S13 online

Wat denk jij dat het meervoud van "piano" is in het Engels?
A
pianos
B
piano's
C
pianoes
1 / 31
next
Slide 1: Quiz in interactive video
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat denk jij dat het meervoud van "piano" is in het Engels?
A
pianos
B
piano's
C
pianoes

Slide 1 - Quiz

Welkom :)
Log in op de LessonUp met jouw eigen naam, anders kan ik jou niet op aanwezig zetten!

Slide 2 - Slide

Planning

  • Maak een opname van jou spreekopdracht 10b uit lesson 3.3. Deel deze met mij voor het eind van de les via een chat in Teams
  • Online reading
  • Check in halverwege

Klaar: Aan de slag met 3.4.





















Slide 3 - Slide

How are you doing?
Great? Not so great? Okay?

Slide 4 - Open question

Time to work
  • Deel jouw spreekopdracht via de chat in teams.
  • Ga naar Magister en klik op deze les, zodat je het huiswerk kan zien. Maak de opdrachten bij tekst 1 en tekst 2.
  • Klik op 'finish' als je alle vragen beantwoord hebt, klik op 'try again' om jouw antwoorden te verbeteren. 

Klaar? Werk aan 3.4 en leer de woordjes/expressions.
timer
40:00

Slide 5 - Slide

I am finished with reading text 1 and text 2
Yes!
Almost
Not even close

Slide 6 - Poll

Grammar: meervoud

  • Om van een woord meervoud te maken, zet je er een -s achter:
one friend - two friends
one tree -     three trees
one cave -    five caves
  • Eindigt het woord op -s, -ss, -ch, -sh of –x? Dan zet je er -es achter:
one bus -       two buses
one boss -    three bosses
one match - five matches
one wish -     nine wishes
one box - ten boxe

Slide 7 - Slide

Wat moet je doen om een woord in het meervoud te zetten in het Engels
A
Er een 's achter zetten
B
Er een -s achter zetten
C
Niks, alle woorden zijn meervoud
D
A, B en C zijn goed.

Slide 8 - Quiz

Meervoud van 'photo' in het Engels
A
photoes
B
photo's
C
photos
D
photoos

Slide 9 - Quiz

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 10 - Quiz

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
woman
A
women
B
womans
C
women's
D
woman's

Slide 11 - Quiz

Plural of
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxie's

Slide 12 - Quiz

Plural of:
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 13 - Quiz

Plural of:
A
sheeps
B
sheep
C
schapen
D
sheep's

Slide 14 - Quiz

Plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 15 - Quiz

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's

Slide 16 - Quiz

Plural of:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 17 - Quiz

Plural of
A
mouses
B
mice
C
mices
D
mouse's

Slide 18 - Quiz

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 19 - Quiz

Plural of:
A
child
B
childs
C
childrens
D
children

Slide 20 - Quiz

Plural of:
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 21 - Quiz

Plural of
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxie's

Slide 22 - Quiz

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
woman
A
women
B
womans
C
women's
D
woman's

Slide 23 - Quiz

Plural of:
A
child
B
childs
C
childrens
D
children

Slide 24 - Quiz

Plural of
A
mouses
B
mice
C
mices
D
mouse's

Slide 25 - Quiz

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's

Slide 26 - Quiz

Plural of:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 27 - Quiz

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 28 - Quiz

Plural of:
A
sheeps
B
sheep
C
schapen
D
sheep's

Slide 29 - Quiz

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 30 - Quiz

Plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 31 - Quiz