Leerpad 1 - Activerend leerboek - werkveldverkenning

Leerpad 1 - Activerend leerboek - werkveldverkenning
1 / 51
next
Slide 1: Slide
OpvoedkundeSecundair onderwijs

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Leerpad 1 - Activerend leerboek - werkveldverkenning

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Voorkennis testen:
Wat betekent welbevinden?
A
Welbevinden is de mate waarin iemand gelukkig is.
B
Welbevinden is de mate waarin iemand gezond is.
C
Welbevinden is de mate waarin iemand zich lichamelijk, geestelijk, sociaal en spiritueel goed voelt.

Slide 4 - Quiz

Voorkennis testen:
Welke begrippen behoren bij tot de holistische mensvisie?
A
Historisch, financieel, existentieel (verband houden met het menselijk bestaan)
B
Existentieel, lichamelijk, psychisch, sociaal.
C
Financieel, politiek, historisch.

Slide 5 - Quiz

Voorkennis testen:
Wat betekent" betrokkenheid "?
A
Betrokkenheid is een gemakkelijke activiteit.
B
Betrokkenheid is er als er een evenwicht is tussen de verschillende activiteiten.
C
Betrokkenheid geeft veel voldoening.
D
Betrokkenheid is de staat waarin iemand zich bevindt wanneer hij intensief en geconcentreerd en lange tijd met iets bezig is.

Slide 6 - Quiz

Voorkennis testen:
Geef een verklaring aan het begrip "behoeften"

Slide 7 - Open question

Begrip behoeften=
Dat wat je echt dagelijks nodig hebt: eten, drinken, slapen, onderdak, ... 
Je vindt het terug in de piramide van Maslow. 

Slide 8 - Slide

Piramide van Maslow

Slide 9 - Slide

Voorkennis testen:
Geef een verklaring aan het begrip "wensen"

Slide 10 - Open question

Begrip wensen=
Dat wat je niet hebt, maar wat je heel graag zou hebben of willen, maar wat niet per definitie nodig is.

Slide 11 - Slide

Voorkennis testen:
Geef een verklaring aan het begrip "noden"

Slide 12 - Open question

Het begrip "noden" =
Een gebrek aan, je hebt iets niet, nog niet ..., maar er is behoefte aan, je hebt het wel nodig.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Wat weet je over holistische visie?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Wat versta je onder emancipatorische mensvisie?

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Emancipatorische mensvisie


Holistische mensvisie


Dynamische mensvisie


Benadert de mens vanuit zijn totaliteit. Houdt rekening met de verschillende vlakken.
Ziet het potentieel van de mens om zich bij te sturen en te groeien.
Houdt bij het uitvoeren van zorgtaken rekening met datgene wat de zorgvrager wil.

Slide 32 - Drag question

Wat is de juiste stelling?
A
Bij het uitvoeren van zorgtaken richt je je best enkel op het lichamelijke falen van de zorgvrager zodat je hem snel kan helpen en dan lever je kwaliteit van zorg.
B
Bij het uitvoeren van zorgtaken richt je je naast de lichamelijke problemen ook op de problemen die zich voordoen op sociaal vlak. Psychische problemen kunnen later aangepakt worden.
C
Bij het uitvoeren van zorgtaken is het belangrijk dat je rekening houdt met alle vlakken van de mens, enkel dan kun je kwaliteit van zorg leveren.
D
Bij het uitvoeren van zorgtaken is het leveren van kwaliteit van zorg minder belangrijk

Slide 33 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Duid aan

eenzaam zijn, ruzie hebben met anderen
A
hoog welbevinden
B
laag welbevinden

Slide 43 - Quiz

Duid aan

lusteloos zijn
A
hoog welbevinden
B
laag welbevinden

Slide 44 - Quiz

Duid aan

depressief of verdrietig zijn
A
hoog welbevinden
B
laag welbevinden

Slide 45 - Quiz

Duid aan

jezelf niet durvden zijn
A
hoog welbevinden
B
laag welbevinden

Slide 46 - Quiz

Duid aan

plezier hebben, genieten
A
hoog welbevinden
B
laag welbevinden

Slide 47 - Quiz

Duid aan

lachen, energie uitstralen
A
hoog welbevinden
B
laag welbevinden

Slide 48 - Quiz

Duid aan

een ontspannen houding hebben
A
hoog welbevinden
B
laag welbevinden

Slide 49 - Quiz

hoge betrokkenheid
lage betrokkenheid
Creativiteit tonen
Geen interesse tonen
Anderen bepalen wat goed is
energie
Geen initiatief nemen
Sterke voldoening

Slide 50 - Drag question

Slide 51 - Link