regelmatige werkwoorden met stam op -t of -d les 1

Regelmatige werkwoorden
met stam op -t of -d
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Regelmatige werkwoorden
met stam op -t of -d

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Aufgabe 1

Slide 5 - Slide

Seit wann ... du?
A
zeltst
B
zeltest

Slide 6 - Quiz

Ihr ... aber viel!
A
chatt
B
chattet

Slide 7 - Quiz

Warum ... er nicht?
A
antwortet
B
antwort

Slide 8 - Quiz

Tim und Laura ... nicht mehr mit mir.
A
reden
B
redet

Slide 9 - Quiz

Aufgabe 2
Noteer nu zelf de goede vorm van het werkwoord in het Duits. 

Slide 10 - Slide

reden
... du gern über Geld?

Slide 11 - Open question

chatten
Über welche Sachen ... ihr?

Slide 12 - Open question

antworten
Ich ... immer schnell im Chat.

Slide 13 - Open question

mieten
Meine Schwester ... ein Zimmer in Utrecht.

Slide 14 - Open question

Aufgabe 3
Vertaal het werkwoord en noteer het in de juiste vorm.

Slide 15 - Slide

wachten
... du bei dem Supermarkt?

Slide 16 - Open question

werken
Mein Freund ... in einem Kleidergeschäft.

Slide 17 - Open question

melden
... ihr euch bei dem Lehrer, Max und Moris?

Slide 18 - Open question

An die Arbeit!
We gaan nu verder met het toepassen van wat je net geleerd hebt.

Dit doen we in Schritt ... - zie bord!


Slide 19 - Slide

Conclusie:
Je weet nu dat je bij een regelmatig werkwoord met stam op -t of -d een extra denkstapje moet doen, namelijk:

bij DU, ER / SIE / ES en IHR een extra E toevoegen na de stam en voor de uitgang
bijv: du arbeitest    er meldet   ihr findet


Slide 20 - Slide

Lesdoel KUNNEN vandaag voor jou: WELKE KLEUR ben jij?
1. 

Slide 21 - Slide

Welke 2 vragen heb je nog?

Slide 22 - Mind map

Welke dingen heb je
geleerd vandaag?

Slide 23 - Mind map

Ende

Slide 24 - Slide