Hoofdstuk 3 Betogen les 1

Talent H3
Betogen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Talent H3
Betogen

Slide 1 - Slide

Vooraf
-D-toets 'Een dag' 
-Boekenlijst

Slide 2 - Slide

Vorige lessen
Herhaling hoofdstuk 1 en 2

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 3
Betogende teksten

'Sociale media'

Slide 4 - Slide

Blz 42 en 43
Leerdoelen
Theorie

Slide 5 - Slide

Tekst 1 blz. 44
Opdracht 1 t/m 3: wat weet je van een betoog? 
          -schrijfdoel, tekstsoort, tekstvorm
          -vaste onderdelen
          -stijl

Slide 6 - Slide

Tekst 1
-Verkennend lezen
-Nauwkeurig lezen; onderstrepen (3 minuten)

Slide 7 - Slide

Noteer kort (schematisch):
1. Het standpunt
2. De argumenten daarbij

Slide 8 - Open question

De opbouw van een argument
Standpunt: (want)
     Argument: (SExI-model)
            State (noem)
             Explain (leg uit)
            Illustrate (geef voorbeeld)


        

Slide 9 - Slide

Feitelijke argumenten en waarderende argumenten
Controleerbaar/waar/onderzocht   
 t/o 
Al dan niet in overeenstemming met mijn wereldbeeld/met wat ik vind/mijn overtuiging/

Slide 10 - Slide

Feitelijk argument of waarderend?
Een Samsung is duurder dan een Huawei
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 11 - Quiz

Feitelijk argument of waarderend?
Rembrandt is onze bekendste schilder
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 12 - Quiz

Feitelijk argument of waarderend?
Dua Lipa is populairder dan Ariana Grande
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 13 - Quiz

Feitelijk argument of waarderend?
Dua Lipa kan beter voetballen dan Ariana Grande
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 14 - Quiz

Feitelijk argument of waarderend?
Vincent van Gogh was een oplichter!
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 15 - Quiz

Feitelijk argument of waarderend?
Vincent van Gogh was een prutser!
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 16 - Quiz

Feitelijk argument of waarderend?
Het draait bij 'The Voice' alleen maar om kijkcijfers, niet om de deelnemers!

A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 17 - Quiz

Tot slot ...
Betoog (doel, tekstsoort, tekstvorm, stijl, opbouw)
Feitelijke- en waarderende argumenten
De opbouw van een argument in drie delen

Slide 18 - Slide

Nu:
Maken opdr. 5 + 6
Lezen par. 10.2

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide