Vorbereitung auf die mündliche Prüfung

Vorbereitung auf die mündliche Prüfung
1 / 47
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vorbereitung auf die mündliche Prüfung

Slide 1 - Slide

les 1

Slide 2 - Slide

Welke Duitse woorden bij het onderwerp 'Familie' weet/ken jij?

Slide 3 - Mind map

Mündliche Prüfung: Familie
Schrijf in het Duits op: wat jij kan vertellen over jouw familie bij het mondeling 
- Weet je een woord niet, zoek het dan op in het woordenboek

Slide 4 - Slide

les 2

Slide 5 - Slide

Aussprache wiederholen
ä, ö, ü, u, eu, z, s, sp, st, sch, ß, g, l, p/t/k

Slide 6 - Slide

Zungenbrecher
  • Hätte Hänschen Hans Holz hacken hören, hätte Hänschen Hans Holz hacken geholfen.
  • Kleine Nussknacker knacken knackig. Knackiger knacken große Nussknacker.
  • Ein sehr schwer sehr schnell zu sprechender Spruch ist ein Schnellsprechspruch.
  • Wenn hinter Griechen Griechen kriechen, kriechen Griechen Griechen nach.
  • Ulla und Ulrich umarmen sich unter einem uralten Ulmenbaum.

Slide 7 - Slide

Zungenbrecher
  • Wenn du denkst, du denkst, dann denkst du nur du denkst, aber denken tust du nie.
  • Wer nichts weiß und weiß, dass er nichts weiß, weiß mehr als der, der nichts weiß und nicht weiß, dass er nichts weiß.
  • Zwanzig Zwerge zeigen Handstand, zehn im Wandschrank, zehn am Sandstrand.
  • Herr von Hagen darf ich’s wagen, sie zu fragen, welchen Kragen sie getragen, als sie lagen krank am Magen in der Stadt zu Kopenhagen.

Slide 8 - Slide

Kies een nieuw thema
Schrijf wat over jouw nieuw gekozen thema en bereidt deze voor. (denk na, wat zou je voor vragen kunnen verwachten op het mondeling?)

Slide 9 - Slide

les 3

Slide 10 - Slide

Aussprache üben
Seite 70

Slide 11 - Slide

Kies een nieuw thema
Schrijf wat over jouw nieuw gekozen thema of maak het thema 'Familie' af en bereidt deze voor. (denk na, wat zou je voor vragen kunnen verwachten op het mondeling?)

Slide 12 - Slide

Les 4

Slide 13 - Slide

Konjunktionen Quiz

Slide 14 - Slide

Wat is de vertaling van 'maar' in het Duits?
A
aber
B
weil
C
oder
D
und

Slide 15 - Quiz

Welke voegwoord betekent 'hoewel' in het Duits?
A
sondern
B
denn
C
obwohl
D
deshalb

Slide 16 - Quiz

Hoe vertaal je 'omdat' naar het Duits?
A
dann
B
weil
C
wenn
D
aber

Slide 17 - Quiz

Wat is de Duitse vertaling van 'en'?
A
und
B
oder
C
sondern
D
aber

Slide 18 - Quiz

Welk woord betekent 'of' in het Duits?
A
weil
B
und
C
aber
D
oder

Slide 19 - Quiz

"dat" vertalen:
-> een voegwoord dat een hoofdzin en bijzin aan elkaar koppelt =

Slide 20 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes.
(Wanneer) ... wurde Deutschland geteilt?
Toen vertaal je als volgt:
1. damals = bijwoord
2. als = voegwoord

Slide 21 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes.
Die Leute reagieren (als ) ... kleine Kinder. 
als vertaal je als volgt:
1. wie: in de betekenis als niet echt / doen alsof.
2. als: in de betekenis in de hoedanigheid van.

als = voegwoord

Slide 22 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes.
Möchtest du Tee (of) ... Kaffee? 
als vertaal je als volgt:
1. wie: in de betekenis als niet echt / doen alsof.
2. als: in de betekenis in de hoedanigheid van.

als = voegwoord

Slide 23 - Open question

Vertaal: bovendien

Slide 24 - Open question

Präsentier das Thema 'Familie'
  • Zu zweit (nur einander zuhören) (3 Min.)

Slide 25 - Slide

Les 5

Slide 26 - Slide

Die Präsentationen vorbereiten
  1. Ein neues Thema vorbereiten (8 Min.)
  2. Präsentiere dein Thema (Max. 5 Min. / zu zweit)
  3. Gib Feedback über den Inhalt
  4. Verarbeite das Feedback
timer
8:00
timer
5:00

Slide 27 - Slide

les 6
Herzlich Willkommen!!!

Slide 28 - Slide

Onverwachte Vragen
  • Nederlands vragen
  • Duits antwoorden

Slide 29 - Slide

1. Familie
timer
1:00
timer
2:00

Slide 30 - Slide

2. Haus/ eigenes Zimmer/ Umgebung des Hauses
timer
1:00
timer
2:00

Slide 31 - Slide

3. Taschengeld
timer
1:00
timer
2:00

Slide 32 - Slide

4. Nebenjob
timer
1:00
timer
2:00

Slide 33 - Slide

5. Hobbys/Sport

Slide 34 - Slide

6. Schule/ 10. Klasse

Slide 35 - Slide

7. Musik/ Fernsehen/ Film

Slide 36 - Slide

8. Ferien
timer
1:00
timer
2:00

Slide 37 - Slide

9. Freizeit/ Ausgehen

Slide 38 - Slide

10. Kleidung/ Mode

Slide 39 - Slide

11. Zukunftspläne/ Studium

Slide 40 - Slide

12 Freunde/ Beziehungen/ Freundschaften

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Spielregeln
  • Man redet immer Deutsch
  • Man spielt zu zweit (tweetallen) 
  • Man darf geschlossene und offene Fragen stellen
  • Schreib deine Antwort auf die 'Wisbordjes'. 

Slide 43 - Slide

Les 7

Slide 44 - Slide

Aussprache üben
Heute möchte ich von meinem besten Freund erzählen. Zunächst zu seinem Äußeren. Er ist sehr groß und ragt mit seinen 1,94 Meter Körpergröße aus fast jeder Menschengruppe heraus. Dazu hat er sehr große Füße, was bei einer solchen Größe ja auch nicht ungewöhnlich ist. Auch seine Hände und Ohren erscheinen riesig. Seine Arme und Beine sind zwar lang, aber kräftig, da er sehr gerne Sport treibt.
Mein Freund ist Basketballer. Schon als Kind war er immer größer als alle anderen Kinder in seiner Klasse. Er wurde deshalb sehr oft verspottet und gehänselt und hatte kaum Selbstbewusstsein. Er wusste nicht wohin mit seinen langen Armen und Beinen. Außer im Sportunterricht. Hier war er oftmals Klassenbester. Wo die kleineren Klassenkameraden beim Wettlauf noch schnauften und stöhnten, war er meistens schon im Ziel. Beim Hochsprung oder Weitsprung war er absolute Spitze.

Slide 45 - Slide

Feedback geben

Slide 46 - Slide

Gruppe von 4
  • Präsentiere dein Thema: 2 Min. sprechen 
  • 2 unerwartete Fragen stellen: 2 Min.
  • Beurteilung besprechen: 2 Min. 
timer
2:00

Slide 47 - Slide