4.2 Leren (v)

4.2 Leren
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

4.2 Leren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Benoem wat volgens jou de inwendige- en uitwendige prikkels zijn die er voor zorgen dat je gaat eten.

Slide 3 - Open question

De functie van succesvol gedrag is vrijwel altijd

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hoe ziet een protocol eruit?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Leerdoelen 4.2 
  1. Je kunt beschrijven hoe mensen en dieren leren

  2. Je kunt beschrijven hoe je dieren traint

  3. Je kunt uitleggen wat aangeboren gedrag en reflexen zijn

  4. Je kunt uitleggen wat gewenning is 

Slide 11 - Slide

Aangeboren gedrag
Aangeboren gedrag is gedrag dat een dier of mens niet hoeft te leren, maar al vanaf de geboorte heeft.


Aangeboren gedrag en leren door spelen, vergroten de kans om te overleven.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Reflexen

Reflexen zijn snelle reacties die onbewust gebeuren.

Sommige reflexen houd je je hele leven (bijvoorbeeld pupilreflex), andere alleen gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld zuigreflex).

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Manieren om te leren

Dieren en mensen leren door:
- imiteren 
- straffen en belonen
- oefenen
- inzicht
- inprenting
- gewenning

Slide 16 - Slide

Imiteren

Gedrag wat je ziet na doen

Slide 17 - Slide

Straffen en belonen
goed gedrag belonen en verkeerd gedrag straffen 

Slide 18 - Slide

Oefenen

Gedrag herhalen; dingen gewoon  proberen en kijken of het werkt

Slide 19 - Slide

Inzicht
Inzien hoe iets werkt; nieuw gedrag bedenken 

Slide 20 - Slide

Inprenting
Leren in een korte, gevoelige periode 


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Gewenning
 Afleren om op prikkels te reageren

Slide 23 - Slide

Aan de slag
Maak de begrippenlijst van 4.2 

Maak opdracht 4, 6, 7, 8, 10, t/m 17 van 4.2

Slide 24 - Slide

Een lijst met handelingen en afkortingen heet een...
A
Tabel
B
Protocol
C
Ethogram
D
Grafiek

Slide 25 - Quiz

Hoeveel handelingen staan in de volgende zin?
'De hond staat op uit zijn mand en loopt naar zijn bak, waar hij gaat eten'
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

Waar of niet waar?
Je maakt een protocol, voor je het ethogram maakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Welke van deze gedragingen is leren door oefenen?
A
Een jong eendje volgt zijn moeder
B
Een welp (jonge leeuw) leert door nadoen jagen
C
Door rijlessen auto leren rijden
D
Een zalm gaat ieder jaar terug naar dezelfde broedgrond

Slide 28 - Quiz

Een zuigreflex bij een jong varkentje is een voorbeeld van...?
A
Aangeleerd gedrag
B
Oefenen
C
Inprenting
D
Aangeboren gedrag

Slide 29 - Quiz

Als je aan een drukke straat woont hoor je op een bepaald moment niet meer de auto's. Dit is een voorbeeld van ...?
A
Leren
B
Gewenning
C
Imiteren
D
Lichaamstaal

Slide 30 - Quiz

Wat is inprenting
A
leren door straffen en belonen
B
leren in een gevoelige periode
C
leren van soortgenoten
D
leren door trial and error

Slide 31 - Quiz

Huiswerk
Maak de begrippenlijst van 4.2 
Maak opdracht 4, 6, 7, 8, 10, t/m 17 van 4.2

Slide 32 - Slide