V5 periodo 2 clase 8

1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen: 
Na deze les weet ik:
- Hoe ik een standpunt kan nemen en uitdrukken in het Spaans
- Hoe ik de subjuntivo kan gebruiken om mijn mening te geven

Slide 2 - Slide

Proefwerk periode 2: deel A (carta al director)
Deze periode schrijf je twee korte teksten (ieder tussen de 80 en 200 woorden).
Deel A: Carta al director
Je leest een kort nieuwsberichtje en reageert daarop. Jouw reactie bevat een inleiding waarin je verwijst naar het bericht, jouw standpunt en verschillende argumenten om jouw standpunt te ondersteunen over dit onderwerp.
Vorige week heb je goefend met de verleden tijden. Vandaag gaan we kijken naar de subjuntivo om je mening te geven. 

Tip: gebruik de woordenlijst uit je leerdoelenboekje. Herin zie je veel voorbeelden van handige zinnen voor in je brief! ook achterin zie je tips voor structuren en de subjuntivo om je mening te geven. 

Slide 3 - Slide

El subjuntivo

Slide 4 - Slide

Recuerdas el subjuntivo? -regelmatige ww in subjuntivo
hablar
comer
vivir
yo
hable
coma
viva
hables
comas
vivas
él/ella/usted
hable
coma
viva
nosotros
hablemos
comamos
vivamos
vosotros
habléis
comáis
viváis
ellos/ellas/ustedes
hablen
coman
vivan

Slide 5 - Slide

Onregelmatige ww in subjuntivo
¡Als je de eerste persoon weet, volg je daarna gewoon de vaste uitgangen om de andere personen te kunnen vervoegen!
salir - salga, as, a, amos, áis, an
hacer - haga
decir - diga
venir - venga
tener - tenga
ser - sea
conocer - conozca
estar - esté, és, é, emos, éis, en
ir - vaya, vayas, vaya, vayamos, vayáis, vayan
saber - sepa, sepas, sepa, etc
dormir -duerma, duermas, etc. 
oír - oiga, oigas, etc. 
poder - pueda, puedas, pueda, etc. 
querer - quiera, quieras, quiera, etc

Slide 6 - Slide

El uso del subjuntivo
De subjuntivo is een wijze, het geeft de houding aan die de spreker zelf inneemt, tegenover een handeling of situatie.
De subjuntivo komt voor in samengestelde zinnen, voornamelijk in de bijzin. De subjuntivo wordt meestaal ingeleid door que.



Er zijn veel situaties waarin je de subjuntivo moet gebruiken. Vandaag gaan we ons richten op het gebruik van subjuntivo om je mening te geven of om een standpunt te nemen. 

Slide 7 - Slide

Mening + standpunt nemen (belangrijk voor ingezonden brief)
PIENSO, OPINO, CREO, ME PARECE QUE + indicativo:
   Creo que este ejercicio es fácil.
   A mí me parece que hace mucho calor.

NO PIENSO, NO OPINO, NO CREO, NO ME PARECE + QUE + subjuntivo
   No creo que este ejercicio sea fácil.
   A mí no me parece que haga mucho calor.
   No creo que los profesores deban dar tantos deberes a sus estudiantes. 



Slide 8 - Slide

Mening + standpunt nemen
ES BUENO, ES MALO, ES RARO, ES NORMAL, ES IMPORTANTE, ES NECESARIO, ES MEJOR, ES PEOR... QUE + subjuntivo        Constructie:  es + bijvoeglijk naamw. + infinitivo (hele werkwoord).
                                                                                         es + bijvoeglijk naamw. + que + subjuntivo
1. de instructie / het advies voor iedereen in het algemeen = infinitivo (hele werkwoord).
- Es necesario estudiar (todos / en general) para aprobar el examen.
- Es mejor ser (todos / en general) sincero.

2. de instructie / het advies is persoonlijk (een concrete persoon/personen) = subjuntivo 
- Es mejor que le digas (tú) la verdad.
- Es necesario que estudiéis (vosotros) para el examen.
- Es importante que la ciudad tenga parques para los jóvenes. 

Slide 9 - Slide

Persoonlijke-emotionele reactie:
  gevoel, oordeel, mening
agradecer, alegrarse de, aprobar, celebrar, doler, lamentar, estar contento de, estar triste de, gustar, molestar, perdonar, sentir, temer, tener miedo de…

- Me alegro de que mi madre sea muy amable conmigo
- Tenemos miedo de que aparezca la araña
- Me gusta que mi amiga y yo podamos salir esta noche
- Me molesta que los profesores sean tan estrictos con sus estudiantes.


Slide 10 - Slide

Es importante que todos nosotros ___ (trabajar) juntos para resolver el problema.
A
trabajemos
B
trabajen
C
trabajan
D
trabajamos

Slide 11 - Quiz

Creo que tú ___ (tener) razón sobre ese tema."

A
tengas
B
tienes
C
tengáis

Slide 12 - Quiz

No creo que ______________ prohibir el uso del móvil en el instituto.
A
deben
B
deban

Slide 13 - Quiz

Es necesario que el ayuntamiento de Arnhem ______________ más bibliotecas.
A
construye
B
construya

Slide 14 - Quiz

Me parece que la sitación en Valencia_____ muy preocupante.
A
es
B
sea

Slide 15 - Quiz

No me parece correcte que nunca ____________ los deberes.
A
haces
B
hagas

Slide 16 - Quiz

¡Ahora tú! en parejas van a terminar estas frases usando el subjuntivo
  1. Es necesario que los jóvenes…
  2. No pienso que los políticos…
  3. Es raro que los estudiantes…
  4. Me alegra que mi ciudad…
  5. Es mejor que tú…

Slide 17 - Slide

Vamos a continuar con el vocabulario en Quizlet

Slide 19 - Slide

Leerdoelen: 
Na deze les weet ik:
- Hoe ik een standpunt kan nemen en uitdrukken in het Spaans
- Hoe ik de subjuntivo kan gebruiken om mijn mening te geven

Slide 20 - Slide