P6 - Les 8 - Shock

SHOCK
Periode 6 - Les 8
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AnatomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

SHOCK
Periode 6 - Les 8

Slide 1 - Slide

Shock is levensbedreigend
A
soms
B
is alleen een schrikreactie
C
ja
D
nee

Slide 2 - Quiz

Zonder behandeling leidt shock altijd tot de dood.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat is géén oorzaak voor shock
A
Extreem vochtverlies tijdens inspanning
B
Slecht functioneren van het hart
C
Heftige schrikreactie
D
Ernstige diarree in combinatie met braken en koorts

Slide 4 - Quiz

Na deze les kan je
  • de vier vormen van shock benoemen en van elk twee voorbeelden geven.
  • de volgorde van verschijnselen benoemen en verklaren waarom ze in die volgorde optreden.
  • uitleggen wat onder een irreversibele shock wordt verstaan.
  • uitleggen wat MOF inhoudt.

Slide 5 - Slide

Inleiding
De circulatie dient er voor om:

  • Op het juiste moment
  •  De juiste hoeveelheid bloed
  •  In de juiste samenstelling
  •  Op de juiste plaats te brengen

Het lichaam is in staat het bloed te sturen naar die plaatsen waar het op dat moment nodig is.


Slide 6 - Slide

4 vormen van shock

Slide 7 - Slide

Wat is het probleem bij een hypovolemische shock?

Slide 8 - Open question

(AAA)

Slide 9 - Slide

Wat is het probleem bij een cardiogene shock?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Cardiogene shock:

Deze vorm wordt veroorzaakt door een onvoldoende pompwerking van het hart.

Slide 12 - Slide

Cardiogene shock
Als complicatie bij:
  • Myocardinfarct
  • Cardiomyopathie
  • Klepfunctiestoornis
  • Ritmestoornissen
  • Na hartchirurgie

Slide 13 - Slide

Wat is het probleem bij een obstructieve shock?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Wat is het probleem bij een distributieve shock?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Wat gebeurt er bij een distributieve shock?
  septische shock, 
anafylactische shock 
neurogene shock. 

probleem = verdeling
Bloedvaten zetten uit

Bloeddruk
 
Zuurstof in lichaam 

Slide 18 - Slide

Symptomen van shock
In het begin:
  • Snelle, zwakke pols (tachycardie)
  • Versnelde ademhaling (tachypneu)
  •  Bleke, grauwe huid
  • Oligurie
Daarna:
  •  Lage bloeddruk (hypotensie)
  •  Anurie
  •  Angstige, onrustige, verwarde of apathische patiënt
  •  Dorst
  •  Ingevallen gelaat

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Hoe kom je shock op het spoor? (interventies)

Slide 21 - Mind map

De enige manier om shock tijdig op het spoor te komen is:

METEN:
  • Pols, bloeddruk, ademhaling, urineproductie, capillaire refill en saturatiecontroles te doen.
 KLINISCH REDENEREN:
  •  Deze waarden relateren aan de ziekte / aandoening / onderzoek of behandeling van deze patiënt.

Gebruik EWS-kaart!!

Slide 22 - Slide

Interventies
Shock is een levensbedreigende situatie. De zorgvrager zal dus naar het ziekenhuis moeten.
  • Controles doen (EWS-score)
  • Bed in Trendelenburg!
  • Beleidsafspraken bekijken
  • 112 bellen en/of arts waarschuwen
  • 02 toedienen
  • Pijn bestrijden
  • Infusen aanleggen
  • Niets per os geven, geen SC of IM injecties
  • De patiënt niet onnodig laten bewegen
  • De patiënt niet laten afkoelen of opwarmen

 

Slide 23 - Slide

Proces

Slide 24 - Slide

Onherstelbare weefselschade kan worden veroorzaakt door hypoxie veroorzaakt door shock.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Waar staat MOF voor?

Slide 26 - Open question

Iedere vorm van shock is een reactie van het lichaam op een levensbedreigende situatie, ongeacht de soort shock
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Onder welk type shock valt een septische shock
A
Hypovolemisch
B
Cardiogeen
C
Distributief
D
Obstructief

Slide 28 - Quiz

Bij een distributieve shock is er een...
A
..absoluut tekort aan circulerend bloedvolume
B
....relatief tekort aan circulerend bloedvolume

Slide 29 - Quiz

Huiswerk
Maak: opdracht Shock in Teams (ca 20 minuten)
Lever deze op tijd in!

Lees AZ: 8.6 en 8.7 (ca 10 minuten)

Bekijk: de volgende 3 video's
(totaal nog geen 6 minuten)

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video