6.2: De Gouden Eeuw

6.2 De Gouden Eeuw

1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

6.2 De Gouden Eeuw

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt:
- Uitleggen dat de Republiek in politiek opzicht bijzonder is.
- Uitleggen hoe de economische bloei zorgde voor een culturele bloei in de Republiek.
- Voorbeelden geven van de economische en culturele bloei.

Slide 2 - Slide

Kenmerkend Aspect

De bijzondere plaats en de bloei van de Nederlandse Republiek
Politiek
Economisch & Cultureel

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Deze les
  • Uitleg (aan de hand van JORTgeschiedenis)
  • Opdrachten
  • Antwoorden controleren
  • Vragen stellen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

3. Hoe werden de Nederlanden bestuurd na 1581
A
De Nederlanden hadden een stadhouder die alle zaken regelde
B
De Nederlanden waren onderdanen van de Spaanse Koning
C
De Nederlanden waren een republiek , dus een land zonder koning
D
De Staten Generaal voerde de bevelen van Willem van Oranje uit

Slide 7 - Quiz

4. Wat is onjuist:
De Staten -Generaal ...
A
is de hoogste machtsvorm in de Republiek
B
benoemt de stadhouders
C
regelt de zaken ivm oorlog en de buitenlandse contacten
D
bepaalt de stedelijke wetgeving en bestuur.

Slide 8 - Quiz

10. Landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt en stadhouder Prins Maurits:
A
werkten eerst goed samen, maar later vertrouwde Maurits Johan niet meer
B
werkten niet goed samen, maar later vertrouwde Maurits Johan meer
C
werkten eerst goed samen, maar later vertrouwde Johan Maurits niet meer
D
werkten niet goed samen, maar later vertrouwde Johan Maurits meer

Slide 9 - Quiz

Het Kenmerkend Aspect die bij de Gouden Eeuw hoort ontleden
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek 

Slide 10 - Slide

KA ontleden:
wat betekent 'staatkundig opzicht' en geef een Gouden Eeuw voorbeeld dat past

Slide 11 - Open question

KA ontleden:
wat betekent 'economische bloei' en geef een Gouden Eeuw voorbeeld dat past

Slide 12 - Open question

KA ontleden:
wat betekent 'culturele bloei' en geef een Gouden Eeuw voorbeeld dat past

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Opdrachten
Je hebt 15 minuten voor het volgende, je kunt de timer in de hoek gebruiken. Antwoorden volgen volgende les.

Gebruik hiervoor 6.2 uit het boek en het filmpje van zojuist:

  1. Leg met kenmerken van de Republiek uit waarom deze zo bijzonder is?
  2. Noem twee opzichten waarin de Republiek verschilt met een koninkrijk zoals Frankrijk in die tijd.
  3. Leg uit waardoor de Republiek zo welvarend werd.
  4. Hoe kwam het dat wetenschappers, schrijvers, kritische denkers naar de Republiek kwamen?
  5. Leg uit waarom de schilderijen in de Republiek zo bijzonder zijn.
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Antwoorden
  1. De Republiek had een decentraal bestuur, waaar de macht in handen lag van de regenten.
  2. De Republiek had geen koning en er was nauwelijks een standenmaatschappij.
  3. Handel (VOC en WIC), Nijverheid, Gespecialiseerde landbouw.
  4. Door gewetensvrijheid en tolerantie kon men in de Republiek zo goed als vrij kritiek op de standenmaatschappij, godsdienst en koningen publiceren. In andere landen kon dat niet.
  5. In de Republiek konden mensen met geld een portret van zichzelf laten maken, terwijl in andere landen kunstenaars alleen opdracht kregen van de Koning, Adel en Geestelijkheid.

Slide 16 - Slide

Gouden Eeuw was de
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 17 - Quiz

De Nederlandse Republiek was bijzonder in de Gouden Eeuw omdat (kruis het foute antwoord aan!)
A
Zij geen koning had
B
Vrouwen ook mochten stemmen
C
Zij heel veel handel dreef
D
Er tolerantie was

Slide 18 - Quiz

Wie lieten zich schilderen in de Gouden Eeuw in de Republiek?
A
Alleen koning, adel en geestelijken
B
Alle burgers
C
Iedereen
D
Mensen met genoeg geld

Slide 19 - Quiz

Combineer de juiste letters met de juiste getallen. Sleep de letters naar de juiste getallen.
Staten Generaal
Gewestelijke Staten
Stadhouder
Raadspensionaris
Defensie
Handel
Contact met andere landen
Eigen bestuur
Eigen rechtspraak
Leider van leger

Soort Minister President

Slide 20 - Drag question