01. V2 BT3.1 marketingmix (3-11-25)

H3 De winkel in
(KGT Paragraaf 1 / B paragraaf 1)
Winkelen / De kunst van het verkopen
Ik ben ingelogd in LessonUp.
Dit ligt klaar:
  • boek
  • schrift
  • pen
  • rekenmachine
inbellen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 38 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

H3 De winkel in
(KGT Paragraaf 1 / B paragraaf 1)
Winkelen / De kunst van het verkopen
Ik ben ingelogd in LessonUp.
Dit ligt klaar:
  • boek
  • schrift
  • pen
  • rekenmachine
inbellen

Slide 1 - Slide

Nog vragen over H2?
Morgen toets

Slide 2 - Slide

Vandaag
Uitleg aanpak hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3 paragraaf 1
Vragen beantwoorden
Aan de slag
Huiswerk

Slide 3 - Slide

Aanpak hoofdstuk 3
  • Tijdens de les aantekeningen maken
  • Bijvoorbeeld in Teams document lesdoelen / in je schrift
  • Einde les: antwoord op de doelen

Slide 4 - Slide

Openen opdracht
  • Teams
  • Tegel Economie
  • Opdracht

Tijdens de les geef je antwoord op de doelen / maak je aantekeningen.
Einde les antwoord in LessonUp zetten.

Slide 5 - Slide

Volgorde hoofdstuk 3
B
KGT
§ 1
§ 1
§ 2
§ 5
§ 3
§ 2
§ 4
§ 3
-
§ 4
§ 5
§ 6
3-11
10-11
12-11
17-11
19-11
24-11
Maandag 3 december
Toets hoofdstuk 3

Slide 6 - Slide

Volgorde hoofdstuk 3
B
KGT
§ 1
§ 2
§ 3
§ 4
§ 5
§ 6
3-11
10-11
12-11
17-11
19-11
24-11
Maandag 3 december
Toets hoofdstuk 3

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Doel §1:
  • (KGT) Ik kan uitleggen waarmee je rekening moet houden bij het openen van een winkel.

Slide 9 - Slide

Doel §1:
  • (B) Ik kan uitleggen wat marketing is.
  • (KGT) Ik kan uitleggen waarmee je rekening moet houden bij het openen van een winkel.

Slide 10 - Slide

Verkopen
  • Marketing = alles wat een bedrijf doet om een product te verkopen
  • Marketingmix = de combinatie van de 5 p's. (Bij E&O 6!!! P's)

Slide 11 - Slide

Marketingmix

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Marketinginstrumenten
6 p's:
E&O

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Marketingmix -> B4 / T5 / 6 p's
1. (BKGT) Productbeleid (welk product lever ik en welke kwaliteit, etc.)
2. (BKGT) Prijsbeleid (welke prijs geven we het product, korting)
3. (BKGT) Plaatsbeleid (waar verkoop ik mijn product, winkel/internet)
4. (BKGT) Promotiebeleid (hoe zorg ik dat de klant mijn product kent, reclame)
5. (KGT) Personeelsbeleid (hoe wordt er met de klant omgegaan)
6. (E&O) Presentatiebeleid (hoe laat ik het zien)

Slide 16 - Slide

Marketingmix E&O

Slide 17 - Slide

Doelgroep
Een doelgroep bestaat uit mensen die iets gemeen hebben met elkaar. 
Indelen op verschillende manieren, o.a. :
  • de leeftijd
  • de behoeften van de consument
  • de koopkracht 
  • de koopmotieven
Het indelen in doelgroepen heet doelgroepsegmentatie.
E&O

Slide 18 - Slide

B

Slide 19 - Slide

Verschil winkelconcept en winkelformule
  • Winkelconcept
     
    = opzet voor een winkel die daarna wordt uitgewerkt in de winkelformule. 
  • Winkelformule
     
    = de manier waarop je de doelgroep probeert te bereiken en aan je winkel te binden.
 
  • Doelgroep = het deel van de markt waarop een bedrijf zich richt en dat zij tot klant wil maken.
  • Marktpositie = plaats die die de winkel op de markt inneemt ten opzichte van zijn concurrenten

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Prijs
  1. Servicesupermarkt (hoge prijs)
  2. Discountsupermarkt (lage prijs)
  3. Value-for-moneysupermarkt (gemiddelde prijs)

Slide 23 - Slide

Plaats
  1. A1-locatie = Winkelgebieden in de binnenstad
  2. A2- locatie = Winkels aan de rand van de binnenstad.
  3. B-locatie = Winkels liggen ver van de binnenstad af, vaak op het industrieterrein.

