h1 chap4 6 7

présence
ça va bien?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

présence
ça va bien?

Slide 1 - Slide

qu'est-ce que nous allons faire?
1. présence  (10)
2. les devoirs (5)
3. révision (15)
4. au travail (10)
5. évaluation -> la fin (5)

*toets chapitre 3

chapitre 4

Je révise

Slide 2 - Slide

l'Objectif de ce cours
  • Je kunt een klein gesprekje voeren in het Frans
  • Je weet hoe je de werkwoorden op -er vervoegt.

Slide 3 - Slide

les devoirs
1 t/m 7 gedaan:
  • woordjes
  • être
  • le/un &la/une &les/des
  • cijfers t/m 20 

Slide 4 - Slide

je suis                = ik ben
tu es                  = jij bent
il / elle est         = hij/zij is
on est                = wij zijn
nous sommes = wij zijn
vous êtes          = jullie zijn
vous êtes          = u bent
ils / elles sont   = zij zijn
être = zijn

Slide 5 - Slide

LEER HET WERKWOORD être
heb je minimaal een 6.0 gescoord 
op het être-toetsje in kwizl.eu?

er staat een nieuw toetsje klaar voor de lidwoorden. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

tu as quel âge?  
j'ai .....   ans

quel est ton numéro de téléphone? 
mon numéro de téléphone, c'est le ......................

Slide 8 - Slide

wat weet je nog van... 
werkwoorden op -er

Slide 9 - Slide

werkwoorden op -er
Page 28
aimer = houden van
chercher = zoeken
commencer = beginnen
danser = dansen
détester = een hekel hebben aan
habiter = wonen

les verbes en -er

donner = geven
écouter = luisteren
oublier = vergeten
parler = praten
regarder = kijken
travailler = werken
trouver = vinden

Slide 10 - Slide

Voorbeeld met "regarder"
Stap 1: Haal 'er' aan de achterkant van het werkwoord af.

Je hebt dan de stam

regarder - er =   regard

Slide 11 - Slide

Voorbeeld met "regarder"
Stap 2: Voeg een uitgang toe.

je
regarde
ik kijk
tu
regardes
jij kijkt
il/elle/on
regarde
hij/zij kijkt / wij kijken
nous
regardons
wij kijken
vous
regardez
u kijkt / jullie kijken
ils/elles
regardent
zij kijken

Slide 12 - Slide

ezelsbruggetje 1
je cherchE
tu cherchES
il cherchE / elle cherchE / on cherchE
nous cherchONS
vous cherchEZ
ils/elles cherchENT
Een 
ESkimo
Eet
ONS
EZeltje 
ENTerecht

Slide 13 - Slide

ezelsbruggetje 2
bij je een E
bij tu ES
bij il, elle, on een E
bij nous ONS
bij vous EZ
bij ils en elles ENT

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Les devoirs
faire: 8,9,10 + test lidwoord in Kwizl.eu
Leer: P. 28 werkwoord op -er
Pak je boek erbij!

Slide 16 - Slide

Au revoir ! 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

la roue de révision
classe 1

Slide 19 - Slide

classe 1

Slide 20 - Slide

révision classe 1

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

la télé
la chambre 
la ferme 
la maison 
la couleur préférée
la cuisine 
la BD

la -> 
ma (mijn)
sa (zijn/haar)
ta (jouw)

ma chambre
sa maison
ta cuisine

Slide 23 - Slide

le cadeau
le balcon
le jardin
le bureau
le mur
le lit

le -> 
mon (mijn)
son (zijn/haar)
ton (jouw)

mon bureau
son mur

Slide 24 - Slide

l'appartement (m)
l'armoire (v)
l'étage (m)
l'ordinateur (m)
l'année (v)

l' -> 
mon (mijn)
son (zijn/haar)
ton (jouw)

mon appartement
mon armoire

Slide 25 - Slide

les trucs (m)

les chaises (v)
les bureaux (m)
les murs (m)
les armoires (v)
les ->
mes (mijn)
ses (zijn/haar)
tes (jouw)

tes trucs
mes murs

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide