Dinsdag 20-05

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Welkom klas 4E

Mededelingen

niet door.

Absentie: 

Vragen:

11.15 - 12. 15 autotheorie lessen in lokaal 1.43

Iris, Dina, Jasmijn, Eva, Xavier, Brandon

Goedemorgen allemaal

Fijn om jullie allemaal weer te zien!

dinsdag

20-05-2025

8:30 incheck

8:50 Nederlands

9:30 Rekenen

10:00 pauze

13:00 kies: Burgerschap Poster

13:45 Presentatie - Huiswerkuur

12:45 Burgerschap: Kies Hoofdstuk 4

13:45 

Portfolio - Zelfstandig werken weektaak

Typen/afmaken 

Thema Oase:

Tekst

Terugblik 

Geef het meervoud van de volgende woorden:

• Cadeau
• Rijst
• Hersenen
• DJ
• Voetbal
• Stoofpot

Globaal Lezen

1. Bekijk de tekst
2. Wat is het onderwerp?
3. Je leest alleen de titel, inleiding, tussenkopjes en bijschriften bij foto's, voorkant en achterkant boek.
4. Weet je nu wat voor tekst het is en waar het over gaat?

Oriënterend = Zoekend lezen

1. Kijk naar de tekst
2. Wat is de tekstsoort?: brief, reclame, website, boek
3. Wat is het doel van de tekst? informeren, vermaken, overhalen
4. WAT WIL JE WETEN?
5. lees de titel, inleiding, eerste en laatste regel alinea
6. Heb je de informatie gevonden?

Intensief lezen (studeren)

1. Je moet de tekst weten en onthouden
2. Je leest de hele tekst goed door
3. Je streep moeilijke woorden aan of tekst die je wilt onthouden
4. Je zoekt het verband; wat betekent het?
5. Je maakt aantekeningen om te onthouden 

Je wilt weten wat de nieuwste I-phone kost. Je leest de folder van een elektronica zaak

1. Globaal lezen
2. Zoekend lezen
3. intensief lezen
4. weet ik niet

Je bereid je voor op een toets. Je leest je studieboek

1. Globaal lezen
2. Oriënterend - zoekend lezen
3. Intensief lezen
4. weet ik niet

Je hebt een nieuwe waterkoker gekocht. Hoe werkt het? Je leest de gebruiksaanwijzing

1. Globaal lezen
2. Oriënterend - Zoekend lezen
3. Intensief lezen
4. Weet ik niet

Je zit in de wachtkamer van de dokter. Je bladert in een tijdschrift.

1. Globaal lezen
2. Oriënterend - Zoekend lezen
3. Intensief lezen
4. Weet ik niet

Op een school zitten ongeveer 350 leerlingen. 1 op de 7 leerlingen hebben blauwe ogen. hoeveel leerlingen hebben in totaal blauwe ogen

Klaar begin met startopdracht blz 182

Een verhouding kan geschreven worden als een breuk.

1 op de 7 leerlingen heeft blauwe ogen

kan geschreven worden als  1/7

1/7 deel van de leerlingen heeft blauwe ogen