan 1000 kilometer in doorsnee. De kleinste
planetoïden zijn zo groot als stofdeeltjes. Hun baan is niet stabiel en regelmatig vallen
er planetoïden als vallende sterren op aarde. 

Volgens de wet van Titius-Bode zou er ook een planeet tussen Mars en Jupiter moeten
zijn. Die is er niet, maar in plaats daarvan bevindt er zich een planetoïdengordel met
op zijn minst tienduizenden planetoïden. Men denkt dat de sterke zwaartekracht van
Jupiter voorkomt dat de planetoïden samenklonteren tot een planeet.
Overige delen van het zonnestelsel
In een zone voorbij de laatste planeet Neptunus tot ongeveer tweemaal de afstand
Zon-Neptunus bevindt zich een tweede zone met vele planetoïden. Deze regio wordt
de Kuipergordel genoemd. Er zijn naar schatting ruim 100.000 objecten die groter zijn
dan 100 kilometer in doorsnee, waaronder ook enkele dwergplaneten, zoals Pluto.
Ver voorbij de Kuipergordel bevindt zich een gebied dat de Oortwolk wordt genoemd.
Astronomen vermoeden dat zich hier ontelbare komeetachtige objecten ophouden, ze
zijn echter zo ver weg dat ze (nog) niet waargenomen kunnen worden. De Oortwolk
strekt zich uit tot meer dan duizend maal de afstand Zon-Neptunus. Als andere sterren
ook zo’n wolk zouden hebben, dan is het goed mogelijk dat deze wolken elkaar aan de
buitenranden overlappen en dat ze objecten uitwisselen. Vermoed wordt dat de kometen die zich in deze wolk ophouden af en toe ons zonnestelsel kunnen binnendringen.

Slide 16 - Video

This item has no instructions

De omlooptijd van de aarde rondom de zon is
A
365 dagen en een beetje
B
24 uur
C
30 of 31 dagen
D
12 maanden

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Aantekening
Omlooptijd = De tijd die een planeet nodig heeft om één keer rond de ster te gaan (365 dagen)

As = Denkbeeldige lijn waar omheen een planeet wentelt (24h)


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waardoor ontstaan de verschillende maanfasen?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Waardoor blijven satellieten om de aarde draaien?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Je legt de eigenschappen en bewegingen uit van verschillende soorten hemellichamen in het zonnestelsel.

Hemellichaam, sterrenstelsel, zonnestelsel, zon, planeet, natuurlijke en kunstmatige satellieten
0100

Slide 25 - Poll

This item has no instructions

Je beschrijft de planeten in het zonnestelsel en benoemt hun volgorde vanaf de zon.

mercurius, venus, aarde, mars, jupiter, saturnus, uranus, neptunus
0100

Slide 26 - Poll

This item has no instructions

Je beschrijft de baan van de aarde en je legt uit wat een planeetbaan is.

Omlooptijd, draai om eigen as, 365 dagen, 24 uur
0100

Slide 27 - Poll

This item has no instructions

Je beschrijft de beweging van de maan en andere satellieten.

Maanfasen, duur maancyclus, zwaartekracht
0100

Slide 28 - Poll

This item has no instructions

Je legt met een model uit waardoor we in Nederland verschillende seizoenen hebben.
0100

Slide 29 - Poll

This item has no instructions

Je legt met een model uit hoe de maan en de zon de getijden veroorzaken.

eb en vloed, zwaartekracht
0100

Slide 30 - Poll

This item has no instructions