This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Schaal: Hoe werkt dat?
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je schaal herkennen en begrijpen. Je kunt de schaallijn op een kaart gebruiken om de werkelijke afmetingen te berekenen.
Slide 2 - Slide
Begin de les door de leerdoelen te benoemen en uit te leggen wat er van de leerlingen verwacht wordt.
Wat weet je al over schaal?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is schaal?
Schaal is de verhouding tussen de werkelijke afmetingen en de afmetingen op een kaart.
Slide 4 - Slide
Leg kort en bondig uit wat schaal is en waarom het belangrijk is om te begrijpen.
Soorten schaal
Er zijn verschillende soorten schaal, zoals de natuurlijke schaal, de verkleinde schaal en de vergrote schaal.
Slide 5 - Slide
Geef een overzicht van de verschillende soorten schaal en leg kort de verschillen uit.
Hoe lees je een schaal?
Een schaal bestaat uit een verhouding, bijvoorbeeld 1:50.000. Dit betekent dat 1 cm op de kaart gelijk staat aan 50.000 cm in het echt.
Slide 6 - Slide
Laat zien hoe een schaal eruit ziet en hoe je deze moet lezen. Laat de leerlingen ook oefenen met het lezen van schalen.
Schaal berekenen
Om de werkelijke afmetingen te berekenen, vermenigvuldig je de afstand op de kaart met de schaal.
Slide 7 - Slide
Leg uit hoe je de werkelijke afmetingen kunt berekenen en geef enkele voorbeelden.
Praktijkvoorbeeld
Laat een kaart zien van de omgeving en vraag de leerlingen om de werkelijke afstand tussen twee punten te berekenen met behulp van de schaallijn.
Slide 8 - Slide
Laat de leerlingen in groepjes werken aan het praktijkvoorbeeld en loop rond om te helpen waar nodig.
Schaal opmeten
Soms is de schaal niet aangegeven op een kaart. In dat geval kun je de schaal opmeten met behulp van een liniaal.
Slide 9 - Slide
Laat zien hoe je de schaal kunt opmeten en geef enkele oefeningen om te oefenen met het opmeten van schalen.
Schaal en tekenen
Ook bij het tekenen van plattegronden en ontwerpen is schaal van belang.
Slide 10 - Slide
Laat zien hoe schaal gebruikt wordt bij het tekenen van plattegronden en ontwerpen en geef enkele oefeningen om te oefenen met het tekenen op schaal.
Schaal en reizen
Bij het plannen van een reis is het handig om te weten hoe ver bepaalde plaatsen van elkaar af liggen.
Slide 11 - Slide
Leg uit hoe schaal van toepassing is bij het plannen van reizen en geef enkele oefeningen om te oefenen met het berekenen van afstanden op een kaart.
Samenvatting
Schaal is de verhouding tussen de werkelijke afmetingen en de afmetingen op een kaart. Door de schaal te berekenen kun je de werkelijke afmetingen bepalen.
Slide 12 - Slide
Maak een samenvatting van de belangrijkste punten uit de les en vraag de leerlingen om vragen te stellen als iets nog niet duidelijk is.
Oefening
Laat de leerlingen in groepjes een kaart bestuderen en enkele vragen beantwoorden over de schaal en de werkelijke afmetingen.
Slide 13 - Slide
Geef de leerlingen een oefening om te laten zien dat ze de stof begrepen hebben en loop rond om te helpen waar nodig.
Einde
Bedankt voor jullie aandacht. Tot de volgende les!
Slide 14 - Slide
Sluit de les af en geef eventueel huiswerk mee.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 15 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 16 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 17 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.