De seizoenen

In welk seizoen zitten we nu ?
A
In de ZOMER
B
In de WINTER
C
In de HERFST
D
In de LENTE
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
NT2Secundair onderwijs

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

In welk seizoen zitten we nu ?
A
In de ZOMER
B
In de WINTER
C
In de HERFST
D
In de LENTE

Slide 1 - Quiz

Wanneer eindigt (=stopt)de zomer ?
A
Op 21 december
B
Op 21 september
C
Op 21 maart
D
Op 21 juni

Slide 2 - Quiz

En welk seizoen begint(=start) dan, na de zomer ?
A
De herfst
B
De winter
C
De lente
D
......

Slide 3 - Quiz

En welk seizoen start na de herfst ?
A
De lente
B
De winter
C
De zomer
D
Kan je me ook de juiste maand en dag vertellen ,

Slide 4 - Quiz

Wanneer begint de herfst ?
A
Op 21 december
B
Op 21 november
C
Op 21 september
D
Op 21 januari

Slide 5 - Quiz

En wanneer start de zomer ?
A
Op 21 mei
B
Op 21 juni
C
Op 21 februari
D
Op 21 november

Slide 6 - Quiz

En wanneer start de winter ?
A
Op 21 januari
B
Op 21 februari
C
Op 21 december
D
Op 31 december

Slide 7 - Quiz

In welk seizoen valt de Kerstvakantie
A
Zomer
B
Lente
C
Winter
D
Herfst

Slide 8 - Quiz

In welk seizoen valt de Paasvakantie
A
In de zomer
B
In de lente
C
In de winter
D
In de herfst

Slide 9 - Quiz

In welk seizoen valt de Grote vakantie(duurt 2 maanden)
A
In de herfst
B
In de winter
C
In de zomer
D
In de lente

Slide 10 - Quiz

In welk seizoen valt Allerheiligenverlof ?
A
In de winter
B
In de zomer
C
In de herfst
D
In de lente

Slide 11 - Quiz

In welk seizoen valt het carnaval-of krokusverlof ?
A
In de winter
B
In de herfst
C
In de zomer
D
In de lente

Slide 12 - Quiz