Zorg ervoor dat je telefoon uitstaat én in je tas zit.
Pak je spullen er alvast bij:
Boek B, Chromebook
Vertel eens...welke schrijfdoelen kun je noemen?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom!
Ga op je eigen plek zitten.
Zorg ervoor dat je telefoon uitstaat én in je tas zit.
Pak je spullen er alvast bij:
Boek B, Chromebook
Vertel eens...welke schrijfdoelen kun je noemen?
Slide 1 - Slide
informeren, uitleg geven, instructie geven
lesdoelen
controleren kennis Grammatica
uitleg 'Schrijfdoelen en tekstsoorten' en 'Soorten verbanden en signaalwoorden'
maken opdrachten
checken lesdoelen
Wat gaan we doen?
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Lesdoelen
Aan het einde van deze les heb je gecheckt of er gaten zitten in je kennis van Grammatica zinsdelen + Grammatica woordsoorten.
Aan het einde van deze les ken je drie nieuwe schrijfdoelen + tekstsoorten en je weet wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn + je leert er drie.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Welke woordsoort heeft het woord 'nadenken' in onderstaande zin?
Nadenken kost me veel energie.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz
Slide 4 - Quiz
This item has no instructions
Welke woordsoort heeft het woord 'arm'?
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz
Slide 5 - Quiz
This item has no instructions
Benoem de woorden die tussen haakjes staan tot de juiste woordsoort: De beloning is een vermindering van 48 dagen [per] jaar. Een rekensom leert dat de crimineel bij een straf [van] twintig jaar bijna drie jaar ‘wint’. Maar een gevangenis kent [schoolse] regels: over elk boek moet [een] verslag [gemaakt] worden. Bovendien accepteert de [leiding] geen [hanenpoten].
Slide 6 - Open question
This item has no instructions
SO Grammatica
1. Je kunt zinsdeelstrepen zetten.
2. Je kunt zinnen in zijn geheel ontleden (pv, wg, ond, lv, lv, bwb).
3. Je kunt woorden tot de juiste woordsoort benoemen (lw, znw, bnw, ww, vz).
Leren?
Oefenen, oefenen, oefenen!
- grammaticareader
- oefentoets
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
H8 Schrijfdoelen en tekstsoorten
1. informeren informerende tekst
2. uitleg geven uiteenzettende tekst
3. instructie geven instructieve tekst
4. beschouwen beschouwende tekst
5. overtuigen betogende tekst
6. activeren activerende tekst
inleiding - kern - slot
Slide 8 - Slide
4a, 4b en 5a, 5b en 5f
4 a 10 kilo’s dichter in 10 dagen: ons dieet helpt echt!
Kom naar de dinoweken
Neem een abonnement op Quest
b Bijvoorbeeld: Ja, Neem een abonnement op Quest, 10 kilo's lichter in 10 dagen: ons dieet helpt echt! en Kom naar de dinoweken zijn activerend en horen bij een reclametekst.
5 a De lezer nieuwsgierig maken naar (de rest van) de tekst.
b De schrijver geeft een voorbeeld.
f Nee, want de slotalinea bevat een nieuw deelonderwerp. Er is geen manier van afsluiten, zoals een samenvatting, conclusie of advies gebruikt.
H8 Soorten verbanden en signaalwoorden
Op verschillende niveaus:
- woorden
- zinnen
- alinea's
Drie soorten:
1. opsomming
2. tegenstelling
3. reden
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
H8 Soorten verbanden en signaalwoorden
Op verschillende niveaus:
- woorden
- zinnen
- alinea's
Drie soorten:
1. opsomming
2. tegenstelling Maken opdracht 6.
3. reden Klaar? Maken opdracht 11.
timer
15:00
Slide 10 - Slide
6 a ook, Andere, en, ook, en
b Bijvoorbeeld:
Toelichting – Soorten reclame – Voorbeelden van reclame
c omdat, omdat, daarom
d Maar
Merken laten je graag geloven dat zij beter zijn. Maar dat is echt niet altijd zo.
e informeren
f
informeren: Het grootste deel van de tekst bevat informatie over reclame.
activeren: Daarnaast activeert de schrijver jongeren om op te passen met reclame: hij waarschuwt en geeft tips.
Bij informeren bijvoorbeeld:
Reclame is commerciële communicatie met als doel iets of iemand bij anderen aan te prijzen of te promoten.
Bij activeren bijvoorbeeld:
Als je weet hoe reclame werkt, laat je je er minder makkelijk door beïnvloeden.
Koop daarom alleen iets … kunt betalen.
Maar of je dat doet, blijft natuurlijk je eigen keus.
g Je eigen mening met toelichting, bijvoorbeeld:
Ik ben het daarmee eens. Als ik aan een klasgenoot in de kantine vertel hoe goed mijn nieuwe telefoon is, word ik daar niet voor betaald. In dat geval is het geen reclame.
11 a 1 feit
2 feit
3 mening
4 mening
5 mening
6 mening
b onbegrijpelijk, overdreven, alledaagse betaalbaar, bijzondere, bereikbaar, gewoon, bijzonder
Terugblikken lesdoelen
Vertel...welke drie tekstverbanden zijn er? Kun je ook per tekstverband een signaalwoord noemen?