Oefenexamen 2018 thema Water

Oefenexamen 2018 Thema: Water
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefenexamen 2018 Thema: Water

Slide 1 - Slide

Bekijk bron 16.
Bron 16 laat de verdeling van het water op aarde zien. In de bron zijn vier
begrippen vervangen door de cijfers 1, 2, 3 en 4.
Waar staan de cijfers 1, 2, 3 en 4 uit bron 16 juist bij de vier soorten
water?
grondwater oppervlaktewater
zoet water zout water
A 1 2 3 4
B 1 3 4 2
C 3 4 1 2
D 3 4 2 1
E 4 3 1 2
F 4 3 2 1

Slide 2 - Open question

16 Bekijk bron 17.
Bron 17 laat het regiem van twee rivieren zien. Bij elke rivier is het regiem
in de bovenloop en de benedenloop aangegeven.
Waar staat bij de cijfers 1, 2, 3 en 4 uit bron 17 juist aangegeven waar de
cijfers betrekking op hebben?
A
Maas, Rijn, benedenloop, bovenloop
B
Maas, Rijn, bovenloop, benedenloop
C
Rijn, Maas, benedenloop, bovenloop
D
Rijn, Maas, bovenloop, benedenloop

Slide 3 - Quiz

17 Bekijk bron 18, bron 19 en bron 20.
Het project bij de splitsing van de Neder-Rijn en de IJssel bij Westervoort
is uitgevoerd om de waterdoorvoer en de waterverdeling te verbeteren. Bij
naderend hoogwater kunnen de betonnen schuiven uit de 150 meter
lange constructie worden verwijderd (zie bron 19).
Hoe noemen we het deel van de rivier waar dit project in het kader van
Ruimte voor de Rivier is aangelegd?
A
een boezem
B
een oeverwal
C
een overloop
D
een uiterwaard

Slide 4 - Quiz

18 Bekijk bron 18, bron 19 en bron 20.
Welke maatregel in het kader Ruimte voor de Rivier is in het gebied van
de Hondsbroeksche Pleij uitgevoerd?
A
aanleg van een nevengeul
B
dijkverhoging
C
kribverlaging
D
obstakelverwijdering

Slide 5 - Quiz

19 Bekijk bron 18, bron 19 en bron 20.
Geef aan welk voordeel dit project voor Arnhem heeft.

Slide 6 - Open question

20 Lees bron 21.
In bron 21 wordt het bemalen van polders als oorzaak van de daling van
de grondwaterstand gegeven.
Geef nog een oorzaak waardoor de grondwaterstand door menselijk
ingrijpen kan dalen.

Slide 7 - Open question

21 Lees bron 21.
Geef de oorzaak waardoor bemaling van een polder leidt tot daling
van de grondwaterstand in een wijde omtrek van de polder.

Slide 8 - Open question

22 Bekijk bron 22.
In bron 22 staan twee lijnen. Eén lijn is van 6 juni 2014 en de andere lijn
is van 13 juni 2014. Op 13 juni 2014 werd de voetbalwedstrijd Nederland -
Spanje gespeeld op het wereldkampioenschap in Brazilië.
 Geef eerst aan welke letter, X of Y, de lijn van de dag van de wedstrijd
(13 juni) aangeeft. Geef vervolgens een argument voor je keuze met
behulp van bron 22.

Slide 9 - Open question

23 Bekijk bron 23 en bron 24.
Bron 23 laat een Chinese landarbeider in de Chinese provincie Guizhou
zien in 2013. De provincie Guizhou ligt in een deel van China waar veel
neerslag valt. Toch is in Guizhou grote waterschaarste. Meer dan een
miljoen mensen in de provincie Guizhou hebben een langdurige tekort
aan water. Het watertekort is onder andere ontstaan door de gestegen
welvaart.
 Noem nog een menselijke oorzaak van dit groeiende watertekort.

Slide 10 - Open question

24 Lees bron 25.
Het ontzilten van zeewater wordt nu niet gezien als een duurzame manier
van drinkwaterproductie.
Aan welke voorwaarde moet worden voldaan zodat het ontzilten van
zeewater wel echt duurzaam wordt?

Slide 11 - Open question

25 Lees en bekijk bron 26.
Behalve voor drinkwater kan het water uit het wateromleidingsproject ook
gebruikt worden voor andere doelen.
Geef twee andere doelen waarvoor dit water in het noorden gebruikt
kan worden.

Slide 12 - Open question

26 Bekijk bron 27.
Bron 27 laat drie foto’s zien van vormen van irrigatie in het
Midden-Oosten. Bij irrigatie is er altijd verdamping en kans op verzilting.
Op welke foto staat een vorm van irrigatie met de grootste verdamping en
op welke foto staat een vorm van irrigatie met de grootste kans op
verzilting?

Slide 13 - Open question

27 Bekijk bron 28.
Over bron 28 worden twee uitspraken gedaan.
Uitspraak 1: alle landen in het Midden-Oosten hebben sinds 1950 een
afname van de netto beschikbare hoeveelheid zoet water per persoon
afkomstig uit neerslag.
Uitspraak 2: in Egypte zal in 2050 per persoon minder water afkomstig uit
neerslag zijn dan in Israël.
 Neem de cijfers 1 en 2 van de uitspraken over op het antwoordblad en
zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Slide 14 - Open question

28 Bekijk bron 28.
In de legenda van bron 28 staat aangegeven dat de beschikbare
hoeveelheid water binnen één land enorm kan verschillen.
Geef een natuurlijke oorzaak waardoor in het ene deel van een land
meer water beschikbaar is dan in het andere deel.

Slide 15 - Open question

29 Lees bron 29.
In bron 29 staat dat het aanleggen van golfbrekers en aarden dijken de
schade aan gewassen niet zal voorkomen.
Noem een oorzaak waardoor de verzilting ondanks deze maatregelen
doorgaat.

Slide 16 - Open question

30 De Aswandam ligt in een dunbevolkt deel van Egypte, ver van het
dichtbevolkte deel van Egypte. De ligging heeft zowel voordelen als
nadelen.
 Noem eerst een voordeel van de ligging van de Aswandam in een
dunbevolkt deel van Egypte.
 Noem vervolgens een nadeel van de ligging van de Aswandam in een
dunbevolkt deel van Egypte, ver van het dichtbevolkte deel.

Slide 17 - Open question