Operationalisatie en methoden
1 / 17
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat zijn 2 indicatoren van sociale institutie?
Een complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag en onderlinge relaties tussen mensen reguleren
A
wel/niet sociaal, wel/niet een institutie
B
een school, een huwelijk
C
wel/niet tussen mensen, wel/niet gedragsregels
D
wel/niet een complex, wel/niet sociaal
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Goede enquête
slechte enquête
Slide 11 - Drag question
Slide 12 - Slide
Wat is een goede vraag over klanttevredenheid in de Albert Heijn?
A
Bent u tevreden?
B
Was het personeel beleefd tegen u?
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Wat ga je turven als je sociale institutie meet?
Een complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag en onderlinge relaties tussen mensen reguleren
A
Hoeveelheid sociale instituties
B
Hoeveel regels het gedrag bepalen
C
Hoeveel dingen sociaal zijn
