Quiz mavo 3

Taalquiz mavo 3 
  1. Zinsontleding 
  2. Woordsoorten 
  3. Werkwoordspelling 
  4. Overige spelling 
  5. Over Taal 
  6. Artikel 
1 / 50
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Taalquiz mavo 3 
  1. Zinsontleding 
  2. Woordsoorten 
  3. Werkwoordspelling 
  4. Overige spelling 
  5. Over Taal 
  6. Artikel 

Slide 1 - Slide

Zinsontleding 

Slide 2 - Slide

Na het ongeluk (1) /heeft (2)/een toevallige voorbijganger (3) /de politie (4)/gebeld (5).

Benoem deel 1
A
meewerkend voorwerp
B
onderwerp
C
werkwoordelijk gezegde
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Quiz

Na het ongeluk (1) /heeft (2)/een toevallige voorbijganger (3) /de politie (4)/gebeld (5).

Benoem deel 2 en 5
A
werkwoordelijk gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 4 - Quiz

Na het ongeluk (1) /heeft (2)/een toevallige voorbijganger (3) /de politie (4)/gebeld (5).

Benoem deel 3
A
werkwoordelijk gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 5 - Quiz

Na het ongeluk (1) /heeft (2)/een toevallige voorbijganger (3) /de politie (4)/gebeld (5).

Benoem deel 4
A
werkwoordelijk gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 6 - Quiz

Samengesteld of enkelvoudig?
-De presentatrice kondigt de kandidaten van het programma aan. -
A
Samengesteld
B
Enkelvoudig

Slide 7 - Quiz

Samengesteld of enkelvoudig?
-Ik moet nog naar de supermarkt, want de melk is op. -
A
Samengesteld
B
Enkelvoudig

Slide 8 - Quiz

Hoofdzin of bijzin?

De leraar klapte in zijn handen toen het tijd was om te beginnen.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 9 - Quiz

Hoofdzin of bijzin?

Dave heeft geen zin om hard te lopen, omdat hij een zware tas bij zich had.
 heeft.

A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 10 - Quiz

Woordsoorten

Slide 11 - Slide

De leerlingen van mavo 3 eten een lekker ijsje.
Wat is de?
A
lw
B
znw
C
bnw
D
ww

Slide 12 - Quiz

De leerlingen van mavo 3 eten een lekker ijsje.
Wat is leerlingen?
A
lw
B
znw
C
bnw
D
ww

Slide 13 - Quiz

De leerlingen van mavo 3 eten een lekker ijsje.
Wat is eten?
A
lw
B
znw
C
bnw
D
ww

Slide 14 - Quiz

De leerlingen van mavo 3 eten een lekker ijsje.
Wat is lekker?
A
lw
B
znw
C
bnw
D
ww

Slide 15 - Quiz

Spelling - werkwoorden

Slide 16 - Slide

Een vrouw uit Amerika heeft een bijzonder record … (behalen).

Slide 17 - Open question

Ze heeft sinds 1979 haar nagels niet … (knippen).

Slide 18 - Open question

Ze heeft sinds 1979 haar nagels niet … (knippen).

Slide 19 - Open question

Hij (worden) morgen 16 jaar!

Slide 20 - Open question

De jongen (tekenen) gisteren de docent na.

Slide 21 - Open question

De zenuwachtige man … (stressen) zo dat hij begon te trillen.

Slide 22 - Open question

Gisteren … (crashen) twee autocoureurs in de Grand Prix.

Slide 23 - Open question

Mijn vader … (volleyballen) vroeger op hoog niveau.

Slide 24 - Open question

Overige spelling 

Slide 25 - Slide

Waar komt de komma?

Slide 26 - Slide

Toen ik een doggybag vroeg kreeg ik het niet van de ober.

A
doggybag, vroeg
B
vroeg, kreeg

Slide 27 - Quiz

Ik vroeg om een doggybag maar ik kreeg hem niet.
A
doggybag, maar
B
maar, ik

Slide 28 - Quiz

Ik wil graag nog eens in Heerlijk komen eten tenzij er geen maatregelen genomen worden.
A
eten, tenzij
B
tenzij, er

Slide 29 - Quiz

welk leesteken ontbreekt er in de zin?

Slide 30 - Slide

Ik wil twee voorstellen doen ten eerste .... en ten tweede zou ik nieuwe obers aannemen.
A
doen, ten eerste
B
doen: ten eerste

Slide 31 - Quiz

Welk woord is goed gespeld: goudschat of goudsschat?
A
goudschat
B
goudsschat

Slide 32 - Quiz

Wij vonden de cabaretier erg grappig, maar de meeste/meesten vonden
hem flauw.

A
meeste
B
meesten

Slide 33 - Quiz

Sommige/Sommigen voetballers willen voor geen goud naar een buitenlandse club.


A
Sommige
B
Sommigen

Slide 34 - Quiz

Noteer het meervoud van Guppy

Slide 35 - Open question

Noteer het meervoud van kangoeroe

Slide 36 - Open question

Over Taal 

Slide 37 - Slide

Vanavond zullen de PvdA en de VVD (debatteren) over de zorgnota.
A
afschieten
B
de ronde doen
C
discussiëren
D
melden

Slide 38 - Quiz

De (identiteit) van de dader is nog onbekend.
A
geheel van wegen, havens en vliegtuigen
B
slachtoffer
C
vervelende, plotselinge gebeurtenis
D
wie je bent

Slide 39 - Quiz

Het (prototype) van de nieuwe elektrische auto is uitgebreid getest.
A
eerste model van een nieuw product
B
iemand die niet in zijn woonplaats woont en werkt
C
moeilijke keuze tussen twee dingen

Slide 40 - Quiz

De zanger heeft de (illusie) dat hij een top 10-hit zou scoren opgegeven.
A
geld voor een later doel
B
gedachte die te mooi is om waar te zijn
C
ramp, groot ongeluk

Slide 41 - Quiz

De voorzitter heeft nog geen (reactie) gegeven op de geruchten.
A
commentaar
B
motief
C
opvatting

Slide 42 - Quiz

Of het een goed idee was, zal na de bijeenkomst (duidelijk worden).
A
blijken
B
citeren
C
tegenspreken

Slide 43 - Quiz

artikel

Slide 44 - Slide

Wat is een artikel?
A
een betogende tekst
B
een brief
C
een informatieve tekst

Slide 45 - Quiz

Uit hoeveel tekstdelen bestaat een artikel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 46 - Quiz

Schrijf je de kern ook in alinea's?
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 47 - Quiz

Wat schrijf je boven de tekst?

Slide 48 - Open question

Hoe sluit je een artikel af?

Slide 49 - Open question

Veel succes met de toets!!
Heb je nog vragen of hulp nodig, jullie weten me te vinden.

Slide 50 - Slide