Lewisstructuren ionen

Leerdoelen
Na de les kan je...
  • lewisstructuren tekenen van moleculen, radicalen en ionen.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen
Na de les kan je...
  • lewisstructuren tekenen van moleculen, radicalen en ionen.

Slide 1 - Slide

Stap 1: Bepaal aantal val. elek.
  • Elke atoomsoort heeft z'n eigen aantal valentie elektronen.
  • O: 6
  • N: 5
  • F: 7
  • Kan je vinden in Binas 99
  • Tel alle valentie-elektronen bij elkaar op

Slide 2 - Slide

Antwoord stap 1: Bepaal aantal val. elek.
  • O2 bestaat uit 2 x een O
  • O heeft normaal 6 valentie-elektronen
  • Dus nu 2 x 6 = 12 valentie-elektronen in totaal

Slide 3 - Slide

Stap 2: Bepaal hoeveel valentie-elektronen nodig zijn
  • Elke atoomsoort streeft naar 8 valentie-elektronen
  • H is een uitzondering: die streeft naar 2.
  • Tel op hoeveel valentie-elektronen in totaal nodig zijn.

Slide 4 - Slide

Antwoord stap 2: Bepaal hoeveel valentie-elektronen nodig zijn
  • Elk atoomsoort streeft naar 8 elektronen, dus ook O.
  • 2 x 8 = 16
  • Dus er zijn 16 valentie-elektronen nodig uiteindelijk
  • Die worden bereikt door atoombindingen te vormen en elektronen te delen

Slide 5 - Slide

Stap 3: Bepaal hoeveel valentie-elektronen gedeeld gaan worden (de atoombinding)
  • O2 heeft dus 12 valentie-elektronen van zichzelf
  • O2 steeft dus naar 16 valentie-elektronen voor een edelgasconfiguratie van beide atomen
  • Hoeveel elektronen gaan er gedeeld worden? 

Slide 6 - Slide

Antwoord stap 3: Bepaal hoeveel valentie-elektronen gedeeld gaan worden (de atoombinding)
  • O2 heeft dus 12 valentie-elektronen van zichzelf
  • O2 streeft dus naar 16 valentie-elektronen voor een edelgasconfiguratie van beide atomen
  • Hoeveel elektronen gaan er gedeeld worden? 
  • 16-12 = 4. Er gaan dus 4 valentie-elektronen gedeeld worden
  • Elke atoombinding bevat 2 elektronen, dus 4/2 = 2 atoombindingen.

Slide 7 - Slide

Stap 4: Bepaal hoeveel vrije elektronen er nog over zijn.
Overzicht tot dusver:
  • Aantal valentie-elektronen: 12
  • Streeft naar aantal valentie-elektronen: 16
  • Aantal valentie-elektronen gedeeld: 4
  • De rest zijn vrije elektronen, die geen deel uitmaken van bindingen.

Slide 8 - Slide

In totaal
  • 2 atoombindingen
    (4 gedeelde elektronen:
    16-12)

  • 4 vrije elektronenparen
    (8 vrije elektronen: 12-4) 

Slide 9 - Slide

Antwoord stap 4: Bepaal hoeveel vrije elektronen er nog over zijn.
  • 12 valentie-elektronen in totaal, 4 worden gebruikt voor de atoombinding
  • 12-4 = 8 valentie-elektronen over
  • Vrije elektronen kunnen in paren voorkomen: vrije elektronenparen (VEP)
  • 8/2 =4 VEP

Slide 10 - Slide

4 stappenplan
  1. Bepaal het aantal valentie-elektronen, evt. met behulp van Binas tabel 99
  2. Bepaal hoeveel valentie-elektronen nodig zijn voor een volle buitenste schil
  3. Bepaal het aantal gedeelde elektronenparen in het molecuul
  4. Bepaal aantal vrije elektronenparen

Slide 11 - Slide

Lewisstructuren
H2O
Cl2
O2
N2
N2H4
COCl2
PCl3
CO2

Slide 12 - Slide

Opdracht
  • Bepaal de Lewisstructuur van het carbonaation, CO32-

Slide 13 - Slide

Stap 1: Bepaal aantal valentie-elektronen
  • Aantal valentie elektronen bepalen die er zijn 

Slide 14 - Slide

Antwoord stap 1: Bepaal aantal valentie-elektronen
  • CO32- bestaat uit 1 x C en 3 x O
  • En er zijn twee extra elektronen! (De 2- lading)
  • C: 1 x 4 = 4
  • O: 3 x 6 = 18
  • extra e- vanwege de lading van het ion: 2 x 1 = 2
  • In totaal 24 valentie-elektronen

Slide 15 - Slide

Stap 2: Bepaal hoeveel valentie-elektronen nodig zijn
  • Elke atoomsoort streeft naar 8 valentie-elektronen
  • H is een uitzondering: die streeft naar 2
  • Tel op hoeveel valentie-elektronen in totaal nodig zijn.

