Thema 5: Les 1 & 2

Even opfrissen
Bij verkleinwoorden als autootje schrijf je de lange klank met twee klinkers.

Auto -> Autootje
Paraplu -> Parapluutje
Oma ->
La ->
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpellingSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Even opfrissen
Bij verkleinwoorden als autootje schrijf je de lange klank met twee klinkers.

Auto -> Autootje
Paraplu -> Parapluutje
Oma ->
La ->

Slide 1 - Slide

Tegenstellingenrijm
Hard en dag

Neef en donker

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Ik kan woorden met 'cht' en 'ch' correct schrijven.

Slide 3 - Slide

Woorden met 'cht'
Nacht

Slide 4 - Slide

Regel 1
Je hoort gt met een g, je schrijft cht met een ch.

Dit geldt voor woorden met een korte klank:
Acht, echt, icht, ocht, ucht
Geldt niet voor samengestelde woorden: Rugtas, slagtand

Kan je voorbeelden bedenken?


Slide 5 - Slide

Regel 2
Lach

Je hoort een g, je schrijft meestal ook een g.

Slide 6 - Slide

Woorden die je schrijft met ch
Ach

Glimlachen
Belachelijk
Kachel
Ech

Pechvogel
Techniek
Echo
Ich

Zichzelf
Lichaam
Lichamelijk

Slide 7 - Slide

Woorden die je schrijft met ch
Uch

Kuchen
Kuchje
Och

Joch
Jochie
Parochie
Ui

Juichen
Gejuich
Oo

Goochelaar
Goochelen

Slide 8 - Slide

Woorddictee
1. Luister goed naar de meester.
2. Denk goed na hoe je het woord schrijft.
3. Schrijf het woord op.
4. Controleer of je het goed geschreven hebt.

Slide 9 - Slide

Woorddictee
1. Gezichten
2. Belachelijk
3. Onzichtbaar
4. Laatje
5. Omaatje
6. Autootje
7. Parapluutje
8. Reusachtige

Slide 10 - Slide

Morgen zelfstandig les 2
Heb je alles goed? Begin bij opdracht 2.
Eén of meer fout? Begin bij opdracht 1.

Slide 11 - Slide