Slide 24 - Slide

Marketing

Alles wat een bedrijf doet om zoveel mogelijk producten en diensten te verkopen. Dit gebeurt door het inzetten van de marketingmix

  • Productbeleid: Assortiment, varianten, A/B/C merk en ontwikkelingen.
  • Prijsbeleid: Goedkoop of juist duur neergezet. (Statusartikelen)
  • Plaatsbeleid: Kiezen van de juiste plek, (Fysieke)winkel en internet.
  • Promotiebeleid: Ervoor zorgen dat je de juiste aandacht krijgt.
  • Personeelsbeleid: Kwaliteit van je personeel.
  • (Presentatiebeleid: Imago, huisstijl en manier van presenteren.)






Slide 25 - Slide

Rekenvaardigheden
3.1) Procenten erbij en eraf
Ik let er op dat ik:
  • Een berekening geef
  • De eenheid erbij zet: €
  • Een komma zet ipv een punt
  • 2 cijfers achter de komma zet

Slide 26 - Slide

Rekentrainer
Soms wordt een product goedkoper. Dan krijg je korting.
Soms wordt een product duurder. Dat is een prijsverhoging.

Prijzen veranderen vaak met een bepaald procent.

Slide 27 - Slide

Uitleg procenten
1 procent (1%) is 1 honderdste deel.
  
Stap 1: Deel het beginbedrag door 100.
De uitkomst is 1% van het beginbedrag.

Stap 2: Vermenigvuldig de uitkomst van stap 1 met het percentage van de korting of van de verhoging.
Of gebruik de tabel!

Slide 28 - Slide

Procenten
Procent
100%
Bedrag in €
  • Rente
  • BTW
  • Toename/afname bv korting
  • enz.
Berekenen dmv: 
  • tabel
  • formule

Slide 29 - Slide

Korting
Procent
Bedrag in €
In de winkel hangt een mooie spijkerbroek voor € 80. Hij is nu in de aanbieding; je krijgt 20 % korting. Hoeveel betaal je nu voor de broek?
Neem over in je schrift, vul de tabel in en reken uit.

Slide 30 - Slide

Korting
Procent
100%
1
20
Bedrag in €
80
??
In de winkel hangt een mooie spijkerbroek voor € 80. Hij is nu in de aanbieding; je krijgt 20 % korting. Hoeveel betaal je nu voor de broek?
: 100
x 20

Slide 31 - Slide

Korting
Procent
100%
1
20
Bedrag in €
80
16
In de winkel hangt een mooie spijkerbroek voor € 80. Hij is nu in de aanbieding; je krijgt 20 % korting. Hoeveel betaal je nu voor de broek?

: 100
x 20
Antwoord: Je betaalt nu € ....... voor de broek.
: 100
x 20

Slide 32 - Slide

Rente
Procent
100%
1
20
Aantal
16.000
??
Een autofabrikant zag vorig jaar de productie van elektrische auto’s met ruim 40 procent stijgen tot 16.000 stuks. Voor dit jaar verwacht de fabrikant een verdere stijging van de productie met 20 procent.
: 100
x 20

Slide 33 - Slide

Voorbeeld
Voorbeeld: Een jeans kost € 59. Je krijgt nu een korting van 15%.
Wat moet je nog betalen voor de jeans?

Stap 1: Deel het beginbedrag door 100.
€ 59 : 100 = € 0,59
Stap 2: Vermenigvuldig de uitkomst met het percentage van de korting.
€ 0,59 × 15 = € 8,85
Je betaalt nu nog € 50,15 voor de jeans.

Slide 34 - Slide


Antwoord lesdoel(en)

Slide 35 - Open question


BK

Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1

(incl rekentrainer)


KGT

Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 1

(incl. rekentrainers)

Huiswerk

Slide 36 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 37 - Slide

Doel
  • Je leert hoe winkeliers proberen zoveel mogelijk producten te verkopen.
  • Je kunt  uitleggen wat de marketingmix is.

Slide 38 - Slide