Slide 16 - Slide

Antwoord stap 2: Bepaal hoeveel valentie-elektronen nodig zijn
  • Elk atoomsoort streeft naar 8 elektronen, er zijn 4 atomen
  • 4 x 8 = 32
  • In totaal zijn er 32 valentie elektronen nodig

Slide 17 - Slide

Stap 3: Bepaal hoeveel valentie-elektronen er gedeeld gaan worden (de atoombinding)
  • CO32- heeft dus 24 valentie-elektronen van zichzelf
  • CO32- wilt dus 32 valentie-elektronen hebben voor edelgasconfiguratie
  • Hoeveel elektronen gaan er gedeeld worden? 

Slide 18 - Slide

Antwoord stap 3: Bepaal hoeveel valentie-elektronen gedeeld gaan worden (de atoombinding)
  • CO32- heeft dus 24 valentie-elektronen van zichzelf
  • CO32- wilt dus 32 valentie-elektronen hebben voor edelgasconfiguratie
  • Hoeveel elektronen gaan er gedeeld worden? 

  • 32-24 = 8. Er gaan dus 8 valentie-elektronen gedeeld worden
  • Elke atoombinding bevat 2 elektronen, dus 8/2 = 4 atoombindingen.

Slide 19 - Slide

Stap 4: Bepaal hoeveel vrije elektronen er nog over zijn.
Tussentijds overzicht:
  • aantal valentie-elektronen: 24
  • aantal valentie-elektronen benodigd: 32
  • aantal gedeelde valentie-elektronen: 8
  • de rest zijn vrije elektronen 

Slide 20 - Slide

Antwoord stap 4: Bepaal hoeveel vrije elektronen er nog over zijn.
  • 24 valentie-elektronen in totaal, er worden er 8 gebruikt voor de atoombinding
  • er zijn 24 - 8 = 16 valentie-elektronen over
  • Vrije elektronen kunnen in paren voorkomen: vrije elektronenparen (VEP)
  • 16/2 = 8 VEP

Slide 21 - Slide

In totaal
  • 4 atoombindingen (8 gedeelde elektronen: 32-24)
  • 8 vrije elektronenparen (16 vrije elektronen: 24-8) 
  • Maaaaaaaaaaaar, CO32- is 2- geladen, dus waar komt dat vandaan?

Slide 22 - Slide

Formele lading
  • Atomen kunnen een formele lading hebben: De - lading in de O in CO32-
  • Hoe bepaal je dat?

Slide 23 - Slide

Formele lading
  • Je telt het aantal elektronen rond het atoom: in dit geval 7:
  • 6 van de vrije elektronen en 1 van de atoombinding
  • Normaal heeft O 6 valentie-elektronen maar hier heeft O 7 elektronen om zich heen. Dat is er een teveel, het atoom is dus negatief geladen.

Slide 24 - Slide

Formele lading

Slide 25 - Slide

Uitzonderingen op octetregel
  • S of P kunnen soms meer dan 8 omringende elektronen hebben
  • Dit heet dan een uitgebreid octet
  • Als dit zo is, wordt dit altijd gemeld in de opgave

Slide 26 - Slide

Lewisstructuren
H2SO4 (S - 12 elektronen)
BCl3 (B - 6 elektronen)
PCl5 (P - 10 elektronen)
H2SO3 (S - 10 elektronen)
SO3 (S - 12 elektronen)




Slide 27 - Slide

Lewisstructuren van radicalen
  • Radicaal is een deeltje waarin ook ongepaarde elektronen in voorkomen
  • Werkt op dezelfde manier, maar je houdt uiteindelijk 1 elektron over die alleen is.
  • Voorbeeld in het boek

Slide 28 - Slide

Lewisstructuur van een radicaal
Een radicaal is een deeltje met een oneven aantal valentie-elektronen

methaanmolecuul 
methylradicaal
broommolecuul 
broomradicaal
(los broomatoom)

Slide 29 - Slide

Maken opgave 5, (6), (7), 9, 10 & 11
  • Hoe? Lees de opdracht en noteer je antwoord in je schrift.
  • Hulp? fluisteren met buur, H12.1
  • Tijd? 15 min
  • Klaar? lezen H12.1
  • Resultaat? zelf nakijken met antwoordenboek, bespreken waar je tegen aanloopt. 

Slide 30 - Slide