Spelling H3 - Meervouden op -en

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Wat weet je al?
  • Uitleg Spelling H3
  • Zelf aan de slag!



Slide 2 - Slide

Voor we starten....
Noteer eerst het huiswerk in jouw Plenda.

Maandag 21 maart:
  • Spelling H3: opdr. 1 t/m 3 en 5
  • Spelling H4: opdr. 1 t/m 4 en 6



Slide 3 - Slide

Wat weet je nog?
Pak pen en papier. 
Kijk naar de woorden op de volgende slide. Welke regels horen bij deze woorden denk je?

Slide 4 - Slide

schijf - schijven
teen - tenen
bal - ballen
luis - luizen
ree - reeën
industrie - industrieën
olie - oliën
Welke regels herken je?
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Doelen van deze les:
Aan het einde van de les:
  • weet je wat de regels zijn voor het meervoud van woorden met -en,    -ee en -ie;
  • kun je meervouden op -en, -ee en -ie  correct spellen;
  • kun je woorden met -au en -ou correct spellen.

Slide 6 - Slide

Meervouden op -en
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:
taart - taarten, hof - hoven, blok - blokken, huis - huizen.

Zo maak je een meervoud op -en:
Zet -en achter het enkelvoud : held > helden, vlaai > vlaaien
Soms moet je ook:
  • de laatste letter verdubbelen: fles > flessen
  • een a, e, o of u weglaten: beer > beren
  • een - f veranderen in een -v: boef > boeven
  • een -s veranderen in een -z: bewijs > bewijzen


Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:
taart - taarten, hof - hoven, blok - blokken, huis - huizen.

Zo maak je een meervoud op -en:
Zet -en achter het enkelvoud : held > helden, vlaai > vlaaien

Soms moet je ook:
  • de laatste letter verdubbelen: fles > flessen
  • een a, e, o of u weglaten: beer > beren
  • een - f veranderen in een -v: boef > boeven
  • een -s veranderen in een -z: bewijs > bewijzen

Spelling H3: Meervouden op -en

Slide 7 - Slide

Meervouden op -en
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:
taart - taarten, hof - hoven, blok - blokken, huis - huizen.

Zo maak je een meervoud op -en:
Zet -en achter het enkelvoud : held > helden, vlaai > vlaaien
Soms moet je ook:
  • de laatste letter verdubbelen: fles > flessen
  • een a, e, o of u weglaten: beer > beren
  • een - f veranderen in een -v: boef > boeven
  • een -s veranderen in een -z: bewijs > bewijzen



Als een woord eindigt op -ee, krijgt het in het meervoud -ën
  • twee - tweeën
  • zee - zeeën
  • moskee - moskeeën

Als een woord eindigt op -ie, dan moet je goed letten op de klemtoon:
  •  Valt de klemtoon op de -ie? > Meervoud met -ën:
            drie - drieën, calorie - calorieën, harmonie - harmonieën
  • Valt de klemtoon niet op de -ie? > Dan komt er een trema + een -n bij:
            bacterie - bacteriën, kolonie - koloniën 
Spelling H3: Meervouden op -ee en -ie

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Maak H3 Spelling (blz. 94, 95): opdr. 1, 2, 3, 5

Twee opties:
  • Zelf aan de slag
  • Samen met mij starten met opdr. 1

Klaar? 
Maak een samenvatting van Spelling H3, Trainen óf lezen in je leesboek.

Slide 9 - Slide

Doelen van deze les:
Aan het einde van de les:
  • weet je wat de regels zijn voor het meervoud van woorden met -en,    -ee en -ie;
  • kun je meervouden op -en, -ee en -ie  correct spellen;
  • kun je woorden met -au en -ou correct spellen.

Slide 10 - Slide

Wat is juist?
'calorie'

A
caloriën
B
calorieën

Slide 11 - Quiz

Wat is juist?
'bacterie'

A
bacteriën
B
bacterieën

Slide 12 - Quiz

Huiswerk
Maandag 21 maart:
Spelling H3: opdr. 1 t/m 3 en 5
Spelling H4: opdr. 1 t/m 4 en 6



Slide 13 - Slide